120 research outputs found
Onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van HPLC-kolomschakelingstechnieken bij de analyse van diergeneesmiddelen aan de hand van de literatuur
Kolomschakeling met veelal 2 kranen en 2 pompen wordt het meest toegepast als techniek om de monstervoorbewerking van analyses te vereenvoudigen. Het grote voordeel is dat dit systeem te automatiseren is. Andere toepassingen waarbij van meer kolommen en kranen wordt uitgegaan worden tot nu toe spaarzaam beschreven
De bepaling van nicarbazin in ei- en voederextracten met HPLC en on-line UV-Vis Diode Array detectie
Doel van dit onderzoek is: analyse van een aantal ei- en voederextracten op nicarbazin ter bevestiging van de analyseresultaten van de Gezondheidsdienst voor Pluimvee in Doorn. Nagaan in hoeverre confirmatie aan de hand van een UV-spectrum mogelijk is
Samenvatting analyseresultaten voor chlooramphenicol en vijf sulfonamiden in vleesmonsters welke genomen zijn in het kader van het VREK-programma in 1985
Onderzoek van monsters genomen in het kader van het VREK-monitoring programma. Monsters rund- en varkensvlees zijn onderzocht op chlooramphenicol en daarnaast zijn de varkensvleesmonsters gescreend op de aanwezigheid van vijf sulfonamiden
Overzicht van de analyseresultaten van het VKA surveillance programma tranquillizers en bèta-blockers in varkensnieren : periode juni t/m september 1987
In totaal zijn circa 1000 varkensniermonsters onderzocht op de aanwezigheid van de tranquillizers: xylazine, azaperon, acepromazine, haloperidol, propionylpromazine, chloorpromazine en de beta-blocker carazolol. De monsters werden verzameld in de zomerperiode juni tot september 1987 en waren afkomstig van alle RVV kringlaboratoria, verspreid door het hele land. In totaal werden 26 monsters positief bevonden op Ă©Ă©n of meer van de genoemde stoffen. Dit is 2,6% van het totaal. Hiervan bevatte het meerendeel acepromazine (22) en werden daarnaast carazolol (4) en azaperon (2) aangetroffen. In twee monsters werden acepromazine en carazolol in combinatie aangetroffen. Naast genoemde verbindingen werd in een aantal monsters een nog niet nader identificeerbare component aangetroffen. Er kon geen samenhang gevonden worden tussen de residu- incidentie en de ten tijde van de monstername heersende luchtvochtigheid en temperatuur
De bepaling van chlooramphenicol in runder- en varkensurine met behulp van een immuno - chemische methode, quick card en bevestiging met hogedrukvloeistofchromatografie en UV-detektie
Er zijn twee methoden uitgewerkt voor de bepaling van chlooramphenicol in runder- en varkensurine. De screeningsmethode met behulp van een immunochemische kit, Quick Card, is een methode waarmee men snel en eenvoudig chlooramphenicol kwalitatief kan aantonen tot op het niveau van 0,01 mg CAP/1. Verder is een confirmatiemethode uitgewerkt, gebaseerd op déglucuronidering met betaglucuronidase, "solid-phase" extractie met Extrelut bij pH 10, zuivering met een silica Seppak en tolueen-water partitie
Bepaling van halofuginon in diervoeders
Er i s een methode ontwikkeld voor de analyse van halofuginon in diervoeders. Na extractie van het voeder en clean-up op een ionenwisselaarkolom, wordt halofuginon bepaald met behulp van reversed-phase hogedrukvloeistofchromatografie met U.V. detectie. Er is onderzoek gedaan naar extractie, voorzuivering, detectie, terugvindingspercentage, lineariteit en reproduceerbaarheid. Tevens is een storingsanalyse uitgevoerd
Samenvatting analyseresultaten voor chlooramfenicol en voor sulfonamiden in vlees en eimonsters genomen in het kader van het VREK-programma 1988
In het kader van het VREK-programma zijn in 1988 in totaal 107 monsters geanalyseerd te weten 60 monsters varkensvlees, 23 monsters rundvlees, 24 monsters kipvlees en 24 monsters ei. Met uitzondering van 24 monsters varkensvlees zijn alle monsters geanalyseerd op de aanwezigheid van chlooramfenicol. Daarnaast zijn alle varkensvleesmonsters gescreend op de aanwezigheid van sulfonamiden
Kinematics of mouthbrooding in <i>Oreochromis niloticus</i> (Cichlidae)
Many species from several different families of fishes perform mouthbrooding, where one of the sexes protects and ventilates the eggs inside the mouth cavity. This ventilation behaviour differs from gill ventilation outside the brooding period, as the normal, small-amplitude suction-pump respiration cycles are alternated with actions including near-simultaneous closed-mouth protrusions and high-amplitude depressions of the hyoid. The latter is called churning, referring to its hypothetical function in moving around and repositioning the eggs by a presumed hydrodynamic effect of the marked shifts in volume along the mouth cavity. We tested the hypothesis that churning causes the eggs located posteriorly in the mouth cavity to move anteriorly away from the gill entrance. This would prevent or clear accumulations of brood at the branchial basket, which would otherwise hinder breathing by the parent. Dual-view videos of female Nile tilapias (Oreochromis niloticus) during mouthbrooding showed that churning involves a posterior-to-anterior wave of expansion and compression of the head volume. Flow visualisation with polyethylene microspheres revealed a significant inflow of water entering the gill slits at the zone above the pectoral fin base, followed by a predominantly ventral outflow passing the ventrolaterally flapping branchiostegal membranes. X-ray videos indicated that particularly the brood located close to the gills is moved anteriorly during churning. These data suggest that, in addition to mixing of the brood to aid its oxygenation, an important function of the anterior flow through the gills and buccal cavity during churning is to prevent clogging of the eggs near the gills
Mannose 6-phosphate independent targeting of cathepsin D to lysosomes in HepG2 cells
FWN – Publicaties zonder aanstelling Universiteit Leide
- …