26 research outputs found

    Pilotstudie naar het terreingebruik door Smienten in relatie tot de ligging van slaapplaatsen : onderzoek naar methoden waaronder telemetrie, in nationaal landschap Laag Holland en geplaatst in perspectief van aantalontwikkeling, verspreiding en foerageergedrag

    Get PDF
    Om te bepalen welke gebieden in Noord-Holland in aanmerking komen voor de opvang van overwinterende Smienten is aanvullende kennis omtrent het ruimtegebruik benodigd. Essentieel hierbij is de vraag wat het foerageergedrag van de Smienten is en wat hun (nachtelijke) actieradius bedraagt. Hiervoor is onderzoek verricht naar, enerzijds de verspreiding en aantalsontwikkeling van Smienten in het Nationaal Landschap Laag-Holland. Anderzijds is onderzoek gedaan naar de actieradius van gezenderde Smienten in Polder de Zeevan

    Onderzoek naar ganzentrek en het voorkomen van vogelgriep

    Get PDF
    Het langlopende ganzenvang- en merkprogramma dat Alterra in nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ganzenvangers al sinds 1954 uitvoert, is als monitoringsprogramma ingezet bij de analyse en interpretatie van de acute vraag of ganzen vogelgriep kunnen overbrengen over grote afstanden. Dankzij een internationaal netwerk van vrijwillige vogelwaarnemers, die hun waarnemingen van gemerkte ganzen via een speciale website kunnen doorgeven, wordt belangrijke informatie verkregen over de trekroutes van wilde ganzen. Tevens levert dit programma belangrijke gegevens over de jaarlijkse overlevingskans van ganzen en in hoeverre die door jacht wordt beïnvloed. Met deze informatie kunnen populatiemodellen getoetst en verbeterd worden, die voor het beheer van de sterk in aantal toegenomen ganzenpopulaties van belang zijn

    Data from: Towards a new understanding of migration timing: slower spring than autumn migration in geese reflects different decision rules for stopover use and departure

    No full text
    According to migration theory and several empirical studies, long-distance migrants are more time-limited during spring migration and should therefore migrate faster in spring than in autumn. Competition for the best breeding sites is supposed to be the main driver, but timing of migration is often also influenced by environmental factors such as food availability and wind conditions. Using GPS tags, we tracked 65 greater white-fronted geese Anser albifrons migrating between western Europe and the Russian Arctic during spring and autumn migration over six different years. Contrary to theory, our birds took considerably longer for spring migration (83 days) than autumn migration (42 days). This difference in duration was mainly determined by time spent at stopovers. Timing and space use during migration suggest that the birds were using different strategies in the two seasons: In spring they spread out in a wide front to acquire extra energy stores in many successive stopover sites (to fuel capital breeding), which is in accordance with previous results that white-fronted geese follow the green wave of spring growth. In autumn they filled up their stores close to the breeding grounds and waited for supportive wind conditions to quickly move to their wintering grounds. Selection for supportive winds was stronger in autumn, when general wind conditions were less favourable than in spring, leading to similar flight speeds in the two seasons. In combination with less stopover time in autumn this led to faster autumn than spring migration. White-fronted geese thus differ from theory that spring migration is faster than autumn migration. We expect our findings of different decision rules between the two migratory seasons to apply more generally, in particular in large birds in which capital breeding is common, and in birds that meet other environmental conditions along their migration route in autumn than in spring

    Is de hamster gebaat bij bejaging van de vos?

    No full text
    Om de kans op een succesvolle herintroductie van de Hamster zo groot mogelijk te maken, zijn de afgelopen jaren naast het aangepaste beheer ook andere beschermingsmaatregelen genomen, waaronder het afschieten van vossen. Het afschieten van vossen is controversieel. Voor tegenstanders van afschot speelt predatie door vossen slechts een marginale rol en is afschot van vossen dus niet nodig. Voorstanders van afschot menen dat de invloed van de vos op prooipopulaties dermate hoog is, dat afschot noodzakelijk is of kan bijdragen aan het beschermen van een bedreigde prooisoor
    corecore