90 research outputs found

    Less meat initiatives at Ghent University : assessing the support among students and how to increase it

    Get PDF
    In this study, we conducted a survey among Business Administration students at Ghent University to assess their support for six less meat initiatives (LMIs) to be implemented in student restaurants. We examined associations between the support and variables related to meat curtailment and additionally examined the effect of providing information about the climate impact of meat on the support for the LMIs. We find that the support is rather limited among the students we surveyed. Students have different appraisals of the different LMIs, which may be due to differences in intervention strength and types of meat curtailment. We found that higher environmental concern is associated with a higher support for all LMIs. Female students and students with lower meat consumption levels indicate a higher support for four of six LMIs. Simply providing information about the climate impact of meat had no remarkable effect on the support. More integrated approaches are recommended to inform students

    The regional index of sustainable economic welfare for Flanders, Belgium

    Get PDF
    In this paper, the regional Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) is compiled for Flanders for the period 1990-2009. The ISEW is a measure of economic welfare in that it measures the contribution of a country's or region's economy to the overall level of well-being of its citizens. It does so by comparing the benefits and the costs of economic activities rather than simply looking at the market value of all final goods and services produced in an economy (Gross Domestic Product-GDP). The ISEW for Flanders shows that the per capita level of sustainable economic welfare in the region decreased between 1990 and 2009. The drop in the ISEW/capita is caused by a deterioration of the net international investment position of Belgium (which is divided over the different regions in the country on a per capita basis) and by an increase in the income inequalities in Flanders. To a lesser extent, the increase of the environmental costs (climate change and the use of non-renewable energy resources) also contributed to the decrease in the ISEW per capita. In the last four years of the study period, the level of sustainable economic welfare in the Flemish region started to rise again, even in 2008 and 2009 during the economic recession

    Do looks matter? A case study on extensive green roofs using discrete choice experiments

    Get PDF
    Extensive green roofs are a promising type of urban green that can play an important role in climate proofing and ultimately in the sustainability of our cities. Despite their increasingly widespread application and the growing scientific interest in extensive green roofs, their aesthetics have received limited scientific attention. Furthermore, several functional issues occur, as weedy species can colonize the roof, and extreme roof conditions can lead to gaps in the vegetation. Apart from altering the function of a green roof, we also expect these issues to influence the perception of extensive green roofs, possibly affecting their acceptance and application. We therefore assessed the preferences of a self-selected convenience sample of 155 Flemish respondents for visual aspects using a discrete choice experiment. This approach, combined with current knowledge on the psychological aspects of green roof visuals, allowed us to quantify extensive green roof preferences. Our results indicate that vegetation gaps and weedy species, together with a diverse vegetation have a considerable impact on green roof perception. Gaps were the single most important attribute, indicated by a relative importance of ca. 53%, with cost coming in at a close second at ca. 46%. Overall, this study explores the applicability of a stated preference technique to assess an often overlooked aspect of extensive green roofs. It thereby provides a foundation for further research aimed at generating practical recommendations for green roof construction and maintenance

