38 research outputs found

    A regional geohydrological modelstudy in the regio Brabantsewal in the province of Noord-Brabant

    No full text
    Het betreft een deelstudie binnen het regionaal hydrologisch onderzoek in west Noord-Brabant. Het beschouwde deel van de provincie Noord-Brabant is globaal de Brabantsewal. De beoogde doelstellingen van het in deze rapportage beschreven onderzoek zijn: a. inzicht verkrijgen in de geohydrologische opbouw van het studiegebied ; b. inzicht verkrijgen in het hydrologisch systeem van het studiegebied ; c. aangegeven van de kwantitatieve effecten van enkele ingrepen in het hydrologisch systeem ; i.h.b. veranderingen in de omvang van grondwaterwinning. De op ad. a en b gerichte activiteiten hebben geresulteerd in een simulatiemodel voor stationaire grondwaterstroming. Door uitvoering van een gevoeligheidsanalyse op de modelparameters werd tevens inzicht verkregen in de parameters waaraan de meeste aandacht zou moeten worden besteed. Met behulp van het model zijn diverse berekeningen uitgevoerd voor scenario's van omvang van grondwaterwinning. Een van de beschouwde scenario's betreft de in het tweede Tienjarenplan van de VEWIN voorgestane grondwaterwinning. Voor de beschouwde scenario's zijn waterbalansen gegeven.Abstract not availableDGM/DWB Polman G

    [Basis report of groundwater abstraction and purification in public and industrial water supply.]

    No full text
    Abstract niet beschikbaarIn 1990 it was decided to prepare a new "Policy Plan on Drinking- and Industrial Water Supply" to replace the sectoral planning and formulated policy in the "Second Structural Policy Plan for Drinking- and Industrial Water Supplies" (1984). During the preparation of this Plan, several alternatives were developed for meeting future water needs. One alternative comprises a combination of production modules. These alternatives will be compared by several criteria. The criteria presented in this report, which are in most cases subdivided into sub-criteria are: "public health", "abiotic environment", "nature", "landscape", "land use", "technological feasibility", flexibility", vulnerability", "economy" and "administrative/egal aspects". An important part of the information about groundwater, surface water and infiltrated water related supplies necessary for the application of the weighing method is obtained from three so-called "Base Reports". This last report deals primarily with the groundwater collected for public water supplies, particularly concerning drinking-water propduction. Much information of a highly variable quality is used. In this report, the difference between the types of groundwater abstraction (abstraction of unconfined or semiconfined groundwater and riverbank infiltrated water) is given wherever possible.DGM/DW

    The calculation of the intake area around an abstraction in semi confined groundwater with FLOPZN

    No full text
    In het kader van de werkzaamheden van de Technische Commissie Bodembescherming is nagegaan in hoeverre het programma FLOPZN toepasbaar is bij de bepaling van een zogeheten intrekgebied van een grondwaterwinning in een meerlagensysteem met semi-spanningswater. Gezien het uitgangspunt van een homogene opbouw van de bodem in horizontale richting lijkt het in vele gevallen niet verantwoord FLOPZN toe te passen, omdat het intrekgebied meestal zeer groot zal zijn. Er is een gevoeligheidsanalyse toegepast voor de waarden van de bodemparameters, het debiet en de natuurlijke grondwaterstroming, alsmede de dikte van het winningspakket. Laatstgenoemde blijkt doorslaggevend te zijn voor de verdeling van de reistijden van waterdeeltjes.Abstract not availableDGM/DWB Technische Commissie Bodembeschermin

    Sampling and analysis for pesticides in groundwater below agricultural land ; geohydrological study of two potential locations

