54 research outputs found

    The cost-effectiveness of a new disease management model for frail elderly living in homes for the elderly, design of a cluster randomized controlled clinical trial

    Get PDF
    <p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>The objective of this article is to describe the design of a study to evaluate the clinical and economic effects of a Disease Management model on functional health, quality of care and quality of life of persons living in homes for the elderly.</p> <p>Methods</p> <p>This study concerns a cluster randomized controlled clinical trial among five intervention homes and five usual care homes in the North-West of the Netherlands with a total of over 500 residents. All persons who are not terminally ill, are able to be interviewed and sign informed consent are included. For cognitively impaired persons family proxies will be approached to provide outcome information. The Disease Management Model consists of several elements: (1) Trained staff carries out a multidimensional assessment of the patients functional health and care needs with the interRAI Long Term Care Facilities instrument (LTCF). Computerization of the LTCF produces immediate identification of problem areas and thereby guides individualized care planning. (2) The assessment outcomes are discussed in a Multidisciplinary Meeting (MM) with the nurse, primary care physician, nursing home physician and Psychotherapist and if necessary other members of the care team. The MM presents individualized care plans to manage or treat modifiable disabilities and risk factors. (3) Consultation by an nursing home physician and psychotherapist is offered to the frailest residents at risk for nursing home admission (according to the interRAI LTCF). Outcome measures are Quality of Care indicators (LTCF based), Quality Adjusted Life Years (Euroqol), Functional health (SF12, COOP-WONCA), Disability (GARS), Patients care satisfaction (QUOTE), hospital and nursing home days and mortality, health care utilization and costs.</p> <p>Discussion</p> <p>This design is unique because no earlier studies were performed to evaluate the effects and costs of this Disease Management Model for disabled persons in homes for the elderly on functional health and quality of care.</p> <p>Trail registration number</p> <p>ISRCTN11076857</p

    Berekeningen van de ziektelast in Nederland. Achtergronddocument bij VTV-1997 deel III, hoofdstuk 7

    No full text
    Dit rapport bestaat uit twee delen. Deel A is een vrijwel integrale weergave van de tekst van hoofdstuk 7 uit VTV-1997 III: Gezondheid en levensverwachting gewogen. In dit hoofdstuk is een schatting gemaakt van de ziektelast in Nederland voor de in VTV-1997 geselecteerde aandoeningen , op basis van elders berekende wegingsfactoren voor ziekte en de gegevens over prevalentie, incidentie en verloren levensjaren die voor VTV-1997 verzameld zijn. De ziektelast wordt uitgedrukt in DALY's (Disability-Adjusted Life Years), die een optelling zijn van ziektejaar-equivalenten en verloren levensjaren. De ziektejaar-equivalenten worden berekend als de prevalentie maal een wegingsfactor voor de ernst van de aandoening. Een opvallend resultaat was dat de hart- en vaatziekten en kankers verantwoordelijk waren voor het grootste deel van de verloren levensjaren, terwijl de psychische aandoeningen en de lichamelijke chronische aandoeningen juist het grootste deel van de ziektejaarequivalenten voor hun rekening namen. In de beschouwing worden de belangrijkste onzekerheden en problemen van deze benadering besproken. Deel B bevat de berekeningen van de ziektejaar-equivalenten en DALY's per aandoening, gerangschikt naar ICD-hoofdgroep.<br

    Effecten van beleidsmaatregelen buiten het volksgezondheidsdomein op de gezondheid. Een verkennende studie

    No full text
    Alleen digitaal verschenen<br

    Europa en het Public Health-beleid, met speciale aandacht voor infectieziekten

    No full text
    Gezien de groeiende internationale orientatie van het RIVM, is het belangrijk achtergrondinformatie te hebben over de totstandkoming van Europees volksgezondheids-beleid. Dit rapport beoogt een overzicht te geven van dit beleid, met speciale aandacht voor infectieziekten. In het eerste deel ligt de nadruk op de algemene organisatie van de Europese Unie (EU), de besluitvormingsprocedures voor het beleid en het beleid ten aanzien van gezondheidsonderzoek (van de EU). In het tweede deel van dit rapport wordt de aandacht specifiek gericht op infectieziekten. Er wordt een globaal overzicht gegeven over de verschillen in mate en reikwijdte van de wetgeving die tussen de Europese landen bestaan. Tevens wordt in meer detail ingegaan op enkele nationale regels of wetten op het terrein van de (infectie) ziekten. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van internationale samenwerkingsverbanden op het gebied van infectieziekten in Europa. Tenslotte wordt gekeken naar mogelijke bronnen van informatie over Europese infectieziekten, aangezien het essentieel is inzicht te hebben in de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van data om tot aanbevelingen voor internationaal beleid te komen. De belangrijkste conclusies: Het volksgezondheidbeleid van de Europese Unie is nog steeds zeer gefragmenteerd. Hoewel de meeste landen (algemene) wetgeving hebben geformuleerd op het terrein van infectieziekten, bleek het nodig om voor enkele ziekten zoals tuberculose, geslachtsziekten en zeer recent voor AIDS/HIV-infectie afzonderlijke regelgeving te ontwerpen. Recente internationale programma's om infectieziekten te bestrijden richten zich op surveillance van een enkele ziekte of van een groep van gerelateerde ziekten. Zowel op nationaal als internationaal niveau wordt veel aandacht geschonken aan het verzamelen van data. Desondanks zijn data slechts in beperkte mate onderling vergelijkbaar en mede daardoor nog ongeschikt voor uitgebreide internationale vergelijkingen. De recente ontwikkelingen op het gebied van de (her)optredende infectieziekten rechtvaardigen speciale aandacht voor preventie en verspreiding van infectieziekten. Voor het RIVM lijkt het belangrijk zich blijvend verder te profileren in het uitvoeren van verkennend, internationaal vergelijkend, beleidsondersteunend onderzoek. Het is daarvoor belangrijk om via deelname in internationale netwerken een draagvlak voor dergelijke activiteiten te ontwikkelen.<br

    Ontwerprapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

    No full text
    Elke vier jaar rapporteert het RIVM in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) over de huidige toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid in Nederland. De VTV draagt hiermee bij aan het volksgezondheidsbeleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Aan de VTV gaat een ontwerprapport vooraf, waarin staat beschreven welke onderwerpen in de nieuwe editie aan bod komen en hoe ze worden uitgevoerd. Het is een nadere concretisering van het zogeheten definitierapport, dat in 2011 verscheen. De zesde editie van de VTV verschijnt in 2014. Maatschappelijke participatie In de VTV komen standaard de volgende onderdelen aan bod: gezondheid, ziekte, determinanten, preventie, zorg, gezondheidsverschillen en regionale en internationale vergelijkingen. In de VTV-2014 wordt bovendien extra aandacht besteed aan 'maatschappelijke participatie'. Het gaat daarbij om deelname aan de arbeidsmarkt en vrijwilligerswerk, aan scholing en aan informele zorg. Maatschappelijke participatie is niet alleen van belang voor het welbevinden en de zelfredzaamheid van gezonde mensen, maar ook voor mensen met een ziekte. Als zij langer kunnen blijven werken, is dat ook in economische zin van belang. Al deze gegevens worden vervolgens benut voor de toekomstverkenningen. Hierin wordt de toekomst verkend door cijfermatige trends en verhalende scenario's te combineren. Communicatie Behalve in de vorm van boeken zullen de resultaten van de VTV-2014 via uiteenlopende middelen worden verspreid, zoals artikelen en websites. Vooruitlopend op het samenvattend rapport verschijnen in 2013 vier verdiepende themarapporten. De thema's daarvan zijn: gezondheid en maatschappelijke participatie, preventie in de zorg, maatschappelijke kosten en baten van gezondheid, en de rol van de burger. Dat laatste thema betreft de verantwoordelijkheid van de burger voor de eigen gezondheid, de participatie bij lokaal beleid en de positie van de patiënt in de zorg

    Climate change impact assessment on urban rainfall extremes and urban drainage: methodologies en difficulties

    No full text
    Cities became since last decades more vulnerable to flooding because urban drainage infrastructure has been built at large scale, but also due to climate change. The number of quantitative assessment studies of the impact of climate change on urban drainage remains, however, rather limited. This is partly because of the particular difficulties when dealing with this type of impact. First problem is that the results of climate models need be downscaled to very small space and time resolutions (e.g. catchments of few kilometers, time scales as low as 5 minutes). The impact results consequently are highly uncertain, a problem that becomes more challenging since the properties of extremes do not automatically reflect those of average precipitation. This paper gives a state-of-the-art overview of the methodologies and results of climate change impact assessment on urban rainfall extremes and on urban hydrology and hydraulics. The several difficulties and uncertainty sources are being discussed, as well as the challenges in dealing with the urban hydrological climate change impact assessment and responses.status: publishe

    Coronaire stents: historische ontwikkelingen en toekomstverwachtingen

    No full text
    Beschreven wordt de medisch-technologische ontwikkelingen, toekomstige mogelijkheden en kosten van coronaire stents voor de behandeling van hart- en vaatziekten, die doodsoorzaak nummer een zijn in Nederland. De toepassing van deze medische hulpmiddelen heeft een grote impact op de interventiecardiologie. De recente ontwikkelingen hebben met name betrekking op technologische verbeteringen en verfijningen van coronaire stents en het plaatsingssysteem. Hernieuwde vernauwing van de arterie en de vorming van bloedstolsels vormen de belangrijkste complicaties na stentimplantatie in een coronaire arterie. De medische ontwikkelingen hebben betrekking op diverse aanvullende therapieen c.q. innovatieve technologieen die ontwikkeld worden om de hiervoor genoemde complicaties te behandelen en de diagnostiek te verbeteren. Op korte termijn zullen stents die geneesmiddelen afgeven, de zogenaamde drug eluting stent, de conventionele stents vervangen waardoor een hernieuwde vernauwing van het bloedvat aanzienlijk vermindert. Stentcoatings en orale geneesmiddelen vervullen inmiddels een prominente rol om de vorming van bloedstolsels te reduceren. Het aantal mensen met hart- en vaatziekten in Nederland zal toenemen van 168.100 in 2000 tot 239.900 in 2020. Schattingen van de toekomstige kosten van stentimplantatie geven aan dat de kosten tot 2020 met circa 40% zullen stijgen. Deze schatting dient met de nodige voorzichtigheid te worden betracht, omdat voor de berekening expliciete aannamen zijn gemaakt. Deze literatuurstudie werd uitgevoerd door het RIVM en aangevuld met interviews voor de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002 om een bijdrage te leveren aan de informatiebehoefte van de beleidsontwikkeling van het Ministerie van VWS.<br

