JGZ-richtlijn Opsporing visuele stoornissen 0-19 jaar : Eerste herziening

Op initiatief van TNO Kwaliteit van Leven en het Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling is eind 2007 begonnen met de herziening van de standaard 'Opsporing visuele stoornissen 0-19 jaar', welke in 2002 werd uitgegeven. Dit initiatief werd ondersteund door de Richtlijnadviescommissie (RAC) van het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid. De herziene richtlijn, die is gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten en de deskundigheid van JGZ-professionals, is goedgekeurd door de RAC

JGZ-richtlijn Opsporing visuele stoornissen 0-19 jaar : Eerste herziening - Samenvatting

Op initiatief van TNO Kwaliteit van Leven en het Expertisecentrum Kind en Ontwikkeling is eind 2007 begonnen met de herziening van de standaard 'Opsporing visuele stoornissen 0-19 jaar', welke in 2002 werd uitgegeven. Dit initiatief werd ondersteund door de Richtlijnadviescommissie (RAC) van het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid. De herziene richtlijn, die is gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten en de deskundigheid van JGZ-professionals, is goedgekeurd door de RAC

Effectiveness of screening for amblyopia and other eye disorders in a prospective birth cohort study

Objective To establish whether the current vision screening practice in the Netherlands is effective in preventing permanent visual loss and to estimate the sensitivity of the programme. Settings In the Netherlands, all children are invited for preverbal (1, 3, 6-9 and 14-24 months) and preschool (36, 45, and 60-72 months) vision screening. Screening attendance is high, but the effectiveness in reducing amblyopia is unknown. Methods In a 7-year cohort study, 4624 children born in the city of Rotterdam between 16 September 1996 and 15 May 1997 were followed through all routine vision screening examinations. At age seven, visual acuity (VA) of children still living in Rotterdam was assessed by study orthoptists. In case of VA>0.1 logMAR in one or both eyes, two or more logMAR lines of interocular difference or eye disorders like strabismus, children underwent a more intensive eye examination. Results Attendance at the 9-month screening was 89%, decreasing to about 75% at later examinations. Of preverbal tests, 2.5% were positive, and of preschool tests, 10%. In total, 19% of children had a positive vision screening test at least once. Amblyopia prevalence was 3.4%. Sensitivity of the vision screening programme was 73% and specificity 83%. At age seven, 0.7-1.2% (confirmed vs final exam) of the children had a VA>0.3 logMAR in the worse eye compared with 2-3.9% (in literature) reported prevalence in non-screening situations. Children who were less frequently screened had a higher cha Conclusion The Dutch child vision screening programme may reduce the risk of persistent amblyopia (VA>0.3 logMAR) at age seven by more than half