    No full text
    Het vooronderzoek m.b.t. de locatiekeuze voor een verdere studie in het kader van het onderzoek naar het gedrag van bestrijdingsmiddelen in de bodem onder landbouwgronden omvat o.a. een beschouwing van de hydrologische situatie ter plaatse en in de naaste omgeving. Voor een tweetal locaties, te weten nabij de plaatsen Roswinkel en Bergeyk, wordt in deze rapporage verslag gedaan van de uitgevoerde activiteiten en het daardoor verkregen inzicht in de hydrologische kenmerken. Tevens zijn indicatieve berekeningen uitgevoerd om enig inzicht te verkrijgen in verblijftijden en stroombanen van het grondwater in de omgeving van de in de volgende fase van het project "Veldonderzoek bestrijdingsmiddelen" te beschouwen putten. Dit inzicht is nodig bij de interpretatie van de toekomstige grondwateranalyses.Abstract not availableDGM/S

    Calculate traveltimezones around four Belgium groundwater abstractions of Public Samatery

    No full text
    Met het computerprogramma FLOPZN zijn voor 4 Belgische grondwaterwinningen t.b.v. de openbare drinkwatervoorziening de zogeheten 60 dagen en 10- en 25-jaars verblijftijdszones berekend. Door toepassing van dit programma wordt rekening gehouden met de verblijftijd in semi-permeabele lagen en met verticale snelheidscomponenten. Bij de beschouwde winplaatsen, te weten Lommel, Meerle, Putte/Kapellen en Wuustwezel zijn de zones aan maaiveld gerelateerd aan de verblijftijden van waterdeeltjes in het watervoerend pakket waarin de winningsmiddelen zijn geplaatst. Op verzoek van de opdrachtgevers werd nagegaan in hoeverre de zones grensoverschrijdend zijn. Bij de winplaatsen Meerle, Putte/Kapellen en Wuustwezel blijken 10- en 25-jaars zones in meer of mindere mate de rijksgrens te overschrijden.Abstract not availableGedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant

    Application of LGMCAD for the calculation of nitrates in abstracted groundwater at pumping stations in Twente and the Achterhoek. Also background document for the National Environmental Outlook 2000-2030

    No full text
    For the 5th National Environmental Outlook 2000-2030 the breakthrough of nitrates is studied in groundwater abstraction wells located in Twente and the Achterhoek. In this report model choices and input data are described and discussed in detail. Model results indicate that at present nitrate concentrations are stable or slightly decreasing. The results also show that in 2030 the nitrate contents in the pumping stations located in the 'Achterhoek' will not exceed the EC drinking standard (50 mg L-1), while in 'Twente' several pumping stations will exceed the EC standard after 2030. Special attention is paid to denitrification. All calculations are performed twice: with and without denitrification. It appears that denitrification leads to concentrations one order of magnitude lower than when denitrification is not taken into account. The groundwater qualitity situation in 2000 is not sufficiently known to be used as an initial condition. Therefore, the year 1950 has been chosen as the start of the simulation period. Errors due to an incorrect estimate of the situation in 1950 are small, when predictions for 2000-2030 are considered. Simulated data for the period before 2000 and measurements collected since 1968 are compared. For the majority of pumping stations the model results appear to be higher than the measured values. This suggests that the predicted nitrate concentrations given for 5th National Environmental Outlook are probably too high. Several possible explanations are given and discussed.In het kader van de 5e Nationale Milieuverkenning 2000-2030 is de nitraatontwikkeling in het ruwwater op de pompstations in de regio's Twente en de Achterhoek bestudeerd. In dit rapport worden de modelkeuzen en invoergegevens beschreven en besproken. De resultaten geven aan dat de nitraatconcentraties op dit moment stabiel zijn of dalen. Tevens blijkt dat in 2030 in het ruwwater van alle in de Achterhoek gelegen winningen de nitraatconcentraties beneden de drinkwaternorm van 50 mg/l liggen , terwijl in Twente op enkele pompstations nitraatconcentraties gaan voorkomen die de drinkwaternorm overschrijden. Special aandacht wordt besteed aan denitrificatie. Alle berekeningen zijn tweemaal uitgevoerd: zowel zonder als met denitrificatie. Het blijkt dat denitrificatie leidt tot concentraties die een orde van grootte lager liggen dan wanneer denitrificatie niet in rekening wordt gebracht. Het jaar 1950 is gekozen als beginpunt voor de berekeningen. Voor de prognoses voor de periode 2000-2030 is de fout die voorkomt uit een niet correcte schatting van de beginsituatie verwaarloosbaar klein.De berekende waarden van v66r 2030 zijn vergeleken met de meetwaarden die vanaf 1968 zijn verzameld. Voor het merendeel van de pompstations blijken de berekende gehaltes hoger te liggen dan de metingen. De voorspelde nitraatgehaltes zijn daarom vermoedelijk te hoog. In het rapport worden hiervoor een aantal verklaringen gegeven en nader besproken

