23 research outputs found

    Antimicrobial resistance of Shigellae isolated in the Netherlands in 1988

    No full text
    In het kader van de surveillance van antibiotica resistentie bij Shigellae werd van de isolaten die in 1988 voor typering naar het RIVM werden gezonden, kwantitatief de gevoeligheid bepaald voor amoxicilline chlooramfenicol, tetracycline, sulfamethoxazol, trimethoprim, gentamicine, kanamycine, streptomycine, nalidixinezuur, norfloxacine, cefotaxim en furzolidon. Er werden 644 stammen onderzocht, voornamelijk S.flexneri en S.sonnei. Zeer hoge resistentiepercentages (50 a 70%) werden gevonden voor tetracycline, streptomycine en sulfamethoxazol. Het percentage isolaten, dat zowel resistent is tegen sulfonamiden als trimethoprim, en dus tegen cotrimoxazol, bedroeg evenals in 1986 en 1987 ruim 30%. Voorts is ongeveer de helft van de isolaten van S.flexerni resistent tegen amoxicilline (ampicilline) en chlooramfenicol. Resistentie tegen nalidixinezuur en norfloxacine werd niet gevonden.GH

    Antibiotic-resistance among Shigellae isolated in the Netherlands during 1987

    No full text
    In het kader van de surveillance van antibiotica resistentie bij Shigellae werd van de isolaten die in 1987 voor typering naar het RIVM werden gezonden, kwantitatief de gevoeligheid bepaald voor amoxicilline chlooramfenicol, tetracycline, sulfamethoxazol, trimetroprim, gentamicine, kanamycine, streptomycine, nalidixinezuur, norfloxacine, cefotaxim en furazolidon. Er werden 504 stammen onderzocht, voornamelijk S.flexneri (48%) en S.sonnei (46%). Zeer hoge resistentiepercentages (50 a 60%) werden gevonden voor tetracycline, streptomycine en sulfamethoxazol. Het percentage isolaten, dat zowel resistent is tegen sulfonamiden als trimethoprim, en dus tegen cotrimoxazol, bedroeg evenals in 1986 30 a 40%. Voorts is ongeveer de helft van de isolaten van S.flexneri resistent tegen amoxicilline (ampicilline) en chlooramfenicol. Resistentie tegen nalidixinezuur en norfloxacine werd (nog) niet gevonden.GH

    Antibiotic resistance among Shigella strains isolated in the Netherlands during 1989

    No full text
    In the scope of the surveillance of antimicrobial resistance of Shigellae isolated in 1989 and forwarded to the National Institute of Public Health and Environmental Protection for typing, the sensitivity was assessed for the following antimicrobial agents: amoxicillin, chloramphenicol, tetracycline, sulfamethoxazole, trimethoprim, gentamicin, kanamycin, streptomycin, nalidixic acid, norfloxacin, cefotaxime and furazolidone. 597 isolates, predominantly S.flexneri and S.sonnei, were investigated. A very high resistance incidence (50 to 70%) was found for tetracycline, streptomycin and sulfamethoxazole. As in 1986 to 1988 approximately 30% of the isolates were resistant to sulfanomides and trimethoprim and thus to cotrimoxazole. Moreover, approximately 50% of the S.flexneri isolates was resistant to amoxicillin (ampicillin) and chloramphenicol. Nalidixic acid or/and norfloxacin resistant resistant strains were not found.GH

    Antibiotic resistance of Shigellae isolated in the Netherlands in 1984, 1985 and 1986

    No full text
    In het kader van de surveillance van antibiotica-resistentie bij Shigellae werd van isolaten, die in 1984, 1985 en 1986 voor typering naar het RIVM werden gezonden, kwantitatief de gevoeligheid bepaald voor amoxixilline, chlooramfenicol, tetracycline, sulfamethoxazol, trimethoprim, gentamicine, kanamycine, nalidixinezuur, norfloxacine, cefotaxim en furazolidon. In totaal werden 1567 stammen onderzocht, het merendeel (ca. 90%) behorend tot de species S.flexneri en S.sonnei. Zeer hoge resistentie percentages (30 a 60%) werden bij deze species gevonden voor tetracycline, streptomycine en sulfamethoxazol. Bij S. flexneri bovendien voor amoxicilline (ampicilline) en chlooramfenicol. Resistentie tegen trimethoprim - en derhalve ook tegen co-trimoxazol - nam toe van ca. 10% in 1984 tot ca. 30% in 1986. Deze bevindingen impliceren dat de gebruikelijke middelen bij de therapie van shigellose (ampicilline en co-trimoxazol) veelal niet meer bruikbaar zullen zijn. Goede alternatieven zijn nalidixinezuur en de hiermee verwante fluoroquinolonen (norfloxacine, ciprofloxacine, e.a.). Resistentie tegen deze middelen is tot nu toe vrijwel niet waargenomen.GH

    Investigation on the incidence and transferability of carbadox, olaquindox and cyadox resistance of E.coli in pig faeces before and during the administration of food containing these substances

