19 research outputs found
Subacute toxicity study of patulin in the rat effects on the kidney and the gastrointestinal tract
Vrouwelijke en mannelijke Wistar ratten kregen via het drinkwater patuline toegediend in concentraties van 0, 24, 84 of 295 mg/l citraat buffer (1mM) gedurende 4 weken. In deze studie zijn de resultaten van een recente subacute toxiciteitsstudie met toediening van patuline via het drinkwater bevestigd. Vergeleken met de controlegroep is voedsel- en vochtopname in het midden- en hoogste doseringsgroep en lichaamsgewicht in de hoogste doseringsgroep afgenomen. De kratinineklaringin de hoogste doseringsgroep was verlaagd. Morfologisch gezien kon geen glomerulaire schade worden aangetoond. In de hoogste doseringsgroep zijn ulcera in de maagfundus en vergroting en activatie van de pancreatico-duodenale lymfklieren aangetoond, terwijl hyperaemie van de villi in het duodenum werd waargenomen in de midden en hoogste doseringsgroep.RIV
Transauricular hypophysectomy in rats
Transauriculaire hypofysectomie bij ratten van 200-250 gram is een eenvoudige ingreep. De primaire uitval door beschadiging van hersendelen of het evenwichtsorgaan bedraagt echter ongeveer 20%. Het percentage dieren waarbij verwijdering van de hypofyse achteraf (gedeeltelijk) mislukt bleek te zijn was ongeveer 13%. Mogelijk kan dit resultaat verbeterd worden door de afmetingen van de injectienaald nog beter af te stemmen op die van de ratteschedel. De resultaten van de hormoonbepalingen in het serum waren in goede overeenstemming met die van het histopathologisch onderzoek. In het algemeen kan volstaan worden met de bepaling van een van de hypofysaire hormonen voor de vaststelling of de operatie geslaagd is.RIV
Urinary parameters in nephrotoxicity. Immunologically mediated kidney damage
In het kader van het niertoxiciteitsonderzoek is een aantal parameters op hun bruikbaarheid onderzocht. Van de enzymbepalingen bleken LDH, GGT en GOT indicatief voor proximale schade, maar vooral de specifieke albuminebepaling m.b.v. HPLC gelpermeatie bleek zeer gevoelig. Bij het onderzoek naar de niertoxiciteit van HgCL2 werden geen immuuncomplexen waargenomen die gericht waren tegen het glomerulaire basaal membraan.RIV
The reliability of the vaginal smean for determination of the cycle phase in the rat
De betrouwbaarheid van het vagina-uitstrijkje bij de rat als indicator van de fase van de cyclus is onderzocht bij 60 dieren van 250 g. Gedurende 4 achtereenvolgende weken is op de werkdagen een uitstrijkje gemaakt ter beoordeling van de regelmaat van de cyclus. Daarna zijn de dieren geseceerd na decapitatie. Het beeld van het vagina-uitstrijkje op de dag van sectie is vergeleken met het histologisch beeld van de ovaria, uterus en vagina en met de concentratie van oestradiol, progesteron, luteiniserend hormoon en follikel stimulerend hormoon in bloed. De conclusie is dat de cyclus bij 56 dieren regelmatig was en goed was te beoordelen aan de hand van de uitstrijkjes. Tevens is gebleken dat bepaling van de concentratie van gonadotrope hormonen en geslachtshormonen bij vrouwelijke ratten alleen zinvol is op geleide van vaginale-uitstrijkjes of andere informatie over de fase van de cyclus.VH
Semichronic oral toxicity study of gamma-HCH in rat
Het doel van het onderzoek was een controle op de "no effect level" die in 1954 was vastgesteld op chronisch onderzoek. De doseringen waren 0, 2, 10, 50 of 250 mg/kg voer. Naast biochemische en morfologische effecten die duiden op leverenzyminductie in de hoogste doseringsgroep, zijn in de 50 en 250 mg/kg voer-groepen effecten waargenomen op de nier, de schildklier en de ovaria. De conclusie is dat de "no-effect level" van gamma-HCH 10 mg/kg voer bedraagt. Deze waarde is niet wezenlijk verschillend van de 25 mg/kg voer vastgesteld door Truhaut (1954).HILRIV
The comparison of the toxicity of sodium aluminum silicates
