181 research outputs found

    Ontwikkeling van mozaïeklandschappen onder invloed van begrazing; een drietal casestudies

    Get PDF
    In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de invloed van begrazing door paarden en/of runderen op de ontwikkeling van dynamische mozaïeklandschappen op voormalige landbouwgronden. Effecten van deze vorm van beheer zijn onderzocht in a) de Baronie Cranendonck, een van de eerste natuurontwikkelingsprojecten in ons land op verlaten landbouwgronden in een beekdallandschap, b) het Nationaal Park Veluwezoom, met verlaten landbouwgronden in een voormalige landgoederenzone op de hogere zandgronden en c) de Beuningse Uiterwaarden met natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden in de uiterwaarden langs de Waal. Er is vooral gekeken naar de effecten van begrazing op de opslag van struik- en boomsoorten in de voormalige akkers en graslanden, en naar factoren die hierop van invloed zijn. In één van de onderzoeksterreinen is over een periode van 30 jaar onderzocht hoe de vegetatieontwikkeling verloopt nadat gronden uit cultuur zijn genome

    Ongewervelde fauna van uiterwaarden: een literatuurstudie naar effecten van inundatie en begrazingsbeheer

    Get PDF
    Deze literatuurstudie geeft inzicht in het potentiële voorkomen van ongewervelden in Nederlandse uiterwaarden in relatie tot bodemgesteldheid, overstroming en begrazing. 886 soorten libellen, dagvlinders, sprinkhanen, zweefvliegen, vliesvleugeligen, loopkevers, wantsen en spinnen (waaronder 36 rodelijst- of I-soorten) kunnen hun volledige levenscyclus volbrengen in de uiterwaarden. Daarvan is 7␜pecifiek gebonden aan het rivierengebied. De soortendiversiteit neemt toe bij afnemende overstromingsfrequentie. Zeldzame soorten worden vooral gevonden in graslandecotopen; kleiige ecotopen onderhouden een hogere biomassa. Begrazing conditioneert het voorkomen van ongewervelden. Er worden aanbevelingen gedaan voor de opzet van begrazingsonderzoek

    Klimaatverandering en kwelders: verdrinken of verjongen?

    Get PDF
    Er zijn meer en meer aanwijzingen dat als de snelheid van de zeespiegelstijging toeneemt, de kwelder zich ook sneller ophoogt. Dit heeft te maken met terugkoppelingsmechanismen, waarbij de kweldervegetatie een cruciale rol speelt. In dit hoofdstuk worden deze veerkracht van kwelders belicht op drie schaalniveaus: wereldwijd, nationaal in het Waddengebied en lokaal op Ameland. We stellen ons telkens de vraag of de kwelders bestand zijn tegen de ingrijpende gevolgen van klimaatverandering

    Gevolgen van de aanleg van Rijksweg73-Zuid voor de zeggekorfslak en de kwaliteit van de elzenbroekbossen in het Swalmdal

    Get PDF
    De directie Zuid van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft Alterra verzocht, ten behoeve van de behandeling van de ontheffingsaanvraag voor het A73-tracédeel Swalmen in het kader van de Natuurbeschermingswet/Habitatrichtlijn ingediend door Rijkswaterstaat, onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de informatie die in de aanvraag van Rijkswaterstaat is gebruikt over het voorkomen van de zeggekorfslak in het Swalmdal, en de mogelijke directe of indirecte effecten van het A73-tracédeel door of direct langs het Swalmdal op de daar voorkomende populaties van de zeggekorfslak. In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen van dit onderzoek

    The reintroduction of the Eurasian otter (Lutra lutra) into the Netherlands: hidden life revealed by noninvasive genetic monitoring

    Get PDF
    The last recorded presence of the Eurasian otter (Lutra lutra) in the Netherlands dates from 1989 and concerned a dead individual. In 2002 a reintroduction programme was started, and between June 2002 and April 2008 a total of 30 individuals (10 males and 20 females) were released into a lowland peat marsh in the north of the Netherlands. Noninvasive genetic monitoring based on the genetic profiles obtained from DNA extracted from otter faeces (spraints) was chosen for the post-release monitoring of the population. To this end, the founding individuals were genotyped before release and spraints were collected in the release area each winter from 2002 to 2008. From June 2002 to April 2008 we analysed the genetic profile of 1,265 spraints on the basis of 7–15 microsatellite loci, 582 of which (46%) were successfully assigned to either released or newly identified genotypes. We identified 54 offspring (23 females and 31 males): the females started to reproduce after 2 years and the males after 4 years. The mating and reproductive success among males was strongly skewed, with a few dominant males fathering two-thirds of the offspring, but the females had a more even distribution. The effective population size (Ne) was only about 30% of the observed density (N), mainly because of the large variance in reproductive success among males. Most juvenile males dispersed to surrounding areas on maturity, whereas juvenile females stayed inside the area next to the mother’s territory. The main cause of mortality was traffic accidents. Males had a higher mortality rate (22 out of 41 males (54%) vs. 9 out of 43 females (21%)). During winter 2007/08 we identified 47 individuals, 41 of which originated from mating within the release area. This study demonstrates that noninvasive molecular methods can be used efficiently in post-release monitoring studies of elusive species to reveal a comprehensive picture of the state of the populatio

    Advies faunapassages oostvariant A-73; een expert view

    Get PDF
    Een expert view wordt gegeven op de vraag waar welke passagemogelijkheden moeten worden gecreëerd voor welke diersoorten in het oosttracé van de A73. Aangegeven wordt dat er ten minste acht robuustere kunstwerken dienen te worden gemaakt, waarvan één op het niveau van edelhert en de overige kleiner. Er wordt ingegaan op de minimumeisen waaraan de diverse constructies zullen moeten voldoen teneinde een optimaal toekomstig gebruik te bevorderen

    Branden als EGM-maatregel

    Get PDF
    Periodiek branden is een traditionele gebruiks- of beheermethode die in het verleden op meerdere plaatsen werd toegepast. Dit gebeurde met name in heideterreinen en soms in duingraslanden, om de vegetatie te verjongen en de opslag van struiken en bomen tegen te gaan. geleidelijk is de beheersmethode uit het zicht verdwenen. In dit rapport zijn de ervaringen met periodiek branden en de kennis die er in binnenland en buitenland is over de effecten op de beschikbaarheid van nutriënten, vegetatie en fauna op een rij gezet. Het rapport geeft aan in welke situaties branden een aantrekkelijke effectgerichte maatregel kan zijn. In dit onderzoek (in het kader van OBN) werkten samen: Stichting Bargerveen, Bware en Alterr

    Spontane bosverjonging en hoefdieren

    Get PDF
    International audienc

    Begrazing in bosreservaten door wilde hoefdieren: een onderbelicht aspect?

    Get PDF
    In een aantal bosreservaten is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de mate van begrazing van de verjonging en de invloed daarvan op de spontane bosontwikkeling. Dit om na te gaan of het relevant is de graasdruk een plaats te geven in het reguliere, langjarige onderzoeksprogramma naar spontane processen en natuurlijke dynamiek in onbeheerde bosse
    corecore