    De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-­2013

    Get PDF
    In deze studie wordt de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW – Index of Sustainable Economic Welfare) berekend voor Vlaanderen voor de periode 1990-2014. Deze index is een maatstaf voor economische welvaart en meet de bijdrage van het economische systeem van een land of regio tot het algemene welzijn van haar bevolking. De ISEW kan dus gezien worden als een indicator voor de economische dimensie van welzijn. In de analyse van de duurzame economische welvaart gaat de ISEW na wat de baten (bv. extra consumptie) en de kosten (bv. milieuvervuiling) van economische activiteiten zijn. In deze zin verschilt de ISEW van het Bruto Binnenlands Product (BBP), omdat deze laatste indicator louter kijkt naar de omvang van economische activiteiten. Binnen het bredere ‘Beyond GDP’ debat wordt de ISEW gezien als één van de belangrijke alternatieven voor het BBP. De ISEW heeft als voordeel dat ze rechtstreeks vergelijkbaar is met het BBP omdat alle welvaartscomponenten binnen de ISEW uitgedrukt worden in monetaire termen. De waarderingsmethodes die daarbij gebruikt worden, zijn in hoofdzaak afkomstig uit de literatuur rond milieueconomie (bv. bij milieuverontreiniging) en sociale economie (bv. waardering van huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk en de welvaarts- verliezen door een ongelijke verdeling van de inkomens). De ISEW vertrekt van private consumptieve uitgaven in de veronderstelling dat deze een goede inschatting geven van de baten van economische activiteiten. Nadien worden een aantal correcties doorgevoerd om een aantal positieve of negatieve welvaartseffecten in rekening te brengen: een deel van de publieke consumptie en de geschatte waarde van huishoudelijke arbeid en vrijwilligers- werk worden toegevoegd aan de private bestedingen, terwijl er negatieve correcties zijn voor defensieve private uitgaven en de welvaartsverliezen door de inkomensongelijkheid. Ten slotte wordt er één kapitaalaanpassing doorgevoerd om rekening te houden met duurzame consumptie- goederen. In de voorgaande ISEW-studies voor Vlaanderen werd er ook gekeken naar de netto kapitaalgroei en de verandering in de netto internationale investeringspositie, maar deze componenten werden in deze studie geweerd omdat ze niet passen in het theoretische kader van de ISEW dat gebaseerd is op het onderscheid tussen inkomen en kapitaal volgens Fisher (1906). De kosten van economische activiteiten die binnen de ISEW worden meegenomen hebben betrekking op het verlies van ecosysteemdiensten: enerzijds door de degradatie van onze leefomgeving (water- en luchtverontreiniging, klimaatverandering en de aantasting van de ozonlaag) en anderzijds door de uitputting van natuurlijk kapitaal. De ISEW wordt berekend als het verschil tussen de baten en de kosten van economische activiteiten. De ISEW voor Vlaanderen toont dat de duurzame economische welvaart per capita in de regio ongeveer even sterk toenam in de bestudeerde periode 1990-2014 als het Bruto Regionale Product (BRP) per capita. In deze periode nam de ISEW/capita toe met 27,4 %, terwijl het BRP/capita toenam met 31,9 %. Dit komt overeen met jaarlijkse groeivoeten van respectievelijk 1,02 % (ISEW/capita) en 1,16 % (BRP/capita). Beide indices kennen echter een verschillend verloop, wat aangeeft dat economische groei niet noodzakelijk hand in hand gaat met een toename van de economische welvaart. Wanneer we de bestudeerde periode in kleinere tijdsintervallen opsplitsen, kunnen we stellen dat de ISEW/capita in de jaren ’90 en het begin van de jaren ’00 gestaag toenam aan een tempo dat min of meer gelijk is aan dat van de toename in het BRP/capita. Tussen 2002 en 2006 neemt de ISEW per capita af - een terugval die in hoofdzaak veroorzaakt wordt door een toename van de inkomensongelijkheid in Vlaanderen, maar ook de toename van de milieukosten (klimaat- verandering en gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen) droegen hieraan bij. In 2007 namen zowel de ISEW per capita als het BRP/capita licht toe, terwijl de kleine terugval in het Vlaamse BRP per capita in 2008 niet wordt gereflecteerd in een daling van de ISEW per capita. 