111 research outputs found
Bio-economie vraagt nieuwe statistieken
Om de biobased economy ook goed in macro-economische modellen te kunnen gaan vangen, moet het Centraal Bureau voor de Statistiek nieuwe data gaan verzamelen. Het vertalen van informatie over technische processen van biobased producten naar euro’s kan in principe wel binnen de bestaande economische modellen. Dat blijkt uit een studie van Wageningen UR
Het Nederlandse agrocomplex 2002
Dit rapport geeft inzicht in de economische ontwikkeling van het Nederlandse agrocomplex. Dit omvat de land- en tuinbouw en de daarmee samenhangende handel en industrie. Op basis van de gereviseerde Nationale Rekeningen is voor de periode 1995-2000 de veranderende betekenis van het agrocomplex gekwantificeerd in termen van toegevoegde waarde, werkgelegenheid en handelssaldo. In de analyse zijn deelcomplexen onderscheiden voor glastuinbouw, opengrondstuinbouw, akkerbouw, grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij
Ontwikkeling van een instrumentarium voor het bepalen van regionaal-economische effecten van landinrichtingsprojecten. Illustratie aan de hand van de case 'het Kuindermeer'
Wat is het rendement van een landinrichtingsproject? In eerste instantie is zo een project veelal gericht op een bepaald doel: waterberging, recreatie, het verbeteren van de ecologische of agrarische structuur, enzovoort. Maar los van deze overwegingen gaat er van elk project ook een effect uit op de regionale economie. Voor het kwantificeren van dat economische effect is grote belangstelling. Lokale bestuurders willen graag weten hoezeer zo'n project bijdraagt aan de regionaal-economische beleidsdoelstellingen en op nationaal niveau zou men graag weten in welke regio's overheidsimpulsen het meeste effect kunnen sorteren. Vandaar dat de LEI-onderzoeksgroep Ruimtelijke Economische Modellen (REM) ging werken aan een instrumentarium om te meten wat een bepaald project voor invloed zal hebben op de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in een bepaalde regio. Dit op verzoek van de Directie Groene Ruimte en Recreatie van het ministerie van LNV. Bij wijze van voorbeeld werd het ontwikkelde instrumentarium toegepast op twee varianten van het eventueel aan de noordoostflank van de Noordoostpolder te graven 'Kuindermeer'
Scenarios for eradicating foot-and-mouth disease
Research project commissioned by the Ministery of Agriculture, Nature Management and Fisheries. With the help of desk-research and input-output analysis quantitative information is assembled about the differences in cost for agribusiness and tourism of two eradication scenarios for foot-and-mouth disease. The first scenario was based on the eradication method used in the year 2001, vaccination with culling. The second scenario was based on vaccination without cullin
De meerwaarde van groen voor wonen; Een regionale analyse
De waardering van lokaal en regionaal groen wordt voor een deel bepaald door het markt- en prijsmechanisme. Groen kan daarnaast als een collectief goed of niet-marktbaar goed worden beschouwd. Deze laatste categorie producten kent geen marktvorming, waardoor de waardering van groen moeilijker is. Dit onderzoek moet allereerst een inventarisatie opleveren van de onderzoeksresultaten over de economische betekenis van marktbaar en niet-marktbaar groen. Aan de hand van literatuuranalyses wordt aangegeven dat groen niet alleen geld kost, maar op termijn ook tot verdiensten leidt. Inzicht wordt ook gegeven in methoden die van nut kunnen zijn om die economische betekenis van lokaal en regionaal groen te kwantificeren. Op basis van het inventariserende overzicht worden vervolgens voorstellen gedaan voor verder onderzoek. Het doel hiervan is om een completer beeld te creëren van groen in termen van economische waardering. In het tweede deel van dit rapport wordt één van die aanbevelingen nader uitgewerkt. Door middel van een landelijke enquête onder makelaars wordt de betekenis van lokaal en regionaal groen voor het wonen nader gekwantificeerd
Het Nederlandse agrocomplex 2009
Dit rapport geeft een overzicht van de economische ontwikkeling van het Nederlandse agrocomplex. Dit omvat de land- en tuinbouw en de daarmee samenhangende handel en industrie. Op basis van de Nationale Rekeningen is voor de periode 1995-2007 de betekenis van het agrocomplex gekwantificeerd in termen van toegevoegde waarde, werkgelegenheid en handelssaldo. Met behulp van de milieurekeningen is daarnaast gekeken naar het energieverbruik en de broeikasgasemissie van het agrocomplex voor 2003 en 2007. De analyse onderscheidt deelcomplexen voor glastuinbouw, opengrondstuinbouw, akkerbouw, grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij. This report presents an overview of the economic development of the Dutch agricultural complex. This complex comprises the primary sector as well as the related trade and industry sectors. The importance of the agricultural complex is calculated in terms of value added, employment and trade balance on the basis of the National Accounts and for the period 1995-2007. The energy consumption and greenhouse gas emissions of the complex have also been considered on the basis of the emission statistics for 2003 and 2007. The analysis distinguishes sub complexes for greenhouse horticulture, open-field horticulture, arable farming, land-based livestock farming and intensive farming
Het Nederlandse agrocomplex 2004
This report presents an overview of the economic development of the total Dutch agricultural complex (i.e. the primary agricultural sector as well as the trade and industry related to it). The importance of this complex is calculated in terms of value added, employment and trade balance on the basis of the national accounts for the period 1995-2003. The analysis distinguishes greenhouse gardening, open-ground gardening, arable farming, grassland-based livestock farming and intensive farming sub-complexes. The distribution of these sub-complexes over the Netherlands is shown by GIS charts. Regional analyses of the agricultural complex in the three northern provinces are also provided
- …