327 research outputs found
Selective oxidation of methane to ethane and ethylene over various oxide catalysts
Preliminary results are reported for the oxidative coupling of methane to give ethane/ethylene mixtures over a series of different catalyst formulations; the temperature range studied is 650â850°C. A comparison is made of the behaviour of lead/alumina and lithium/magnesia materials. It is found that the former samples give ethane and ethylene plus a predominance of CO2 whereas the latter give ethane and ethylene plus a mixture of CO, CO2 and H2; at higher temperatures, the lead materials give also H2 and CO. The lithium-containing materials are much more stable than the lead-containing ones; the latter lose lead, probably by volatilisation of the metal. A number of other oxide materials have also been examined and have been found to be less effective, having lower activities and selectivities than the lead- and lithium-containing systems
Monitoring mosselzaadinvang met MZI Wieringen in Waddenzee 2008
In de Waddenzee is in 2008 een experiment uitgevoerd ten behoeve van verbreding van kennis over mosselzaadinvang (MZI) op de percelen Wieringen 36 en 37. Hierbij is gebruik gemaakt van twee op de bodem geplaatste kooiconstructies met daarin collectortouwen die het zaad in kunnen vangen. Doel van het project is het onderzoeken van de mogelijkheden voor mosselinvang met behulp van speciaal ontwikkelde kooiconstructies met âfuzzy ropeâ touw als collectoren. Hierbij is door Wageningen IMARES de invangcapaciteit, invangefficiĂ«ntie en groei-efficiĂ«ntie op de collectortouwen bepaald en zijn het aantal mossellarven in het water gemonitord. Een ander doel voor de ondernemer was ervaring opdoen met het plaatsten en oogsten van de installatie. Verder zijn observaties van en door de kweker gerapporteerd; dit betreft (1) de oogst, (2) de aanwezigheid van vogels en zeezoogdieren en (3) de visuele kenmerken van de invangsystemen, waarbij de landschappelijke effecten met behulp van fotoâs in beeld zijn gebracht. Voor effecten op bodem en bodemfauna wordt gerefereerd aan het PRODUS project. De gekozen locatie is geschikt voor mosselzaadinvang; dit blijkt uit de aanwezigheid van schelpdierlarven in het water en schelpdierbroed en -zaad op de touwen. Ook de constructie is technisch/biologisch geschikt voor zaadinvan
Neonicotinoids in global agriculture:Evidence for a new pesticide treadmill?
Overreliance on synthetic insecticides in global agriculture is the outcome of a âpesticide treadmill,â in which insecticide-induced pest resistance development and the depletion of beneficial insect populations aggravate farmersâ pesticide dependencies. Examples of the pesticide treadmill have been witnessed repeatedly over the past seven decades, prompting the question whether the rapid uptake and usage patterns of neonicotinoid insecticides and their associated environmental impact are in accordance with this recurrent phenomenon. We hypothesize a conceptual framework in which treadmills are enforced by enabling or disabling drivers within four domains: pest management decisions at the farm level, characteristics of farming landscapes, science and technology, and societal demands. These drivers then tend to create a self-enforcing pesticide âlock-in.â We then analyze several post-1950s historical case studies with reference to this framework, e.g., those involving sprays of the highly hazardous DDT and methyl-parathion, in which the pesticide treadmill was initiated, sustained, and broken, and compare this with current patterns in neonicotinoid use. Historical case studies further illustrate how treadmills occur in three phases in which (i) a limited number of insecticides are routinely used, (ii) resistance development of pests results in the increased crop injury, prompting increased frequency of applications with a wider range of products, (iii) breaking out of the pesticide âlock-inâ by policy change and adoption of alternative technologies that lowered chemical inputs and improved agro-ecosystem functioning. The analysis shows similarities as well as differences between neonicotinoid usage patterns and historic pesticide treadmills, and provides guidance on how to effectively avoid or dismantle pesticide treadmills in global agriculture
MZI Monitoring en oogst van vier experimenten in Waddenzee en Oosterschelde 2008
Doel van het onderzoek was om met een viertal ondernemers een gezamelijke mzi monitoring uit te voeren op de oogst van vier verschillende MZI projecten: EMERGO, MIOS, de Rooij Mosselkweek en Mosselkweek Barbé B.V. De monitoring heeft plaatsgevonden op een uniforme wijze, aan boord van het oogstschip. De resultaten van de monitoring zijn collectief gerapporteerd. De eigen waarneming en monitoringgegevens van iedere ondernemer over ecologische effecten, landschappelijke effecten en totale oogst zijn apart onderdeel van de rapportage
PRODUS 1 d: Rendement MZI zaad op percelen 2005-2008
Fluctuaties in aanbod van mosselzaad en druk op de visserij hebben er toe geleid dat de sector mosselzaadinvangsystemen (MZI's) is gaan ontwikkelen. Door de extra kosten aan arbeid en materiaal is MZI zaad duurder dan traditioneel gevist zaad, daarom is een hoog rendement van het mosselzaad tijdens doorkweek op de percelen van belang. Dit is het onderwerp van studie van PRODUS deelproject 1d. Het rendement wordt bepaald door groei en overleving van het zaad. Het onderzoek heeft zich gericht op factoren die de groei en overleving van MZI zaad kunnen beĂŻnvloeden. Het huidige rapport geeft een samenvatting van het onderzoek dat is uitgevoerd in de periode 2005-2008
Kwantitatieve bemonstering van benthos en bodem voorafgaand aan zandsuppleties bij Texel (nulmeting)
Dit rapport beschrijft een kwantitatieve inventarisatie (nulmeting) van de bodemfauna (benthos) en de bodemsamenstelling (sediment) nabij de noordwest punt van Texel, voorafgaand aan suppletiewerken van Rijkswaterstaat in 2009. Dit betreft een vooroeversuppletie van 1.300.000 kubieke meter zand bij de Eierlandse dam bij Texe
- âŠ