119 research outputs found

    Prediction of nitrogen and phosphorus leaching to groundwater and surface waters; process descriptions of the animo4.0 model

    Get PDF
    The fertilization reduction policy intended to pursue environmental objects and regional water management strategies to meet Water Framework Directive objectives justify a thorough evaluation of the effectiveness of measures and reconnaissance of adverse impacts. The model aims at the evaluation and prediction of nutrient leaching to groundwater and surface water systems under the influence of fertilization, land use and land management, water management and soil properties. Since the release of animo version 3.5 some new model formulations have been implemented regarding the influence of soil moisture content on mineralization and denitrification. Also the input of daily nutrient uptake rates as simulation results of external crop models is facilitated. A concise description is presented of the process descriptions as have been implemented in version 4.0 of the animo mode

    Uitwerking kennisvragen pilot de Sloot in het kader van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

    Get PDF
    Naar aanleiding van een tweetal zogenaamde huiskamerbijeenkomsten met grondgebruikers in het pilotgebied de Sloot zijn een aantal kennisvragen geformuleerd. Deze kennisvragen zijn via LTO aangeboden aan Alterra. Het pilotgebied de Sloot is een hydrologisch goed afgebakend stroomgebied van ruim 400 ha en ligt ten oosten van Meijel. Het gebied wordt gekenmerkt door een diversiteit aan flankerende gronden en bedrijven en het behoort tot de bovenloop van de Roggelsebeek

    Uit de mest- en mineralenprogramma's : Sturen op Nitraat; Regionale nitraat monitoring

    Get PDF
    Voor regionale monitoring van de nitraatconcentratie van het bovenste grondwater is door het project Sturen op Nitraat voor zand- en lössgronden een monitoringconcept ontwikkeld dat gebruik maakt van een indicator voor de schatting van de nitraatconcentratie. Gebruik van een indicator boven directe meting is ingegeven door gebruikersgemak en kostenbesef. In dit informatieblad worden de mogelijkheden van dit regionale monitoringsconcept nader belich

    Regionaal nitraatmonitoringsconcept RENIM; ontwikkeling en toetsing van een eenvoudige methodiek voor het monitoren van de uitspoeling van nitraat naar het grondwater in zand- en lössgebieden

    Get PDF
    Het regionaal nitraatmonitoringsconcept RENIM is een methodiek waarbij met behulp van (afgeleide) indicatoren een schatting van het nitraatgehalte in het grondwater op regionale schaal gemaakt kan worden. In deze studie is verkend in hoeverre de indicator N-mineraal in het najaar geschikt is voor het voorspellen van regionale nitraatuitspoeling. Voor twee zandgebieden (¿t Klooster en Sint Anthonis) en een lössgebied (Mergelland) zijn de resultaten van het regionaal nitraatmonitoringsconcept vergeleken met de gemeten nitraatconcentraties. Uit deze toetsing volgt dat het regionaal nitraatmonitoringsconcept gemiddeld een onderschatting van ca. 15% oplevert. Uit de betrouwbaarheidsanalyse is gebleken dat de berekeningen en metingen niet significant van elkaar afwijken

    Effectiviteit van het "Alternatieve Spoor" in de Noordelijke Friese Wouden

    Get PDF
    Bij een deel van de melkveehouderijbedrijven in de Noordelijke Friese Wouden (NFW) leeft de wens om mest bovengronds te mogen uitrijden. Een aantal bedrijven volgt daartoe een zogeheten alternatief spoor. Deze strategie bestaat uit een combinatie van maatregelen als een verlaging van de kunstmestgift en het voeren van een eiwitarm en structuurrijk rantsoen. De hoofdvraag binnen dit onderzoek is of toepassing van het alternatieve spoor, inclusief het bovengronds aanwenden van mest, een even lage ammoniakemissie oplevert in vergelijking met bedrijven die dit spoor niet volgen en mest emissiearm aanwenden

