13 research outputs found

    [Eutrophication and its policy, which way to go?]

    No full text
    Abstract niet beschikbaarIn the report papers and discussions are presented of a workshop on eutrophication and future policy (North Sea, lakes and small waterbodies). New target values for total-phosphorus in lakes were proposed 50 mug 1-1 total-P at 40 mug 1-1 chlorophyll. A project to control regional measures was also proposed. Concerning the North Sea the workshop did not agree to a common point of view. Setting target values for small waterbodies (ditches, brooks etc.) was found to be the responsibility of regional authorities, since the variety of regional waterbodies is larger. Some advices for future research are given by the workshop.RWS DGM/DW

    Environmental effects of the additional agricultural nitrogen policy

    No full text
    Het aanvullend stikstofbeleid betreft een versnelde invoering van de generieke N-verliesnormen t.o.v. vanaf 2000, lagere N-verliesnormen voor grasland en bouwland op gronden die gevoelig zijn voor nitraatuitspoeling (droge gronden) in 2008/2010 en een maximale veebezetting van 2,5 grootvee-eenheden per hectare in 2008/2010. Daarnaast is flankerend beleid aangekondigd o.a. bedrijfsverplaatsing, demonstratieprojecten, verbetering van de bedrijfsontsluiting en van de waterbeheersing.In dit rapport is aangegeven wat de gevolgen van dit beleid zijn op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Conclusies zijn dat bij realisatie van de voorgestelde N-verliesnormen (generieke en lagere) een duidelijke verbetering van de kwaliteit van het bovenste grondwater, zowel wat betreft het areaal boven de nitraatnorm, als wat betreft de hoogte van de nitraatconcentraties. Ten opzichte van de huidige situatie (ca 55% van het totale landbouwareaal voldoet aan de norm) zal naar verwachting ca 75-85% van het areaal aan de norm voldoen. De belasting van het oppervlaktewater zal op grond van de huidige inzichten vooral door het realiseren van de generieke verliesnormen worden teruggedrongen. De effecten van het aanvullend N-beleid (lagere verliesnormen voor droge zandgronden) op de N-concentraties van de grote wateren zullen beperkt zijn. Regionaal kunnen mogelijk wel positieve effecten op de waterkwaliteit verwacht worden). Onzeker is echter of de beoogde verliesnormen zullen worden gerealiseerd.The Dutch government has announced additional nitrogen measures on ca. 240,000 ha dry sandy soils in order to realise quality standards for nitrate in groundwater (i.e. 50 mg/l).The most important element of this additional policy is the introduction of lower levy-free surpluses for N for dry sandy areas. Here we estimate the effects of these additional measures. Provided the levy-free N surpluses are not exceeded, the area in which the nitrate standards will be met will increase from ca. 55% (present situation) to 75-85% of the total agricultural area in the Netherlands. The effect of the additional measures on the surface water quality will be small. However, it is questionable whether the levy-free N-surpluses wil be achieved in practise.VROM-DG

    Environmental effects of the additional agricultural nitrogen policy

    No full text
    The Dutch government has announced additional nitrogen measures on ca. 240,000 ha dry sandy soils in order to realise quality standards for nitrate in groundwater (i.e. 50 mg/l).The most important element of this additional policy is the introduction of lower levy-free surpluses for N for dry sandy areas. Here we estimate the effects of these additional measures. Provided the levy-free N surpluses are not exceeded, the area in which the nitrate standards will be met will increase from ca. 55% (present situation) to 75-85% of the total agricultural area in the Netherlands. The effect of the additional measures on the surface water quality will be small. However, it is questionable whether the levy-free N-surpluses wil be achieved in practise.Het aanvullend stikstofbeleid betreft een versnelde invoering van de generieke N-verliesnormen t.o.v. vanaf 2000, lagere N-verliesnormen voor grasland en bouwland op gronden die gevoelig zijn voor nitraatuitspoeling (droge gronden) in 2008/2010 en een maximale veebezetting van 2,5 grootvee-eenheden per hectare in 2008/2010. Daarnaast is flankerend beleid aangekondigd o.a. bedrijfsverplaatsing, demonstratieprojecten, verbetering van de bedrijfsontsluiting en van de waterbeheersing.In dit rapport is aangegeven wat de gevolgen van dit beleid zijn op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Conclusies zijn dat bij realisatie van de voorgestelde N-verliesnormen (generieke en lagere) een duidelijke verbetering van de kwaliteit van het bovenste grondwater, zowel wat betreft het areaal boven de nitraatnorm, als wat betreft de hoogte van de nitraatconcentraties. Ten opzichte van de huidige situatie (ca 55% van het totale landbouwareaal voldoet aan de norm) zal naar verwachting ca 75-85% van het areaal aan de norm voldoen. De belasting van het oppervlaktewater zal op grond van de huidige inzichten vooral door het realiseren van de generieke verliesnormen worden teruggedrongen. De effecten van het aanvullend N-beleid (lagere verliesnormen voor droge zandgronden) op de N-concentraties van de grote wateren zullen beperkt zijn. Regionaal kunnen mogelijk wel positieve effecten op de waterkwaliteit verwacht worden). Onzeker is echter of de beoogde verliesnormen zullen worden gerealiseerd