    No full text
    In samenwerking met het Centraal Diergeneeskundig Instituut in Lelystad (CDI) werd in varkensfaeces gedurende 8 weken de E.coli fractie, die ongevoelig is voor chinoxaline-1,4-di-N-oxyden (carbabox, olaquindox en cyadox) bepaald. De eerste twee weken kregen de dieren voedsel zonder deze stoffen, daarna werden deze stoffen aan het voedsel toegevoegd. De conclusies zijn: 1. Van de aanvang af waren er carbadox, olaquindox of cyadox resistente bacterien in de faeces aanwezig. 2. Het percentage ongevoelige kolonievormende eenheden (KVE) van E.coli varieerde van 0,001 tot 100% van de totaal aanwezige E.coli KVE. Een duidelijke samenhang tussen toediening en ongevoeligheid werd niet gevonden. 3. De meeste carbadox-resistente bacterien waren ook resistent voor ampicilline, amoxycilline, tetracycline en streptomycine. Carbadox-resistentie bleek veelal overdraagbaar op een 22 Md plasmide te zijn gelocaliseerd, waarbij ook andere antibiotica-resistenties konden worden overgedragen.VH

    Surveillance of methicillin resistant Staphylococcus aureus in the Netherlands in 1990

    No full text
    Follow-up studies on the prevalence of methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) in Dutch hospitals were continued in 1990. The number of MRSA-isolates in 1990 compared to 1989 is approximately the same. Phage-type pattern and antibiogram were determined for 168 MRSA-isolates from 42 hospitals. Based on epidemiological knowledge the MRSA-strains of 1989 and 1990 can be subdivided into three groups. Six MRSA phage-types were found in more than one hospital (epidemic types) and five MRSA phage-types were found more than once in one hospital (endemic types). Other MRSA-strains have not spread in Dutch hospitals (sporadic types). The antibiograms of the most prevalent phage-types in 1990 are given in this paper. The origin of all new MRSA phage-types in 1990 has been assessed. In many cases a preceding admission to a foreign hospital or a Dutch nursinghome was observed before the introduction of the "new" MRSA-strain. The percentage of new MRSA-strains in Dutch hospitals is relatively low compared to the percentages in foreign hospitals. There is no data on the prevalence of multiresistant microorganisms (e.g. MRSA) in Dutch nursinghomes. Thorough patient registration, good inter-doctor communication and proper hygiene are all important factors in limitating hospital epidemics caused by MRSA-strains.RIVMGH

    Surveillance of methicillin-resistant Staphylococcus aureus in the Netherlands in 1991

    No full text
    The surveillance of methicillin-resistant Staphylococcus aureaus (MRSA) in Dutch hospitals was continued in 1991. In this year 211 MRSA-isolates were received from fifty-three hospitals. Phage-pattern and antibiogram were determined for all MRSA-isolates. Sixty-six different phage-types were found. Of these, eleven phage-types were isolated in two or more hospitals. Five MRSA phage-types have been isolated in 1989 as well as in 1990 and 1991. For approximately 60% of the MRSA phage-types the origin was reported in 1991. Nearly half of them were introduced from foreign hospitals. Some MRSA phage-types originate from several countries. MRSA-isolates are usually multi-resistant. Resistance percentages in 1991 are more or less similar to those in 1989 and 1990. Although, still infrequent the occurrence of fusidic acid resistant strains should be notified. Decreased susceptibility to mupirocin was incidentally found.GH

    Preliminary investigation on the occurrence of carbadox resistance among E.coli bacteria isolated from pigfaeces on a pigfarm

    No full text
    In samenwerking met het Centraal Diergeneeskundig Instituut in Lelystad (CDI) werd in varkensfaeces afkomstig van een grote varkensfokkerij nagegaan of in diverse fasen van het opfokken carbadox-resistente Escherichia coli bacterien voorkwamen. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: 1. Er werden in alle opfokfasen carbadox-resistente E.coli bacterien gevonden. 2. Deze carbadox-resistente bacterien waren veelal ook resistent tegen ampicilline, tetracycline, streptomycine, sulfonamiden en incidenteel ook tegen trimethoprim en chlooramfenicol. 3. Binnen een opfokfase werden grote verschillen in het percentage carbadox-resistente bacterien gevonden. Ook voor de andere antimicrobiele stoffen was dit het geval. 4. Onderzoek naar de indicatie van carbadox-resistente Gramnegatieve bacterien in de humane darmflora is nodig om de mogelijke gevolgen van het voorkomen van carbadox ongevoelige E.coli stammen bij varkens voor de volksgezondheid in te schatten.VH

    Europeanization in History: An Introduction

    No full text

    Surveillance of methicillin resistant Staphylococcus aureus in the Netherlands in 1992 to 1994

    No full text
    De surveillance van meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Nederlandse ziekenhuizen is gestart in 1989. Gedurende de nu 6 jaar lopende studie zijn geen duidelijke verschuivingen in de aantallen MRSA waargenomen (ca. 200/jaar). De incidentie van MRSA bleef laag (The surveillance study of methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) in Dutch hospitals was started in 1989. During the 6 years period no clear changes in numbers of MRSA were observed (mean 200/year). The incidence of MRSA in Dutch hospitals is still low (IG
    corecore