9 De sterke daling van het BRP per capita in 2009 als gevolg van de financieel-economische crisis (-4,3 %) vertaalt zich niet in een even sterke daling van de ISEW per capita. Dit is in belangrijke mate het gevolg van de daling van het gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen die gepaard gaat met de afname van de economische activiteiten in Vlaanderen in 2009. In 2010 steeg het energiegebruik uit niet-hernieuwbare bronnen echter opnieuw (met 7,9 %) door de economische heropleving, zodat de ISEW/capita in dat jaar sterk daalde (-4,5 %). De volgende jaren daalde het gebruik van niet-hernieuwbare energie verder (in totaal met 12,2 % in de periode 2010-2014), wat de stijging van de ISEW per capita tijdens deze periode in sterke mate verklaart. De ommekeer in de evolutie van de inkomensongelijkheid zorgde verder voor een daling van de welvaartsverliezen door inkomens-ongelijkheid die de gestegen kosten voor de uitstoot van broeikasgassen compenseerde. In 2014 merken we een sterke stijging van de ISEW per capita op (+6,2 % ten opzichte van 2013). Deze kan worden toegeschreven aan (1) een toename van de waarde van huishoudelijke arbeid en vrij- willigerswerk als gevolg van een toename van de schaduwprijs, (2) een daling van de kosten van luchtvervuiling door een daling van de uitstoot van fijn stof en (3) een daling van het gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen, en dan de daling van nucleaire warmte in het bijzonder. Het verloop van de ISEW voor Vlaanderen staat in schril contrast met de bijna continue groei van het Bruto Regionale Product (BRP) in de regio tot 2007 en de daling van het BRP met 4,4 % sindsdien. De ISEW kijkt echter verder dan de omvang van markttransacties in een economie door rekening te houden met niet-markt activiteiten zoals huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk, met de inkomensverdeling en met de impact van productie en consumptie op onze leefomgeving. Bijgevolg zijn er ook meerdere (beleids)opties om de ISEW op een positieve manier te beïnvloeden. Dit onderlijnt meteen één van de belangrijkste voordelen van de ISEW ten opzichte van het BBP of het BRP: de ISEW bekijkt beleidsopties vanuit een meer holistisch perspectief door naast het louter economisch of financieel standpunt ook te kijken naar sociale en milieugerelateerde baten en kosten. Sinds het uitbreken van de financieel-economische crisis (2008) nam de ISEW/capita toe met 6,7 %, terwijl het BRP/capita daalde met 4,1 %. Dit komt doordat binnen de ISEW niet enkel de baten van de economische activiteiten afnemen, maar ook de kosten ervan (bv. gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen en de uitstoot van broeikasgassen namen af). Dit rapport geeft een uitvoerige beschrijving van de methodologie die gebruikt wordt in de ISEW voor Vlaanderen. Hieruit blijkt dat er een aantal componenten zijn binnen de index waarvan de methodologie niet eenduidig vastligt. De manier waarop bijvoorbeeld de kosten van klimaat- verandering berekend worden, verschilt tussen verschillende ISEW-studies: sommige studies kijken naar de effecten van de uitstoot in het verleden, andere naar de effecten van de uitstoot in de huidige periode op de toekomstige welvaart, en nog andere naar een combinatie van beide effecten. Doorheen de verschillende actualisaties van dit rapport werden verschillende methodologische aanpassingen doorgevoerd aan de ISEW. Zo werden een aantal componenten binnen de kapitaal- aanpassingen geschrapt en werd de methodologie voor de waardering van het gebruik van niet- hernieuwbare energiebronnen aangepast: er wordt gewerkt met een meer recente schatting voor de vervangingskost (gebaseerd op biobrandstoffen) en de fel bekritiseerde jaarlijkse groeivoet wordt weggelaten. De belangrijkste methodologische aanpassingen binnen deze studie zijn (1) het gebruik van data uit de regionale rekeningen bij de schatting van consumptieve private uitgaven in verschillende componenten van de ISEW; voorheen werd hiervoor gewerkt met data uit de huishoudbudget- enquêtes en (2) de toevoeging van de waarde van vrijwilligerswerk aan de index. 10 Binnen de methodologie van de ISEW hebben een aantal componenten nog steeds nood aan duidelijke en theoretisch onderbouwde waarderingsmethodes die gebaseerd zijn op recente onderzoeksbevindingen. In deze studie worden enkele studies voor Vlaanderen gebruikt die zeer recente kostenschattingen geven voor de kosten van waterverontreiniging en van luchtveront- reiniging in de regio. Ten slotte is ook de beperkte vergelijkbaarheid van de ISEW tussen verschillende studies en landen, een probleem dat in deze studie aan bod komt. Deze beperkte vergelijkbaarheid maakt duidelijk dat er een sterke behoefte is aan een internationaal aanvaarde methodologie van de index. Binnen deze methodologie wordt idealiter gebruik gemaakt van recente kostenschattingen die rekening houden met de verschillende kritieken op voorgaande waarderingsmethodes. Aan beide aspecten wordt gewerkt: individuele onderzoekers die werken rond de ISEW, streven naar de uitwerking van een nieuwe, meer up-to-date methodologie voor de index. Deze kan vervolgens gebruikt worden in verschillende landen, zodat de resultaten van verschillende ISEW-studies vergelijkbaar zijn

