877 research outputs found

    Customer related management pakket in MS Acces

    No full text
    Titel: Customer Related Management pakket in MS Access. Naam: Jonas Godelaine Afstudeerrichting: Industrieel Ingenieur in elektromechanica optie automatisering Bedrijf: Fabricom GTI. Interne promotor: Ir. R. Machiels. Externe promotor: Dhr. G. Thys. Fabricom GTI was op zoek naar een betere oplossing voor het beheren van klanten, personeelsgegevens en het opvolgen van offertes. Voor ieder onderdeel was er wel een aparte werking, maar er was behoefte aan één allesomvattend systeem. Hierdoor ontstond vooral dank zij de samenwerking met Dominique Vervecken dit eindwerk: een Customer Related Management1 (CRM) pakket in MS Access.2 Er werd voor gekozen om te werken met het gekende MS Access en het moest alle genoemde onderdelen bevatten. Bovendien moest het CRM pakket nauw kunnen samenwerken met andere MS Office toepassingen en zijn contactgegevens kunnen synchroniseren met de reeds bestaande database in MS Outlook3. Door veel overleg met de interne promotor Gert Thys is zo het concept van de database ontstaan en is de database helemaal op maat gemaakt voor Fabricom GTI. De database werd ontwikkeld in MS Access zelf en via het programmeren in VBscript voor MS Access. De database bestaat nu uit vier grote onderdelen: een eerste onderdeel voor het beheren van personeelgegevens, een tweede voor het beheren van klanten gegevens. Het belangrijkste deel is dat voor het opvolgen van offertes. Als bijkomend gedeelte is ook een programma gemaakt voor het beheren van toegangsbewijzen bij bedrijven. De database kan tegelijkertijd op verschillende plaatsen van het netwerk gebruikt worden. De synchronisatie van de contactgegevens uit MS Outlook gebeurt iedere nacht automatisch. De database zal eerst gebruikt worden op het departement Process Solutions bij Fabricom GTI, met het idee het binnen korte tijd over heel Fabricom GTI East te gaan gebruiken

    Geautomatiseerde pompinstallatie & RFID - identificatie

    No full text
    Bedrijf: Falcon Automation NV is een IT bedrijf, gespecialiseerd in het schrijven van software op maat en netwerkbeheer. Het is een dochterbedrijf van Ebema NV. En werd opgericht in 1993. Opdracht: De opdracht bestaat eruit een bestaande, interne tankinstallatie voor het tanken van diesel voor heftrucks te upgraden met een nieuwe automatisering. Deze automatisering zal uitgevoerd worden met een Beckhoff PLC. Anderzijds wordt er een onderzoek verricht naar een nieuwe RFID-infrastructuur voor zowel identificatie als toegangscontrole. Doel: De oude NETIO, die nu zorgt voor de automatisering van de tankinstallatie, vervangen door een Beckhoff automatisering. Het is de bedoeling dat de PLC via het TCP/IP-netwerk gegevens zal uitwisselen over de tankinstallatie met een server-applicatie. Het is belangrijk om te weten wie er gaat tanken en of deze persoon wel gemachtigd is tot de installatie. Een RFID-tikkastje zorgt voor de registratie van het personeel. In een tweede project onderzoeken we de huidige RFID en een mogelijke nieuwe RFID-infrastructuur. Omdat er een nieuw kantoor gebouwd wordt zijn er extra RFID-apparaten nodig. De oude apparaten zijn nog moeilijk te verkrijgen en men wil de nieuwe RFID-infrastructuur compatibel houden met de oude. De nieuwe infrastructuur zal dienst doen voor identificatie en toegangscontrole in het nieuwe kantoorgebouw. Er moet dus een onderzoek verricht worden of de compatibiliteit wel mogelijk is en met welke toestellen dit gerealiseerd kan worden

    Studie van rioleringselementen

    No full text
    Titel: Studie van rioleringselementen Door: Sander Dupont Promotoren: Werfleider: Dhr. Jos Everaerts DSV nv Aarschot Industrieel ingenieur: Dhr. Carl Buyckx Xios Hogeschool Limburg Het stagebedrijf DSV nv is bezig met een Aquafinproject in Grimbergen, het project omvat riolerings- en wegeniswerken. In het bijzonder het realiseren van de opvang van de lozingen in de Molenstraat (Meiskensbeek) en een gravitaire verbinding tot de geplande verbindingsriolering. Als onderwerp voor mijn bachelorproef heb ik gekozen voor de bespreking over de verschillende rioleringselementen van de werf in Grimbergen. De studie geeft de werking weer van de inspectieputten/kunstwerken en de verschillende uitvoeringstechnieken die hierbij mogelijk zijn. De plaatsing hiervan kan bijvoorbeeld gebeuren door middel van beton ter plaatse storten of prefab. Een calculatie geeft de kostprijs weer van de wervelventielput ter plaatse gestort en prefab. Verder wordt er een uitvoeringsplanning, meetstaat van hoeveelheden en tekening van de verschillende rioleringselementen weergegeven. De studie onderzoekt ook wat de invloed van de verschillende uitvoeringstechnieken is op de uiteindelijke kostprijs en uitvoeringstermijn. Hierbij wordt rekening gehouden met veiligheid en toegang van het verkeer op de werf