    Groundwater quality modelling of private-winnings ; a case study

    No full text
    Abstract niet beschikbaarA global overview will be given of the water quality of the private-groundwaterwinnings in the Netherlands. Although the overview is far from complete, is becomes apparent that the water quality of most winnings does not satisfy the legally established requirements for drinking water. Especially, the high nitrate concentrations and the low pH-value, due to acidification (and related to this, the concentrations of aluminium) are the cause of the water not satisfying the requirements. Also three-dimensional groundwaterflow and matter transport will be modelled near an abstraction site. Concentration-courses are calculated for nitrate and atrazin, for two types of scenio's. In the first type, no reduction or prohibition measures will be taken. In the second type, these measures will be taken in 1995. It becomes apparent that after 15 years, these measures will have their full effect.DGM/DWB-

    Application of LGMCAD for the calculation of nitrates in abstracted groundwater at pumping stations in Twente and the Achterhoek. Also background document for the National Environmental Outlook 2000-2030

    No full text
    In het kader van de 5e Nationale Milieuverkenning 2000-2030 is de nitraatontwikkeling in het ruwwater op de pompstations in de regio's Twente en de Achterhoek bestudeerd. In dit rapport worden de modelkeuzen en invoergegevens beschreven en besproken. De resultaten geven aan dat de nitraatconcentraties op dit moment stabiel zijn of dalen. Tevens blijkt dat in 2030 in het ruwwater van alle in de Achterhoek gelegen winningen de nitraatconcentraties beneden de drinkwaternorm van 50 mg/l liggen , terwijl in Twente op enkele pompstations nitraatconcentraties gaan voorkomen die de drinkwaternorm overschrijden. Special aandacht wordt besteed aan denitrificatie. Alle berekeningen zijn tweemaal uitgevoerd: zowel zonder als met denitrificatie. Het blijkt dat denitrificatie leidt tot concentraties die een orde van grootte lager liggen dan wanneer denitrificatie niet in rekening wordt gebracht. Het jaar 1950 is gekozen als beginpunt voor de berekeningen. Voor de prognoses voor de periode 2000-2030 is de fout die voorkomt uit een niet correcte schatting van de beginsituatie verwaarloosbaar klein.De berekende waarden van v66r 2030 zijn vergeleken met de meetwaarden die vanaf 1968 zijn verzameld. Voor het merendeel van de pompstations blijken de berekende gehaltes hoger te liggen dan de metingen. De voorspelde nitraatgehaltes zijn daarom vermoedelijk te hoog. In het rapport worden hiervoor een aantal verklaringen gegeven en nader besproken.For the 5th National Environmental Outlook 2000-2030 the breakthrough of nitrates is studied in groundwater abstraction wells located in Twente and the Achterhoek. In this report model choices and input data are described and discussed in detail. Model results indicate that at present nitrate concentrations are stable or slightly decreasing. The results also show that in 2030 the nitrate contents in the pumping stations located in the 'Achterhoek' will not exceed the EC drinking standard (50 mg L-1), while in 'Twente' several pumping stations will exceed the EC standard after 2030. Special attention is paid to denitrification. All calculations are performed twice: with and without denitrification. It appears that denitrification leads to concentrations one order of magnitude lower than when denitrification is not taken into account. The groundwater qualitity situation in 2000 is not sufficiently known to be used as an initial condition. Therefore, the year 1950 has been chosen as the start of the simulation period. Errors due to an incorrect estimate of the situation in 1950 are small, when predictions for 2000-2030 are considered. Simulated data for the period before 2000 and measurements collected since 1968 are compared. For the majority of pumping stations the model results appear to be higher than the measured values. This suggests that the predicted nitrate concentrations given for 5th National Environmental Outlook are probably too high. Several possible explanations are given and discussed.VROM/DG