    De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-­2013

    Get PDF
    In deze studie wordt de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW – Index of Sustainable Economic Welfare) berekend voor Vlaanderen voor de periode 1990-2014. Deze index is een maatstaf voor economische welvaart en meet de bijdrage van het economische systeem van een land of regio tot het algemene welzijn van haar bevolking. De ISEW kan dus gezien worden als een indicator voor de economische dimensie van welzijn. In de analyse van de duurzame economische welvaart gaat de ISEW na wat de baten (bv. extra consumptie) en de kosten (bv. milieuvervuiling) van economische activiteiten zijn. In deze zin verschilt de ISEW van het Bruto Binnenlands Product (BBP), omdat deze laatste indicator louter kijkt naar de omvang van economische activiteiten. Binnen het bredere ‘Beyond GDP’ debat wordt de ISEW gezien als één van de belangrijke alternatieven voor het BBP. De ISEW heeft als voordeel dat ze rechtstreeks vergelijkbaar is met het BBP omdat alle welvaartscomponenten binnen de ISEW uitgedrukt worden in monetaire termen. De waarderingsmethodes die daarbij gebruikt worden, zijn in hoofdzaak afkomstig uit de literatuur rond milieueconomie (bv. bij milieuverontreiniging) en sociale economie (bv. waardering van huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk en de welvaarts- verliezen door een ongelijke verdeling van de inkomens). De ISEW vertrekt van private consumptieve uitgaven in de veronderstelling dat deze een goede inschatting geven van de baten van economische activiteiten. Nadien worden een aantal correcties doorgevoerd om een aantal positieve of negatieve welvaartseffecten in rekening te brengen: een deel van de publieke consumptie en de geschatte waarde van huishoudelijke arbeid en vrijwilligers- werk worden toegevoegd aan de private bestedingen, terwijl er negatieve correcties zijn voor defensieve private uitgaven en de welvaartsverliezen door de inkomensongelijkheid. Ten slotte wordt er één kapitaalaanpassing doorgevoerd om rekening te houden met duurzame consumptie- goederen. In de voorgaande ISEW-studies voor Vlaanderen werd er ook gekeken naar de netto kapitaalgroei en de verandering in de netto internationale investeringspositie, maar deze componenten werden in deze studie geweerd omdat ze niet passen in het theoretische kader van de ISEW dat gebaseerd is op het onderscheid tussen inkomen en kapitaal volgens Fisher (1906). De kosten van economische activiteiten die binnen de ISEW worden meegenomen hebben betrekking op het verlies van ecosysteemdiensten: enerzijds door de degradatie van onze leefomgeving (water- en luchtverontreiniging, klimaatverandering en de aantasting van de ozonlaag) en anderzijds door de uitputting van natuurlijk kapitaal. De ISEW wordt berekend als het verschil tussen de baten en de kosten van economische activiteiten. De ISEW voor Vlaanderen toont dat de duurzame economische welvaart per capita in de regio ongeveer even sterk toenam in de bestudeerde periode 1990-2014 als het Bruto Regionale Product (BRP) per capita. In deze periode nam de ISEW/capita toe met 27,4 %, terwijl het BRP/capita toenam met 31,9 %. Dit komt overeen met jaarlijkse groeivoeten van respectievelijk 1,02 % (ISEW/capita) en 1,16 % (BRP/capita). Beide indices kennen echter een verschillend verloop, wat aangeeft dat economische groei niet noodzakelijk hand in hand gaat met een toename van de economische welvaart. Wanneer we de bestudeerde periode in kleinere tijdsintervallen opsplitsen, kunnen we stellen dat de ISEW/capita in de jaren ’90 en het begin van de jaren ’00 gestaag toenam aan een tempo dat min of meer gelijk is aan dat van de toename in het BRP/capita. Tussen 2002 en 2006 neemt de ISEW per capita af - een terugval die in hoofdzaak veroorzaakt wordt door een toename van de inkomensongelijkheid in Vlaanderen, maar ook de toename van de milieukosten (klimaat- verandering en gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen) droegen hieraan bij. In 2007 namen zowel de ISEW per capita als het BRP/capita licht toe, terwijl de kleine terugval in het Vlaamse BRP per capita in 2008 niet wordt gereflecteerd in een daling van de ISEW per capita. 