21 research outputs found

    Effecten van piekafvoeren op kokerjuffers in laaglandbeken

    Get PDF
    De verwachting is dat neerslagextremen door de opwarming van de aarde vaker zullen gaan voorkomen. Dat zal leiden tot een toename in de omvang en frequentie van piekafvoeren. De vraag is wat de effecten zijn van dergelijke weersextremen op organismen in laaglandbeken. Daarom is in het kader van het Europese project Euro-limpacs onderzocht wat de effecten van piekafvoeren zijn op het gedrag en de habitatvoorkeur van kokerjuffers. Uit het onderzoek blijkt dat bij verstoring drift toeneemt en soorten specifiek gedrag vertonen. Zandtransport verstoort alle soorten kokerjuffers. Bij herinrichting van beken en bij beken waarvan de hydrologie en morfologie niet op orde zijn, zou zandtransport daarom moeten worden voorkome

    Stekende insecten Griendtsveen 2017 : notitie

    Get PDF
    De inventarisatie van steekmuglarven leverde in 2016 4 kleinere gebiedsdelen op met hoge aantallen steekmuglarven (de zogenaamde ‘hotspots’). In april-mei 2017 is de larveninventarisatie herhaald. Hieruit bleek dat de larven van de moerassteekmug A. cinereus over het gehele gebied verspreid zijn met op de ‘hotspots’ opnieuw hoogste aantallen. In de periode daarna vielen de meeste locaties droog. Het jaar 2017 was een droog jaar waarbij al vroeg in het voorjaar, mogelijk zelfs in de winter, veel potentiële tijdelijke wateren al droog stonden. Het patroon van ontwikkeling van volwassen steekmuggen liet over 2017 een ‘klassiek’ beeld van een moerassteekmuggenpopulatie zien met hoge aantallen in het voorjaar die daarna snel uitdoven. Alleen in juni trad additioneel een kleine populatie van plantenboorsteekmuggen op. Dit beeld is een gevolg van het opdrogen van tijdelijke wateren in het gebied in het voorjaar. De in totaal lagere aantallen in het gehele gebied en de beperking van deze aantallen tot de maand mei hebben ertoe geleid dat in het dorp Griendtsveen in 2017 geen overlast is ervaren. De verdeling van de aantallen over de jaren 2015, 2016 en 2017 naar zone rondom en in het dorp laat zien dat er ieder jaar een afname van de aantallen optreedt richting de dorpskern. In de periode 2015-2017 is het aantallen verzamelde knutten toegenomen met een factor 3. Dit kan samenhangen met nattere weilanden aan de zuidzijde, in het dorp en aan de westzijde. De adviezen voor maatregelen om de ‘hotspots’ aan te pakken zijn in 2017 in gang gezet en ten dele uitgevoer

    Floatlands veelbelovend als waterzuiveraar in stadswateren

    Get PDF
    Drijvende moerassystemen met helofyten, ook wel floating treatment wetlands of floatlands genoemd, worden in Nederland uitsluitend toegepast om natuurbeleving te stimuleren en de biodiversiteit van het oppervlaktewater te vergroten. Floatlands zijn echter mogelijk ook geschikt om nutriënten uit het oppervlaktewater te verwijderen. Vooral in het stedelijk gebied is dit een aantrekkelijke optie

    Water zuiveren met drijvende planten

    Get PDF
    Drijvende moerassystemen met helofyten, ook wel floating treatment wetlands of floatlands genoemd, worden in Nederland uitsluitend toegepast om natuurbeleving te stimuleren en de biodiversiteit van het oppervlaktewater te vergroten. Floatlands zijn echter mogelijk ook geschikt om nutriënten uit het oppervlaktewater te verwijderen. Vooral in het stedelijk gebied is dit een aantrekkelijke optie. De gele lis is er uitermate voor geschikt

    Stekende insecten Leegveld : Risico-analyse en nulsituatie 2018

    No full text

    Mutualistic functioning of indigenous arbuscular mycorrhizae in spring barley and winter wheat after cessation of long-term phosphate fertilization

    No full text
    The influence of 23 years of phosphorus (P) application at three annual rates of 0, 17.5 and 52.5 kg ha-1 on arbuscular mycorrhizal (AM) fungal colonization was studied 10 years after the fertilization treatment ended. The annual application of 52.5 kg ha-1 was about twice the annual crop P extraction and after 23 years had resulted in a measured increase of 23 n the soil total-P concentration. After 10 and 11 years without fertilization, the total mycorrhizal and arbuscular colonization of the plots previously fertilized at this high rate were still significantly lower than in the plots subjected to the 0 and 17.5 kg ha-1 rates. Plots previously fertilized annually at the rate of 52.5 kg ha-1 also had a lower benefitv:vcost ratio for the symbiosis between AM fungi and plants. Furthermore, P-use efficiency was lower in these plots, although no decrease in total dry matter production was found