    Semi-analytische modellering van scheurvorming in gewapende en ongewapende betonnen balken

    No full text
    Abstract Beton kan slecht trekspanningen opnemen, waardoor die spanningen worden weggelaten in de klassieke betontheorie. Op die manier is men zeker dat men veilig werkt. Maar de experimenten op beton tonen aan dat als beton begint te scheuren, de spanningen niet meteen nul worden. Ze nemen geleidelijk terug af tot er volledige breuk is. Nu is de vraag of de klassieke betontheorie het beton niet over dimensioneert. Een semi-analytisch rekenmodel wordt opgesteld waarbij de bijdrage van trekspanningen mee in rekening wordt gebracht. In een eerste fase wordt het scheuren van quasi-brosse materialen gemodelleerd, nadien wordt de invloed van wapening aan het model toegevoegd. Het model wordt geïmplementeerd in Matlab en vergeleken met zowel experimentele waarden als eindige elementenresultaten. De thesis zal duidelijk maken dat het voorgestelde model de werkelijke situatie goed benadert. De afleidingen zijn wel vereenvoudigd berekend omdat er geen rekening is gehouden met de mogelijke krimp, kruip of temperatuursveranderingen in het materiaal

    Waterdoorlatende halfverhardingen op ondergrondse constructies

    No full text
    Titel: Waterdoorlatende halfverhardingen op ondergrondse constructies Auteur: Maarten Mocnik Interne begeleider: Henri De Krem Externe begeleider: Karl Liekens (Slegers Algemene Aannemingen NV) Deze bachelorproef behandelt de waterdoorlatende opbouw van halfverhardingen op ondergrondse constructies. Daar de publieke ruimte duidelijk vermindert en het aantal halfverhardingen op ondergrondse parkeergarages toe neemt, wint deze opbouw almaar aan belang. In het bijzonder wordt het prestigieuze project Kop Van Kessel-Lo in Leuven gebruikt als proefterrein. De verschillende elementen van de opbouw van het volledige verhardingspakket zijn onder de loep genomen waaronder de waterafvoer, de funderingsopbouw en de halfverharding zelf met haar vereiste waterdoorlatende karakter. Meer specifiek zijn er met betrekking tot dit specifieke project een aantal verschillende hoogwaardige halfverhardingsmaterialen besproken en vergeleken op het vlak van uitvoering, kostprijs (aanleg en onderhoud) en uitvoeringstermijn: gebakken straatstenen, dolomiet en de halfverharding Stabilizer®. Deze laatste is nieuw op de Belgische markt waardoor het een unieke gelegenheid is om deze te toetsen aan de andere meer ingeburgerde materialen. Ook het aspect veiligheid bij uitvoering van de verschillende materialen wordt uitvoerig besproken

    Evaluatie van het brainscan PB algoritme en het Pinnacle CCC algoritme bij dynamische boogtherapie