9 De sterke daling van het BRP per capita in 2009 als gevolg van de financieel-economische crisis (-4,3 %) vertaalt zich niet in een even sterke daling van de ISEW per capita. Dit is in belangrijke mate het gevolg van de daling van het gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen die gepaard gaat met de afname van de economische activiteiten in Vlaanderen in 2009. In 2010 steeg het energiegebruik uit niet-hernieuwbare bronnen echter opnieuw (met 7,9 %) door de economische heropleving, zodat de ISEW/capita in dat jaar sterk daalde (-4,5 %). De volgende jaren daalde het gebruik van niet-hernieuwbare energie verder (in totaal met 12,2 % in de periode 2010-2014), wat de stijging van de ISEW per capita tijdens deze periode in sterke mate verklaart. De ommekeer in de evolutie van de inkomensongelijkheid zorgde verder voor een daling van de welvaartsverliezen door inkomens-ongelijkheid die de gestegen kosten voor de uitstoot van broeikasgassen compenseerde. In 2014 merken we een sterke stijging van de ISEW per capita op (+6,2 % ten opzichte van 2013). Deze kan worden toegeschreven aan (1) een toename van de waarde van huishoudelijke arbeid en vrij- willigerswerk als gevolg van een toename van de schaduwprijs, (2) een daling van de kosten van luchtvervuiling door een daling van de uitstoot van fijn stof en (3) een daling van het gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen, en dan de daling van nucleaire warmte in het bijzonder. Het verloop van de ISEW voor Vlaanderen staat in schril contrast met de bijna continue groei van het Bruto Regionale Product (BRP) in de regio tot 2007 en de daling van het BRP met 4,4 % sindsdien. De ISEW kijkt echter verder dan de omvang van markttransacties in een economie door rekening te houden met niet-markt activiteiten zoals huishoudelijke arbeid en vrijwilligerswerk, met de inkomensverdeling en met de impact van productie en consumptie op onze leefomgeving. Bijgevolg zijn er ook meerdere (beleids)opties om de ISEW op een positieve manier te beïnvloeden. Dit onderlijnt meteen één van de belangrijkste voordelen van de ISEW ten opzichte van het BBP of het BRP: de ISEW bekijkt beleidsopties vanuit een meer holistisch perspectief door naast het louter economisch of financieel standpunt ook te kijken naar sociale en milieugerelateerde baten en kosten. Sinds het uitbreken van de financieel-economische crisis (2008) nam de ISEW/capita toe met 6,7 %, terwijl het BRP/capita daalde met 4,1 %. Dit komt doordat binnen de ISEW niet enkel de baten van de economische activiteiten afnemen, maar ook de kosten ervan (bv. gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen en de uitstoot van broeikasgassen namen af). Dit rapport geeft een uitvoerige beschrijving van de methodologie die gebruikt wordt in de ISEW voor Vlaanderen. Hieruit blijkt dat er een aantal componenten zijn binnen de index waarvan de methodologie niet eenduidig vastligt. De manier waarop bijvoorbeeld de kosten van klimaat- verandering berekend worden, verschilt tussen verschillende ISEW-studies: sommige studies kijken naar de effecten van de uitstoot in het verleden, andere naar de effecten van de uitstoot in de huidige periode op de toekomstige welvaart, en nog andere naar een combinatie van beide effecten. Doorheen de verschillende actualisaties van dit rapport werden verschillende methodologische aanpassingen doorgevoerd aan de ISEW. Zo werden een aantal componenten binnen de kapitaal- aanpassingen geschrapt en werd de methodologie voor de waardering van het gebruik van niet- hernieuwbare energiebronnen aangepast: er wordt gewerkt met een meer recente schatting voor de vervangingskost (gebaseerd op biobrandstoffen) en de fel bekritiseerde jaarlijkse groeivoet wordt weggelaten. De belangrijkste methodologische aanpassingen binnen deze studie zijn (1) het gebruik van data uit de regionale rekeningen bij de schatting van consumptieve private uitgaven in verschillende componenten van de ISEW; voorheen werd hiervoor gewerkt met data uit de huishoudbudget- enquêtes en (2) de toevoeging van de waarde van vrijwilligerswerk aan de index. 10 Binnen de methodologie van de ISEW hebben een aantal componenten nog steeds nood aan duidelijke en theoretisch onderbouwde waarderingsmethodes die gebaseerd zijn op recente onderzoeksbevindingen. In deze studie worden enkele studies voor Vlaanderen gebruikt die zeer recente kostenschattingen geven voor de kosten van waterverontreiniging en van luchtveront- reiniging in de regio. Ten slotte is ook de beperkte vergelijkbaarheid van de ISEW tussen verschillende studies en landen, een probleem dat in deze studie aan bod komt. Deze beperkte vergelijkbaarheid maakt duidelijk dat er een sterke behoefte is aan een internationaal aanvaarde methodologie van de index. Binnen deze methodologie wordt idealiter gebruik gemaakt van recente kostenschattingen die rekening houden met de verschillende kritieken op voorgaande waarderingsmethodes. Aan beide aspecten wordt gewerkt: individuele onderzoekers die werken rond de ISEW, streven naar de uitwerking van een nieuwe, meer up-to-date methodologie voor de index. Deze kan vervolgens gebruikt worden in verschillende landen, zodat de resultaten van verschillende ISEW-studies vergelijkbaar zijn