    Prognosis of the development of the groundwater quality at phreatic pumping sites in the Netherlands

    No full text
    In dit rapport is een prognose gegeven voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het opgepompte water op 69 (freatische) waterwinplaatsen. De prognose is gemaakt voor de stoffen nitraat, kalium, atrazin en dinoseb. Bij het onderzoek is een "worst-case" benadering gevolgd. Voor nitraat zijn ook de effecten berekend van het invoeren van het Besluit Gebruik Dierlijke Meststoffen (BGDM). Uit de resultaten blijkt, dat op vrijwel alle beschouwde winplaatsen een toename van de nitraatconcentratie te verwachten is. Met name de winplaatsen in het oosten en zuidoosten van het land zullen mogelijk op korte termijn worden geconfronteerd met een overschrijding van de norm van 50 mg/l. Invoering van het BGDM zal wel leiden tot een verlaging van de nitraatconcentratie, echter niet zodanig dat aan de norm zal worden voldaan zonder de realisatie van een extra zuiveringstrap. Kalium kan op korte termijn tot problemen leiden. Voor atrazin en dinoseb zal binnen afzienbare tijd bij diverse winplaatsen de drinkwaternorm mogelijk (0.001 mg/l) worden overschreden.Abstract not availableDGM/DWB-

    Analysis and calculation of future water demand in the Netherlands

    No full text
    Voor de onderbouwing van het beleid, alsmede voor een bijdrage aan Milieuverkenning 5 is een analyse uitgevoerd van het historisch waterverbruik en de daarbij behorende winning van grond- en oppervlaktewater. Om inzicht in de toekomstige ontwikkelingen te krijgen zijn tevens prognoses opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van het prognosemodel WAPRO (versie 99). Economische en demografische ontwikkelingen op basis van CPB-scenario's (EC en GC) zijn gehanteerd bij het opstellen van de prognoses. Verschillende categorien verbruikers zijn beschouwd, zoals huishoudens, industrie en het sterk groeiende klein zakelijk verbruik. Het accent in deze studie heeft gelegen bij productie en levering van leidingwater door de openbare watervoorziening.The study presented here consisted of a small analysis of the water demand in the past and a calculation of future demand using the WAPRO99 model (computer model to calculate projections of water consumption and production). Also described is how WAPRO99 has been used for the National Environmental Outlook 2000-2030. Public water companies in the Netherlands are able to ensure a rapid supply of 100% of the household water demand. New purchase and use of appliances requiring water, and growing public awareness, have led to a more efficient water use. However, specific houshold water demand is expected to decline from 129 litres per capita per day in 1995 to 108 litres per capita per day in 2030. The population in the Netherlands increased from 15.4 and 15.9 million people respectively in 1995 and at the end of 1999 to around 18 million in 2030. As a result future water demand here is expected to decline in the next two decades. The production or activity level of several industrial branches or groups were considered for forecasting industrial water demand (excl. power plants). Public water supply growth was found to increase from 215 in 1995 to 391 million m3 per year (excl. power plants) in 2030 and total industrial demand from around 2500 to 5700 million m3 per year in the same period. Only water supplied through the public water companies to agrarian consumers is considered in this study. This type of water is important for cleaning some kinds of equipment (health aspects), for livestock and for typical kinds of sprinkling. It increases from approximately 90 - 180 million m3 per year. Long-term forecasting for the category of small business activities results in a high production level. Results of forecasting water demand show a decrease from around 250 to 540 million m3 per year.DG
    corecore