Met een tweetal natriumaluminiumsilicaten (NAS van AKZO, en Sasil van Henkel) is onderzocht of de snel optredende hyperlasie van het blaaswandepitheel zich progressief zou ontwikkelen. Gedurende de experimentele periode trad er geen verandering op in de incidentie noch in de ernst van de lesie en werden er geen aanwijzingen gevonden voor neoplastische veranderingen in de mate waarin NAS en Sasil hyperplasie van het blaaswandepitheel induceren.HIM
Subacute toxicity of patulin in the rat
In de subacute drinkwaterproef met patuline werd een dosis-gerelateerde afname van de kreatinine-klaring waargenomen; glomerulaire nierschade kon echter in histopathologisch onderzoek niet bevestigd worden. De voornaamste effecten in het histopathologisch onderzoek waren: ulceraties en bloedingen in het fundusgedeelte van de maag en ontstekingen in submucosa en onderliggende spierlagen, dilatatie en hyperaemie van de villi van het duodenum, activatie en rozetvorming in de drainerende lymfeklieren en afname extramedullaire haemopose in de milt bij de hoogste doseringsgroep. In de maagsonde proef stierven 3 dieren van de hoogste doseringsgroep intercurrent aan interstitiele pneumonieen. Met uitzondering van de hyperaemie van de villi van het duodenum werden bij de overige dieren die patuline kregen dezelfde effecten waargenomen als bij de drinkwaterproef met vergelijkbare doseringen.HI
Subacute dermal toxicity of carbaryl in the rabbit
Het insecticide carbaryl wordt verwerkt in anti-vlooienbanden voor honden en katten en vormt als zodanig een risico voor de mens. Gedurende een 3 weken durend onderzoek werden konijnen (5x per week, 6 uur per dag) op de rug geexponeerd aan 6 g mengsel bestaande uit carbaryl, natriumcarboxymethylcellulose en water. De doseringen waren 0, 250, 500, 1000 en 2000 mg carbaryl.kg-l lichaamsgewicht. Bij vrijwel alle dieren inclusief de controle werd gedurende de gehele proef een gewichtsvermindering waargenomen. Aan het einde van de proef was de cholinesterase activiteit in het plasma van de hoogste dosering significant verlaagd. Het eiwitgehalte in de urine was in de hoogste doseringsgroep verhoogd. Het miltgewicht was in de 2000 mg doseringsgroep verhoogd, terwijl in het histopathologisch onderzoek in deze dosering een afname van hemosiderose werd geconstateerd. Er werd een no effect level van 1000 mg carbaryl.kg-l lichaamsgewicht vastgesteld.VHIRIV
Oral semichronic toxicity study of alpha-HCH in the rat
Zowel voor lindaan (gamma-HCH) als zijn isomeren alfa- en beta-HCH die in levensmiddelen kunnen voorkomen is nu de semi-chronische toxiciteit onderzocht. Uit het onderzoek met alfa-HCH blijkt dat hierbij de lever het belangrijkste doelwitorgaan is, met name de toename van het levergewicht, inductie van microsomale leverenzymen en histopathologische leverafwijkingen. Op grond van deze effecten kan een marginale "no effect level" van 10 mg/kg voer, overeenkomend met o,5 mg/kg lichaamsgewicht worden vastgesteld ofwel 30 mg/dag voor een persoon van 60 kg lichaamsgewicht. De dagelijkse opname van alfa-HCHC uit "total diet" studies is 2 ug/persoon (HILVHIRIV
Subacute oral toxicity of benzene in the rat
Gedurende 4 weken werd benzeen 5x per week per maagsonde aan ratten toegediend. De doseringen waren 0, 0,05, 0,15, 0,5, 1,5 ml benzeen per kg lichaamsgewicht. Bij de dieren in de twee hoogste dos.groepen trad een vertraagde groei op, terwijl in de hoogste dos.groep een verminderde voedselopname hiermee parallel liep. Door de vrij sterke groeiremming in de hoogste dos.groep waren vrijwel alle absolute orgaangewichten verlaagd. Des te opmerkelijker was de daling in het relatieve gewicht van milt, thymus, uterus, ovarium en prostaat. De atrofie van milt en thymus die in het histopathologisch onderzoek werd waargenomen hield waarschijnlijk verband met lymfocytopenie, die door benzeen wordt veroorzaakt. Bij de vr. dieren werd in de twee hoogste dos.groepen atrofie van de uterus waargenomen, terwijl bij deze dieren de normaal optredende nefrocalcinose achterwege bleef. Bij de vr. dieren werden ook in de laagste dos.groep effecten gevonden zodat geen dosering zonder effect kon worden vastgesteld.RIV