    Regionale nitraatmonitoring als basis voor goed grondwater

    Get PDF
    In 2000 startten diverse onderzoeksinstellingen het project 'Sturen op Nitraat', waarin gezocht werd naar eenvoudig af te leiden indicatoren voor het monitoren van nitraatgehalten in het grondwater. Reden om hiernaar te zoeken was onder andere de zorg over de haalbaarheid van de milieukwaliteitsdoelstellingen voor oppervlakte- en grondwater die konden worden afgeleid uit de Nitraatrichtlijn. Aangescherpte MINAS-normen en het stelsel van mestafzetovereenkomsten leken met name voor de droge zandgronden niet ver genoeg te gaan. Een regionale aanpak met monitoring zou daarvoor een oplossing moeten bieden. Intussen is het einde van MINAS en mestafzetovereenkomsten in zicht. Maar met de komst van een nieuwe mestwetgeving is een regionale aanpak nog net zo actuee

    Hydrologische systeemanalyse "De Hilver": Effecten van ingrepen op de uitspoeling van stikstof en fosfor

    Get PDF
    Doel van landinrichtingsplan De Hilver is om in de beekdalen binnen de EHS een verhoging van de grondwaterstanden te realiseren met behoud of versterking van de kwelsituatie en om buiten de EHS zo mogelijk een landbouwkundig optimale situatie te creëren. De gevolgen van het plan op de uitspoeling van nutrienten naar grond- en oppervlaktewater wordt beschreven voor twee deelgebieden met grote ecologiesche potenties. Daarbij wordt het effect van het mestbeleid 1995 als gegeven beschouwd. Door het landinrichtingsplan wordt de concentratie nitraat in het bovenste grondwater in de EHS sterk gereduceerd. Ook de concentratie totaal-stikstof in de afvoer van bodemwater naar het oppervlaktewater neemt in de EHS af. De concentratie totaal-fosfor in het naar het oppervlaktewater afgevoerde bodemwater neemt daarentegen in de EHS sterk toe

    Systeemverkenning Drentse Aa

    Get PDF
    Voor het project ¿Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders¿ is in 2003 gestart met een systeemverkenning van het stroomgebied de Drentse Aa. Daarbij zijn van dit systeem beschikbare gegevens, relevante processen en het functioneren geïnventariseerd. Het stroomgebied van het beekstelsel de Drentse Aa is een onder natuurlijk verval afwaterend gebied, met een continu watervoerend stelsel, en behoort tot een gebied met één van de laagste nutriëntenconcentraties in Nederland. Uit de systeemverkenning kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - Regionale transportprocessen (kwel) zijn relevant in het stroomgebied. De kwel vormt de zogenaamde langzame component van de waterafvoer van de beek. Het is daarom van belang om het diepe grondwater (regionaal grondwatersysteem) in het modelsysteem te betrekken. - Als (belangrijkste) bronnen van nutriëntenbelasting van het grond- en oppervlaktewatersysteem kunnen de posten atmosferische depositie, kwel en landbouw worden onderscheiden. Over zowel de bijdrage van de nutriëntenbelasting vanuit kwel als de belasting vanuit landbouw was ten tijde van de systeemverkenning geen informatie aanwezig om deze bronnen getalsmatig te benoemen. - Door het ontbreken van informatie over de bronnen kwel en landbouw is het niet mogelijk een relatie aan te kunnen tonen tussen gemeten nutriëntenconcentraties in het oppervlaktewater en (veranderingen van) de verschillende bronnen van nutriënten in het stroomgebied. Hierdoor is het niet mogelijk om aan te tonen of met het bestaande meetnet van het stroomgebied de effecten van het mestbeleid zichtbaar gemaakt kunnen worden. - Om het mestbeleid te kunnen evalueren is het noodzakelijk een andere manier van monitoren (meten én modelleren) te introduceren. Hierbij kan de bijdrage van iedere bron, welke binnen een gebied zijn gedefinieerd, worden geanalyseer

    Integrale rapportage bodem- en grondwaterkwaliteit Drenthe

    Get PDF
    Dit rapport presenteert een integrale rapportage van toestanden en trends van de Drentse bodem- en grondwaterkwaliteit, waarbij gebruik gemaakt is van de meetgegevens van vier grootschalige Drentse meetnetten. Voor elke beschouwde parameter van de bodem- en / of grondwaterkwaliteit is de toestand op verschillende wijzen weergegeven en beschreven. Tevens is voor elke beschouwde parameter een statistische trendanalyse uitgevoerd om objectief vast te kunnen stellen of er sprake is van een trend
    corecore