73 research outputs found

    Scenarios and enhanced, strategies, Case study The Hague Region, the Netherlands

    Get PDF
    In the PLUREL Analysis report on The Hague Region (Aalbers et al 2009), the region is described with respect to history, landuse, planning context, actors and their strategies regarding developments in the urban fringe. Three strategies are described in more depth. In the current phase of the research, these strategies are assessed with respect to their performance in governance

    Grondbeleid in de Montpellier agglomeratie, Frankrijk

    Get PDF
    Van 2007 tot 2010 co-financierde het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het Europese PLUREL onderzoek naar ontwikkelingen en sturing daarop in de stadsranden van stedelijke regio‟s. In dit project trokken het Ruimtelijk structuurplan van Montpellier Agglomeratie en de daaromheen gehanteerde beleidsprocedures, wetgeving en grondbeleid-instrumenten de aandacht van het Ministerie. Doel van dit project was het verkrijgen van nader inzicht in de tools die de regio Montpellier inzet om een duurzaam groen peri-urbaan gebied te behouden, respectievelijk te ontwikkelen, waarbij de landbouw een voorname plaats inneemt. Het gaat in het bijzonder om tools inzake het grondbeleid

    Sturen op duurzame ontwikkeling van stadsranden : lessen uit 7 regio’s in Europa en China

    Get PDF
    In 2005 nam Alterra het initiatief tot een geïntegreerd Europees onderzoek naar stadsranden, PLUREL. Dit project onderzocht stadsrandgebieden van zes Europese regio's en een regio in China. Voor de Europese regio's zijn de strategieën en ruimtelijke planningen bekeken. Het gaat om de regio's Haaglanden, Leipzig-Halle, Koper, Greater Manchester, Montpellier, Warschau en voor China: Hangzho

    Bedrijfs- en burgerinitiatieven in stedelijke natuur : Hun succesfactoren en knelpunten en hoe de lokale overheid ze kan helpen slagen

    Get PDF
    This report covers two years of research into the factors that determine the success or failure of green initiatives by businesses and citizens and their contribution to biodiversity. The researchers investigated fourteen initiatives by means of interviews and a document analysis, and selected five of these initiatives for more exhaustive case studies. First, they interviewed the initiators. For the case studies those interviews were supplemented with a further ten interviews with local government officers, elected municipal councillors and members of the municipal executive. Websites and policy documents were also analysed and almost all the initiatives were visited. The study made use of the policy arrangement approach by Arts and Van Tatenhove and took note of the theory of change under this approach. The research questions that were answered concerned how the initiatives came about, the initiators’ ambitions, the success and failure factors, local government involvement, and options for improving the response by local government to these initiatives, and to green initiatives in general, from the perspective of the local government respondents. The research showed, among other things, that the initiatives led to a greater variety of green spaces. A number of these initiatives enhance biodiversity in terms of species and habitats, including rare species. Besides answers to the research questions, the report contains recommendations on the Green Deal on New Urban Nature and to local government, as well as suggestions for further research

    Natuur in handen van burgers? : kansen voor beleefbare en benutbare natuur

    Get PDF
    Het huidige Nederlandse natuurbeleid ondergaat momenteel een forse herijking. Dit geldt voor zowel de inhoud van het beleid, het wettelijk en financiële kader, als de rol van Rijk en provincies. Om een bijdrage te leveren aan de discussie over deze herijking heeft het Planbureau voor de Leefomgeving in de Natuurverkenning 2010-2040 vier kijkrichtingen op de natuur uitgewerkt (zie kader). Voor de herijking van het beleid zijn de kijkrichtingen Beleefbare natuur en Inpasbare natuur extra interessant omdat ze verder af staan van het huidige beleid dan de andere twee. Daarom staan deze kijkrichtingen centraal in onze paper

    Krimp en de groene ruimte in stedelijke gebieden

    Get PDF
    Een nieuw fenomeen manifesteert zich sinds enkele jaren in ons land: bevolkingsdaling. Maar is het zo’n ramp? Naast grootschaligheid ontleend aan omliggende gebieden en het lokale ‘DNA’ stellen wij een derde inspiratiebron voor: de groene ruimte. Hoe kan de groene ruimte (plantsoenen, parken, bossen, landbouwgebieden, natuurgebieden) de stad helpen om de negatieve effecten van bevolkingsdaling te verzachten en wellicht de daling af te zwakken? Kan de groene ruimte alternatieven bieden voor stedelijke grootsheid en tegemoet komen aan de menselijke behoefte aan voedsel, geborgenheid, intimiteit van de openbare ruimte, rust en veiligheid

    Groen en krachtwijken

    Get PDF
    In 40 woongebieden werd in 2007 een stapeling van sociale, fysieke en economische problemen geconstateerd, de zogenaamde krachtwijken. De gemeenten met krachtwijken zijn door het ministerie actief benaderd met de vraag te komen tot projecten die binnen het convenant zouden kunnen worden uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is een update van het vergroeningsproces en de bereikte resultaten van projecten in de 18 steden te maken en deze te evalueren. Als vervolg op een eerdere studie in 201

    Lessen in vertrouwen : bewoners participeren in planvorming voor het Botteskerkpark, Amsterdam-Osdorp

    Get PDF
    Openbaar groen kan mensen samenbrengen. Zoals dit overzicht laat zien, ontstaan contacten bij het praten over groen. Wil dit uiteindelijk resulteren in een grotere betrokkenheid bij het groen, zal de bewonersparticipatie een goede plek in de planvorming moeten krijge

    Natuur: beleven en gebruiken : verdieping van twee kijkrichtingen uit de Natuurverkenning 2010-2040

    Get PDF
    Beleefbare natuur en de kijkrichting Inpasbare natuur, zijn nader uitgewerkt in drie studiegebieden: de Drentse Hondsrug, de Oostvaardersplassen en omgeving, en Rotterdam-Zuid. De Drentse Hondsrug past momenteel al heel goed in deze kijkrichtingen. Voor de twee andere gebieden gaat het om een nieuwe manier van kijken naar de aanwezige natuur. Voor elk studiegebied is een mogelijke toekomst vanuit de kijkrichting Beleefbare natuur en vanuit de kijkrichting Inpasbare natuur beschreven. Om meer beleefbare natuur te realiseren, is vooral gezamenlijke visievorming en betrokkenheid van burgers nodig. Om meer inpasbare natuur te realiseren, is het nodig om vormen van governance te ontwikkelen die de samenwerking tussen ondernemers en overheden stimuleren. Hiervan worden diverse voorbeelden gegeve
    • …
    corecore