    Applying analytic hierarchy process to adaptation to saltwater intrusion in Vietnam

    Get PDF
    Given the multidimensional nature of climate change issues, decision-making in climate change adaptation is a complex process, and suitable decision support methods are needed. The aim of this paper was to rank saltwater intrusion adaptation options for farmers in two provinces in the central coastal region of Vietnam using the analytical hierarchy process method. Data for the analysis were obtained through a literature review, field observations, and face-to-face interviews and focus group discussions with key informants. We combined two ways of weighting to arrive at final scores for each of the identified adaptation options: prioritizing criteria and subcriteria by pairwise comparison and rating the different alternatives with respect to the lowest level subcriteria. In doing so, we also investigated differences in the priority sets and final rankings of the analytical hierarchy process applications in both provinces. In our study, we worked with group consensus scores on both the criteria weights and the ratings for the different adaptation options for each of the criteria. Our results revealed that “sustainability and equity” was the most important criteria, while coherence ranked lowest. The final ranking of adaptation options differed between both provinces due to differences in the geographical and socioeconomic characteristics of the study areas. The consistency ratios for all pairwise matrices were less than 0.1, indicating that judgments from the focus group discussions with respect to the different criteria were highly consistent. A sensitivity analysis of our results confirmed the robustness of the rankings in our research

    Exploratieve berekening van de ISEW voor Vlaanderen

    Get PDF

    De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-2016

    Get PDF
    Dit rapport presenteert de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen. Hoofdstuk 1 introduceert de ISEW, haar theoretisch kader en haar methodologie en geeft een overzicht van alle voorgaande ISEW-studies op nationaal niveau. Hoofdstuk 2 behandelt de regionale toepassingen van de index en overloopt de voor- en nadelen van toepassingen op dit niveau. In hoofdstuk 3 wordt de ISEW voor Vlaanderen berekend voor de periode 1990-2018. De waarderings- methoden die gebruikt werden om de 19 componenten binnen de index te schatten, worden gedetailleerd uiteengezet. Verder worden de resultaten besproken aan de hand van een analyse van de evolutie doorheen de tijd van de belangrijkste componenten. In hoofdstuk 4 is er ten slotte aandacht voor het huidige en potentiële gebruik van de ISEW en de GPI voor beleidssturing

    De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-2018

    Get PDF
    Dit rapport presenteert de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen. Hoofdstuk 1 introduceert de ISEW, haar theoretisch kader en haar methodologie en geeft een overzicht van alle voorgaande ISEW-studies op nationaal niveau. Hoofdstuk 2 behandelt de regionale toepassingen van de index en overloopt de voor- en nadelen van toepassingen op dit niveau. In hoofdstuk 3 wordt de ISEW voor Vlaanderen berekend voor de periode 1990-2018. De waarderings- methoden die gebruikt werden om de 19 componenten binnen de index te schatten, worden gedetailleerd uiteengezet. Verder worden de resultaten besproken aan de hand van een analyse van de evolutie doorheen de tijd van de belangrijkste componenten. In hoofdstuk 4 is er ten slotte aandacht voor het huidige en potentiële gebruik van de ISEW en de GPI voor beleidssturing
    corecore