Measuring interoperability maturity in government networks

The purpose of this paper is to create a model that describes the development of interorganisational collaboration in government networks that apply eGovernment. Contrary to several models that describe eGovernment from a government-to-citizen perspective, and primarily emphasise on the front office of eGovernment services, this paper focuses on the collaboration that takes place in the back office to enable successful eGovernment services. A maturity model was developed to describe and assess the level of interorganisational collaboration in government networks that apply eGovernment. Through a structured literature review, 19 existing maturity models related to interorganisational collaboration and eGovernment were identified. These models were subsequently analysed on their dimensions and on the stages that were used to define maturity.Furthermore, the authors of this paper studied the characteristics of each stage and the preconditions for increasing maturity. Based on this literature review and their analysis, the authors propose a new maturity model in which existing concepts are integrated and extended from a network perspective. This model describes the levels of interorganisational collaboration in government networks on three dimensions: system, information and process. Five levels of increasing interconnectedness describe how the interorganisational collaboration in government networks unfolds across these three dimensions. The model is empirically applied through case studies of three government networks.Medium- to large-sized networks of municipalities and their cooperating partners that apply eGovernment services in their permit application procedure have been studied. The model appears to be suitable for assessing the development of interorganisational collaboration among government networks that implement eGovernment in their service provisioning. Further research could focus on the use of this model in order to analyse additional growth strategies, aiming to create successful roadmaps

Characteristics of the nuclear (18S, 5.8S, 28S and 5S) and mitochondrial (12S and 16S) rRNA genes of Apis mellifera (Insecta: Hymenoptera): structure, organization, and retrotransposable elements

As an accompanying manuscript to the release of the honey bee genome, we report the entire sequence of the nuclear (18S, 5.8S, 28S and 5S) and mitochondrial (12S and 16S) ribosomal RNA (rRNA)-encoding gene sequences (rDNA) and related internally and externally transcribed spacer regions of Apis mellifera (Insecta: Hymenoptera: Apocrita). Additionally, we predict secondary structures for the mature rRNA molecules based on comparative sequence analyses with other arthropod taxa and reference to recently published crystal structures of the ribosome. In general, the structures of honey bee rRNAs are in agreement with previously predicted rRNA models from other arthropods in core regions of the rRNA, with little additional expansion in non-conserved regions. Our multiple sequence alignments are made available on several public databases and provide a preliminary establishment of a global structural model of all rRNAs from the insects. Additionally, we provide conserved stretches of sequences flanking the rDNA cistrons that comprise the externally transcribed spacer regions (ETS) and part of the intergenic spacer region (IGS), including several repetitive motifs. Finally, we report the occurrence of retrotransposition in the nuclear large subunit rDNA, as R2 elements are present in the usual insertion points found in other arthropods. Interestingly, functional R1 elements usually present in the genomes of insects were not detected in the honey bee rRNA genes. The reverse transcriptase products of the R2 elements are deduced from their putative open reading frames and structurally aligned with those from another hymenopteran insect, the jewel wasp Nasonia (Pteromalidae). Stretches of conserved amino acids shared between Apis and Nasonia are illustrated and serve as potential sites for primer design, as target amplicons within these R2 elements may serve as novel phylogenetic markers for Hymenoptera. Given the impending completion of the sequencing of the Nasonia genome, we expect our report eventually to shed light on the evolution of the hymenopteran genome within higher insects, particularly regarding the relative maintenance of conserved rDNA genes, related variable spacer regions and retrotransposable elements

Over voorspellen en de dingen die voorbij gaan

Contains fulltext : 174634.pdf (publisher's version ) (Open Access

Een goed begin

Contains fulltext : 174612.pdf (publisher's version ) (Open Access)2 p

De keuze van organisatie voor thuiswerken en formeel thuiswerkbeleid

Contains fulltext : 67281.pdf (publisher's version ) (Open Access)Vanuit een transactiekostentheoretisch en cultuurtheoretisch perspectief onderzoekt deze studie de invloed van kenmerken van arbeidsrelaties en organisatiecultuur op de keuze van organisaties om thuiswerken toe te staan en op de keuze om de thuiswerkpraktijk te formaliseren. Wij verwachten dat de aanwezigheid van arbeidsrelaties met een relatief klein 'thuiswerkrisico' en de aanwezigheid van een ‘flexibelere' organisatiecultuur de kans op thuiswerken vergroten, maar de kans op geformaliseerd beleid verkleinen. Daarnaast verwachten wij dat de effecten van een klein thuiswerkrisico in interactie met een flexibelere organisatiecultuur worden versterkt. Op basis van in 2003 verzamelde gegevens van 530 organisaties worden deze hypothesen multivariaat getoetst. Een kleiner thuiswerkrisico blijkt de kans op thuiswerken inderdaad te vergroten. Noch de organisatiecultuur, noch de interacties blijken echter van invloed. In tegenstelling tot de verwachtingen blijken een kleiner thuiswerkrisico en een flexibelere organisatiecultuur óók de kans op formeel beleid te vergroten. Bovendien blijkt de kans op geformaliseerd thuiswerkbeleid binnen een flexibelere organisatiecultuur bij de aanwezigheid van een hoger percentage hoogopgeleiden extra groot en bij de aanwezigheid van prestatiebeloning kleiner. Geconcludeerd wordt dat het voeren van een formeel thuiswerkbeleid niet (enkel) kan worden gezien als een manier om thuiswerkers te controleren, maar (ook) als een employee benefit voor bepaalde werknemerscategorieën

Dilemma's in het thuiswerkbeleid van Nederlandse bedrijven: Nieuwe punten voor de HRM-agenda

Contains fulltext : 67335.pdf (publisher's version ) (Open Access

De flexibiliteit van het Nederlandse bedrijfsleven: strategieën en determinanten

Contains fulltext : 174610.pdf (publisher's version ) (Open Access

Uitkomsten arbeidsmarkonderzoek NIVEL: Lichte groei van het aantal werkzame oefentherapeuten in Nederland

Contains fulltext : 174864.pdf (preprint version ) (Open Access)Sinds 2002, en in opdracht van de VvOCM, publiceert het NIVEL deze reeks 'Cijfers uit registratie van oefentherapeuten'. Tweejaarlijks worden arbeidsmarktgegevens verzameld over het aantal, de kenmerken en geografische spreiding van oefentherapeuten in Nederland. In dit artikel worden de resultaten van de peiling per 1 januari 2016 weergegeven. De gegevens zijn in het najaar van 2016 verzameld via een online enquête onder oefentherapeuten die bij het NIVEL en de VvOCM geregistreerd zijn. In totaal hebben 681 oefentherapeuten de vragenlijst volledig ingevuld, wat een respons is van 42%. Dat is lager dan in voorgaande jaren, maar nog steeds een goede afspiegeling van de populatie van werkzame oefentherapeuten in Nederland.2 p

Overscholing in Nederland: trends en scheidslijnen in de periode 1977-1995

Contains fulltext : 174626.pdf (publisher's version ) (Open Access