    A healthy judgement? Health and Health care in the Netherlands in international perspective

    No full text
    English summary of RIVM report 271558001 to 271558004&lt;br&gt

    Definitierapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

    No full text
    Elke vier jaar verschijnt de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) waarin het RIVM rapporteert over de huidige toestand en toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. De VTV draagt hiermee bij aan het volksgezondheidsbeleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit zogeheten definitierapport bevat de hoofdlijnen van de zesde editie, die in 2014 verschijnt. Elke VTV beschrijft de laatste ontwikkelingen op het gebied van gezondheid, ziekte, determinanten, preventie, zorg, gezondheidsverschillen en regionale en internationale vergelijkingen. Recente ontwikkelingen in beleid, wetenschap en praktijk van de volksgezondheid zijn van invloed op de manier waarop deze vervolgens worden uitgewerkt. Zo zal de komende editie aandacht besteden aan gevolgen van ziekten in termen van zelfredzaamheid, functioneren en maatschappelijke participatie. Ook krijgt de veranderende rol van burgers en patiënten een plaats in de VTV-2014. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de invloed van de omgeving op gezond gedrag en gezondheid, preventie in de zorg, technologische innovaties en de verschuiving van taken, voornamelijk van de nationale naar de regionale overheid. Uitgaande van recente ontwikkelingen in de uitvoering van toekomstverkenningen, zal de VTV in dit proces diverse stakeholders betrekken. Begin 2012 verschijnt het ontwerp van de VTV, waarin de definitieve onderwerpen worden bepaald en uitgewerkt. Drie commissies adviseren het VTV-team over de aansluiting bij het beleid, de wetenschappelijke kwaliteit en de afstemming binnen het RIVM. Behalve het samenvattend rapport en de websites zullen de komende jaren artikelen en rapporten verschijnen die deel uitmaken van de VTV-2014

    Van goed naar beter : Gebruikersevaluatie van de VTV-2010

    No full text
    De VTV-2010 geeft een overzicht van huidige en toekomstige ontwikkelingen in de volksgezondheid in Nederland en factoren die hierop van invloed zijn. Beleidsmakers, onderzoekers en professionals in preventie en zorg maken intensief gebruik van deze informatie, bijvoorbeeld als naslagwerk of om hiaten in wetenschappelijke kennis en informatie op te sporen. De helft van de gebruikers gebruikt de VTV-2010 ook voor beleidsdoeleinden, in het bijzonder voor beleidsvoorbereiding en beleidsontwikkeling. Hiervoor gebruiken zij niet alleen informatie uit de VTV-rapporten, maar ook van de VTV-websites zoals het Nationaal Kompas Volksgezondheid en de Nationale Atlas Volksgezondheid. Gebruikers geven de VTV-2010 een 8- als rapportcijfer. Zij zijn vooral te spreken over de leesbaarheid en het brede overzicht van de gezondheidstoestand in Nederland die de VTV-2010 overzichtelijk in deelrapporten en websites presenteert. Bovendien zien zij deze informatie als betrouwbaar en gezaghebbend. Het gebruiksgemak van deze informatie zou nog groter zijn als de rapporten nauwer aansluiten op de websites en als de vindbaarheid van informatie op de websites verbetert. Een andere aanbeveling van gebruikers betreft de impact op het beleid. Door de kernboodschappen voldoende helder te formuleren, de volksgezondheidsproblemen met meer urgentie te presenteren en de beleidsaanbevelingen concreter neer te zetten, kan de VTV volgens gebruikers meer richting geven aan beleid. Deze resultaten zijn afkomstig van de gebruikersevaluatie van de VTV-2010 'Van gezond naar beter'. Het doel van deze evaluatie is inzicht krijgen in de bruikbaarheid van de VTV, om deze in volgende edities te vergroten. De evaluatie is uitgevoerd bij gebruikers van de VTV, zoals beleidsmedewerkers bij het ministerie van VWS, onderzoekers en GGD-medewerkers. Deze gebruikers hebben een digitale vragenlijst gekregen (19% respons); een deel van de gebruikers is mondeling geïnterviewd (100% respons)
    • …
    corecore