    No full text
    Achtergrond en doel De nauwkeurigheid van de dosisberekening werd onderzocht in het veld van dynamische conforme rotatietherapie voor extra-craniële stereotactische radiochirurgie van solitaire longmetastase en primaire longtumors. Er werd zowel een dosimetrische evaluatie uitgevoerd als een vergelijking gemaakt tussen het \u27Pencil Beam\u27 (PB) dosisberekeningsalgoritme en het \u27Collapsed Cone Convolution\u27 (CCC) dosisberekeningsalgoritme. Methode en materialen Het fantoom werd ontwikkeld door lic. S. Van Acker aan het AZ-VUB. Dit fantoom is een lichtdichte kubus die opgevuld werd met een materiaal waarvan de elektronendichtheid deze van de long benaderd. Mevr. Van Acker heeft de metingen reeds uitgevoerd met styrofoam als vulling. Omdat dit een overdrijving was van het effect werden de proeven overgedaan met kurk als vulling voor het fantoom. De elektronendichtheid van kurk benadert namelijk de elektronendichtheid van de menselijke long beter. Centraal in het fantoom is er een weefsel-equivalent lichaam (bollen met een straal van respectievelijk 2,1 cm, 1,4 cm en een kubus met als afmetingen 6,0 cm x 5,8 cm x 5,8 cm) ingebracht. Het fantoom is zodanig ontwikkeld dat er een radiografische film en een thermoluminescentie dosimeter in het doelvolume kan ingebracht worden. Het Novalis Body/ExacTrac 3.0 systeem werd gebruikt voor de positionering met behulp van infrarode markers die op voorhand op het fantoom werden aangebracht. Het behandelings plan werd opgesteld met BrainSCAN 5.2 (Brainlab) en herberekend met Pinnacle 6.2 (Philips). Beide dosisverdelingen werden geëxporteerd zodat ze visueel en met de computer vergeleken konden worden met de radiografische film. Resultaten Voor BrainSCAN was de verhouding tussen de berekende dosis en de TLD meting in het centrum van het weefsel-equivalent object gelijk aan 1,09 (SD: 0,01), 1,10 (SD: 0,04) en 1,05 (SD:0,03) respectievelijk voor de bol met straal 2,1cm, de bol met straal 1,4cm en de kubus. Voor Pinnacle CCC waren de resultaten respectievelijk 0,98 (SD:0,01), 0,99 (SD: 0,04) en 1,04 (SD:0,03). Grote verschillen (een overschatting van 16% en 15% voor respectievelijk de bol van 2,1cm en 1.4 cm) werden waargenomen 0,5cm inwaarts van de rand van de bollen bij BrainSCAN PB. Een betere overeenkomst (een onderschatting van 2% en 1% voor respectievelijk bol met straal 2,1cm en 1,4cm) werd waargenomen voor de dosisdistributie berekening van Pinnacle CCC. BrainSCAN laat uitschijnen dat het volledige volume van de bollen binnen de 100% isodoselijn valt, toch valt slechts 71.67% (27,8cm3 op 38,8cm3) van de bol met straal 2,1cm en slechts 6,33% (0,69cm3 van 11,5cm3) van de bol met straal 1,4cm binnen de 90% isodoselijn volgens de radiografische film. Besluit Het verlies aan dosis aan het oppervlak van het weefsel-equivalent materiaal wordt niet berekend door BrainSCAN PB. BrainSCAN PB overschat niet enkel de dosis in de bol, maar ook in de regio met lage densiteit rond de bol. Een overschatting van de dosis (dus een onderdosage van de tumor) zal leiden tot slechte tumorcontrole en dus verminderde genezingskansen voor de patiënt. In de zone met lage dichtheid (in de kurk) onderschat BrainSCAN de lage dosis. Wat kan leiden tot een grotere schade aan het gezonde weefsel dan verwacht. Het Pinnacle CCC algoritme geeft een betere gelijkenis met de metingen, en kan gebruikt worden als maatstaf voor deze klinische situatie

    Diepwanden, een logische keuze? Confrontatie tussen theorie en praktijk

    No full text
    Tijdens mijn stage bij Heijmans Bouw heb ik de mogelijkheid gekregen de uitbreidingswerken aan de Europaziekenhuizen in Ukkel te volgen. De beschoeiing gebeurde daar aan de hand van diepwanden. Het is dan wel een bekende techniek, maar de toepassing ervan blijft toch beperkt tot grote werven. Aangezien ik zelf nog niet al te veel kennis bezat over het fenomeen diepwanden leek het me, op aangeven van mijn externe promotor, een interessant onderwerp voor mijn scriptie. Toen ik over het onderwerp begon te lezen viel het me al snel op dat er heel wat onzekerheden bestaan over het exacte toepassingsgebied van diepwanden. Vooral het bekende \u27geval Middelburg\u27* geeft aan hoe belangrijk het is om de juiste beschoeiingstechniek te kiezen alvorens de werf aan te vatten. Al snel bleek bovendien dat er zich ook op de werf in Ukkel problemen voordeden. Bovendien werd nog in de werffase overgeschakeld naar een alternatieve beschoeiingstechniek voor een gedeelte van de werf. Het idee voor een \u27ontwerpgids\u27 voor diepwanden kwam in me op. Om zoiets tot een goed einde te brengen is het van groot belang een goede kennis op te bouwen over de diepwandtechniek. Ook de praktijkervaring die ik opdeed tijdens mijn stage kan voor nieuwe inzichten zorgen. Na analyse van deze enerzijds theoretische en anderzijds praktische informatiebronnen zal ik trachten een zo objectief mogelijk schema op te stellen, dat een praktische hulp kan zijn voor ingenieur-ontwerpers. In hoofdstuk 1, het theoretische gedeelte, worden diepwanden in het algemeen besproken. Er wordt een synthese gemaakt aan de hand van de reeds beschikbare informatie over de diepwandtechniek. Wat erbij komt kijken, welke technieken gebruikt worden, welke de verschillende alternatieven zijn. Op deze manier zal ik trachten een duidelijk inzicht te krijgen in wat diepwanden zijn, en wat de mogelijkheden en beperkingen van de techniek zijn. * Op de werf van het A-theater in het Nederlandse Middelburg werden palenwanden toegepast, een verkeerde keuze, want door het hoge grondwaterpeil bleek de beschoeiing niet te voldoen, waardoor heel wat gebouwen in de omgeving ernstige schade opliepen door grondverzakkingen