    An indicatorsystem for natural purification in surface waters. Background report

    No full text
    In dit rapport zijn een aantal literatuurstudies weergegeven, die als achtergrond gediend hebben bij het voorstel van een graadmeter voor de regulatie functie (life support functie) 'zelfreinigend vermogen van oppervlaktewater'. Het voorstel voor deze indicator is weergegeven in RIVM rapport 607605001This report contains the literature reviews that have been performed as the basis for a proposal for an indicator system for the life support function 'natural purification of surface waters'. The proposal for the indicator system is given in RIVM report 607605001.AlterraRIZAUniversiteit van AmsterdamUniversiteit van Utrech

    An indicatorsystem for natural purification in surface waters. Background report

    No full text
    This report contains the literature reviews that have been performed as the basis for a proposal for an indicator system for the life support function 'natural purification of surface waters'. The proposal for the indicator system is given in RIVM report 607605001.In dit rapport zijn een aantal literatuurstudies weergegeven, die als achtergrond gediend hebben bij het voorstel van een graadmeter voor de regulatie functie (life support functie) 'zelfreinigend vermogen van oppervlaktewater'. Het voorstel voor deze indicator is weergegeven in RIVM rapport 60760500

    n.v.t.

    No full text
    STONE is ontwikkeld om landsdekkend voor Nederland de effecten van bemesting en mestbeleid op de emissies van stikstof en fosfaat uit de landbouw naar grond- en oppervlaktewater te verkennen. De nadruk in de hier gerapporteerde plausibiliteitsstudie ligt op vaststelling van de geloofwaardigheid, het realiteitsgehalte, van getalswaarden en ruimtelijke verdeling van data in STONE versie 2.0. Hiervoor zijn resultaten van STONE 2.0 globaal vergeleken met meetgegevens en met eerdere modelresultaten. Conclusie is dat STONE 2.0 meer plausibel is dan STONE 1.3, de versie gebruikt voor Milieuverkenning 5. De resultaten van deze studie vormen een belangrijk input voor het rapport "De status van het rekeninstrumentarium STONE versie 2.0". In het rapport wordt het toepassingsbereik van STONE 2.0 beschreven voor potentiele gebruikers en afnemers.The STONE model for N and P emission to groundwater and surface waters has been developed to evaluate the environmental benefits of eutrophication abatement plans. Due to possible severe socio-economic consequences of these abatement plans, it is of importance that the model is well documented, calibrated and tested. This report describes the first phase of the STONE test. STONE results were compared with previously published results and with monitoring data. About 13,000 recent point source observations of nitrate in the upper groundwater were available, along with several hundred of observations showing N and P in local surface water systems. During this phase of the STONE test, the observations were lumped to statistical summaries, such as frequency distributions, means, etc. It was concluded that the STONE results compared quite well with these observed values. These results, however, present only limited information about underlying processes, spatial patterns and temporal dynamics. These issues will be addressed during the second phase of the STONE test. Results from the second phase of the STONE test will be reported in 2002.DG

    n.v.t.

    No full text
    The STONE model for N and P emission to groundwater and surface waters has been developed to evaluate the environmental benefits of eutrophication abatement plans. Due to possible severe socio-economic consequences of these abatement plans, it is of importance that the model is well documented, calibrated and tested. This report describes the first phase of the STONE test. STONE results were compared with previously published results and with monitoring data. About 13,000 recent point source observations of nitrate in the upper groundwater were available, along with several hundred of observations showing N and P in local surface water systems. During this phase of the STONE test, the observations were lumped to statistical summaries, such as frequency distributions, means, etc. It was concluded that the STONE results compared quite well with these observed values. These results, however, present only limited information about underlying processes, spatial patterns and temporal dynamics. These issues will be addressed during the second phase of the STONE test. Results from the second phase of the STONE test will be reported in 2002.STONE is ontwikkeld om landsdekkend voor Nederland de effecten van bemesting en mestbeleid op de emissies van stikstof en fosfaat uit de landbouw naar grond- en oppervlaktewater te verkennen. De nadruk in de hier gerapporteerde plausibiliteitsstudie ligt op vaststelling van de geloofwaardigheid, het realiteitsgehalte, van getalswaarden en ruimtelijke verdeling van data in STONE versie 2.0. Hiervoor zijn resultaten van STONE 2.0 globaal vergeleken met meetgegevens en met eerdere modelresultaten. Conclusie is dat STONE 2.0 meer plausibel is dan STONE 1.3, de versie gebruikt voor Milieuverkenning 5. De resultaten van deze studie vormen een belangrijk input voor het rapport "De status van het rekeninstrumentarium STONE versie 2.0". In het rapport wordt het toepassingsbereik van STONE 2.0 beschreven voor potentiele gebruikers en afnemers
    corecore