    Juffer juwelen: Sieraden gemaakt door kokerjuffers

    No full text
    Insecten en andere ongewervelden (in aquatische ecosystemen) bouwen vaak indrukwekkende constructies. De natuurlijke herkomst van die materialen zorgt voor camouflage die bescherming biedt tegen predatie. In Frankrijk zijn kokerjuffers gebruikt door een kunstenaar, voor het maken van sieraden. Maar ook wetenschappers van Alterra laten zich door hun kennis leiden.. Met als doel: het onder de aandacht brengen van waterinsecten bij volwassenen. Via aan de natuur ontleende "bouwwerken"

    Effecten van piekafvoeren op kokerjuffers in laaglandbeken : een experimentele benadering

    No full text
    De verwachting is dat door de klimaatverandering een toename in neerslagextremen zal plaatsvinden, hetgeen zal leiden tot een toename in de omvang en frequentie van piekafvoeren. De vraag is wat de effecten zijn van een toenemende omvang en frequentie van verstoringen op organismen in laaglandbeken. Het onderzoek is gericht op de effecten van verstoring op het gedrag en op de habitatvoorkeur van kokerjuffers. Verschillende soorten reageren anders op verstoringen, maar over het algemeen zijn specialisten minder beweeglijk en meer gebonden aan een specifiek habitat dan generalisten. Ze zijn daarom kwetsbaar en minder goed in staat zich aan te passen wanneer de frequentie of omvang van verstoringen in laaglandbeken toeneemt. Uit het onderzoek blijkt verder dat een verhoogde stroomsnelheid en turbulente verstoring van het habitat reeds het gedrag van kokerjuffers beinvloeden. Wanneer het habitat bedekt wordt met zand is de verstoring het grootst en treedt uiteindelijk sterfte op. Door de hydrologie van beken op orde te brengen en bij beekherstelmaatregelen voorbereidingen te treffen, moet zandtransport zo veel mogelijk worden voorkome

    Mutualistic functioning of indigenous arbuscular mycorrhizae in spring barley and winter wheat after cessation of long-term phosphate fertilization

    No full text
    The influence of 23 years of phosphorus (P) application at three annual rates of 0, 17.5 and 52.5 kg ha-1 on arbuscular mycorrhizal (AM) fungal colonization was studied 10 years after the fertilization treatment ended. The annual application of 52.5 kg ha-1 was about twice the annual crop P extraction and after 23 years had resulted in a measured increase of 23 n the soil total-P concentration. After 10 and 11 years without fertilization, the total mycorrhizal and arbuscular colonization of the plots previously fertilized at this high rate were still significantly lower than in the plots subjected to the 0 and 17.5 kg ha-1 rates. Plots previously fertilized annually at the rate of 52.5 kg ha-1 also had a lower benefitv:vcost ratio for the symbiosis between AM fungi and plants. Furthermore, P-use efficiency was lower in these plots, although no decrease in total dry matter production was found

    Nulmeting steekmuggen en knutten in de Bovenlanden : monitoring 2010

    No full text
    In het herinrichtinggebied de Bovenlanden is met behulp van de dip-techniek, net- en steekbuisbemonsteringen en CO2-lichtvallen een nulmeting uitgevoerd naar het voorkomen van steekmuggen en knutten in de periode april-september 2010. De aangetroffen soorten steekmuggen betroffen: moerassteekmuggen, huissteekmuggen en malariamuggen. Larven van moerassteekmuggen (Aedes) zijn zeer schaars aangetroffen in het rietland en het moerasstruweel. Beide landschapstypen, moerasstruweel en rietland, bevatten een relatief hogere dichtheid aan larven van huissteekmuggen (Culiseta en Culex), de laatste groep vooral in de maanden augustus en september. Larven van malariamuggen (Anopheles) zijn in lage aantallen gevonden in verschillende sloottypen en in het rietland. In restwateren rondom bebouwing zijn frequent hogere aantallen larven van het genus Culex gevonden. Hoge dichtheden van volwassen huissteekmuggen (Culex) zijn aangetroffen nabij bewoning, maar ook in redelijk hoge aantallen in het buitengebied. De andere groepen zijn in uiterst lage aantallen aangetroffen. Larven van de knut Culicoides kwamen verspreid voor in alle bemonsterde landschapstypen met in juni hogere dichtheden. Echter nog steeds zijn deze dichtheden laag te noemen. In de discussie is ingegaan op de kans op en het eventueel voorkomen van overlast na herinrichting
    corecore