    Vochtproblemen tijdens en na de bouw

    No full text
    VOCHTPROBLEMEN TIJDENS EN NA DE BOUW Door: Sébastien de Bonhome Promotoren: Architect Ismael Gielen Xios Hogeschool Diepenbeek Ingenieur Jochen Willen Houben Bouw & Interieur In ons klimaat is vocht één van de groots te overwinnen problemen. Er is niets erger dan vochtproblemen zowel tijdens, als na de bouw. Deze bachelor proef is een wegwijzer naar goede uitvoering om vochtproblemen te vermijden. In welke vormen kan vocht voorkomen? Hoe verplaatst vocht zich? Wat zijn de oorzaken van vocht? Bouwvocht, doorslagendvocht, opstijgend vocht en condensatie worden grondig beschreven en besproken. De beste manier om vochtproblemen te vermijden is preventie. Een goede kennis in combinatie met een goede uitvoering zal er voor zorgen dat u levenslang rustig zult kunnen slapen. De theorie wordt hier aan de hand van uitvoeringdetails beschreven. Als deze worden uitgevoerd zoals hier beschreven moogt u de vochtproblemen vergeten. U hoeft nu nog alleen maar een serieuze aannemer te vinden. Jammer genoeg bestaat de perfecte uitvoering niet. Een slechte uitvoering kan leiden tot ernstige vochtproblemen. Maar voor elk probleem bestaat een oplossing. Er bestaan tegenwoordig verschillende bedrijven die oplossingen bieden voor vochtproblemen. Probleemsituaties en oplossingen worden beschreven en besproken. Daarna volgen twee werfproblemen die ik heb bestudeerd op de werf in het psychiatrisch centrum in Rekem. De oorzaak van deze problemen is vocht. De eerste probleemstelling over pvc-bekleding is te wijten aan de te grote hoeveelheid bouwvocht die nog aanwezig was in de wanden. De tweede probleemstelling over schuimbeton is te wijten aan de niet verwachte weercondities. Analyses en oplossingen komen hier aan bod, met de bijhorende kostenberekeningen en planningen. Het is mogelijk te bouwen zonder te wachten op de droogtijd van de materialen. Maar u wacht beter dat de bouw natuurlijk droogt. Er zijn verschillende oplossingen tegen vochtproblemen, maar de kosten kunnen snel oplopen

    Rotatieve lifetester

    No full text
    Door de toenemende internationalisering, stijgt de concurrentie voortdurend. Om te kunnen wedijveren met deze concurrenten moet men de kwaliteit van de producten constant verbeteren. Enkel het verbeteren van kwaliteit is niet voldoende, deze kwaliteit moet ook gegarandeerd worden. Dit kan door het behalen van kwaliteitscertificaten. Daarom moet men ook de producten uitvoerig testen. Eén soort test zijn de lifetesten, waaronder de rotatieve lifetester. Naast kwaliteit is ook veiligheid een belangrijk aspect. De veiligheid van de machines is van groot belang. Hoe veiliger de machine, hoe minder werkongevallen. Binnen heel Tenneco is veiligheid van groots belang. De eerste opdracht bestaat erin om een rotatieve lifetester te optimaliseren voor hogere toerentallen, zowel theoretisch als praktisch. Op dit ogenblik wordt de belasting aangelegd met behulp van een veersysteem. Dit systeem is echter niet geschikt voor hogere toerentallen, door de relatief grote optredende massakrachten. Het idee is om de belasting aan te leggen met behulp van een pneumatische cilinder. De tweede opdracht bestaat erin om de rotatieve lifetester te beveiligen. De machine moet volgens de EMSEC-normen ( Engineered Machine Safety & Exposure Control) gemaakt worden. Deze zijn gebaseerd op de ISO 13 849. Daarbij wordt ook een required performance level bepaald. Dit is nodig voor het bepalen van de juiste veiligheden en de juiste types. Hiervoor gebruikt men Sistema: in dit computer programma voegt men alle gebruikte veiligheidscomponenten toe, waarna het totale performance level van de veiligheidsinstallatie wordt weergegeven. Dit performance level moet dan ook hoger of gelijk zijn aan het required performance level. Indien dit niet het geval is zal men een modificatie aan de veiligheidsinstallatie moeten toepassen, zodat men het required performance level wel bereikt
    corecore