62 research outputs found

    De nieuwe zichtbaarheid: sturing in tijden van marktwerking

    Get PDF
    Ongeveer een jaar geleden constateerde de Opta, de organisatie die toeziet op het functioneren van de telefoniemarkt, dat die markt zo langzamerhand de minst overzichtelijke was geworden (‘Markt mobieltjes is ondoorzichtig’ 2006). Iedereen die de afgelopen jaren wel eens een telefoonabonnement heeft aangeschaft, en wie heeft dat niet, kan dat volop beamen. Er is volop informatie beschikbaar over de prijzen en andere voorwaarden voor bijvoorbeeld mobiele telefoons, maar vergelijkingen tussen abonnementen zijn nauwelijks te maken en achteraf blijk je toch altijd duurder uit te zijn geweest dan je dacht. Toch kunnen we niet zeggen dat de telefoniemarkt niet ‘werkt’. Integendeel. Er is volop concurrentie tussen aanbieders; de prijs van producten per eenheid is de afgelopen jaren steeds gedaald en de sector is innovatief als nooit tevoren. Blijkbaar is transparantie van de markt geen voorwaarde voor het functioneren ervan

    Evidence-based policy as reflexive practice.

    Get PDF
    The call for evidence-based policy is often accompanied by rather uncritical references to the success of evidence-based medicine, leading to often

    Reken ziekenhuis niet af op sterftecijfer

    Get PDF
    Publicatie sterftecijfers kan leiden tot het eerder naar huis sturen van patiënten of meer oneigenlijke registratie waardoor sterftegevallen niet meetellen ..

    Patient and family engagement in incident investigations: exploring hospital manager and incident investigators’ experiences and challenges

    Get PDF
    Objective: There is growing recognition among health care providers and policy makers that when things go wrong, the patient or their families should be heard and participate in the incident investigation process. This paper explores how Dutch hospitals organize patient or family engagement in incident investigations, maps out incident investigators’ experiences of involving patients or their families in incident investigations and identifies the challenges encountered. Methods: Semi-structured interviews were conducted with managers and incident investigators in 13 Dutch hospitals. Study participants (n = 18) were asked about the incident investigation routines and their experiences of involving affected patients or family members. Interview transcripts were coded and analysed using thematic content analysis. Results: Our findings reveal that patient or family involvement in incident investigations is typically organized as a one-time interview event. Interviews with patients or their families were considered to be valuable and important in their own right and seen as a way to do justice to the individual needs of the patient or their family. Yet, the usefulness and validity of the patient or family perspective for incident investigations was often seen to be limited, with the professional perspective afforded more weight. This was particularly the case when the patient or their family were unable to provide verifiable details of the incident under investigation. Study participants described challenges when involving patients or family members, including in relation to the available timeframe for incident investigations, legal issues, managing trust and working with intense emotions. Conclusions: We propose that by placing patient and family criteria of significance at the centre of incident investigations (i.e. an ‘emic’ research approach), hospitals may be able to expand their learning potential and improve patient-centeredness following an incident

    Overheidstoezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg

    Get PDF
    Het rijksoverheidstoezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zoals we dat nu kennen heeft zijn wortels in de eerste helft van de negentiende eeuw. In deze bijdrage gaat het over het verleden en de toekomst van het overheidstoezicht door de IGZ als een van de actoren binnen de complexe sturingsrelaties in de gezondheidszorg. De sectorschets is geschreven in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Tijdens het schrijfproces heeft de WRR een expertbijeenkomst georganiseerd met de auteurs en deskundigen uit het toezicht, de zorg en de wetenschap. De tijdens deze bijeenkomst gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in de tekst. De auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de sectorschets

    Leren van toezicht

    Get PDF
    Toezicht staat onder immer toenemende belangstelling, of het nu gaat om het toezicht op financiële instellingen, de veiligheid van het vliegverkeer of de gezondheidszorg. De oorzaken hiervan zijn divers maar kunnen deels gevonden worden in het terugtreden van de overheid als uitvoerder van publieke diensten. Om controle te kunnen houden op die diensten zijn de afgelopen decennia grote toezichthoudende organen opgericht, die inmiddels een flink deel van de economie beslaan; volgens sommige berekeningen werken momenteel ongeveer een miljoen mensen in de ‘toezichtsindustrie’ (van Waarden 2006). Daarnaast dringt steeds meer het besef door dat we leven in een ‘risicomaatschappij’ (Beck 1992) die, hoe paradoxaal ook, aanleiding heeft gegeven tot een ‘veiligheidsutopie’ (Boutelier 2002). Risico’s worden steeds minder geaccepteerd en overheden en toezichthouders worden daar in toenemende mate op aangesproken. Deze trend brengt met zich mee dat onderzoek naar het functioneren van toezichthouders sterk in maatschappelijk belang heeft gewonnen. De afgelopen jaren is dan ook internationaal te constateren dat dit onderzoek een hoge vlucht heeft genomen. Ook de inspecties zelf hebben inmiddels onderzoeksprogramma’s opgezet. Dit geldt ook voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Het voorliggende rapport is een verslag van onderzoek naar de effectiviteit van een van de belangrijke toezichtsinstrumenten van de IGZ, het zogeheten Thematisch Toezicht. Middels casestudie onderzoek beoogt dit rapport de vraag te beantwoorden op welke manier het thematisch toezicht effectief kan zijn en voor welk type risicoproblemen deze vorm van toezicht het meest geschikt is. Hiermee probeert het rapport een zowel conceptuele als empirische bijdrage te leveren aan de discussie over het toezicht in algemene zin, en in het bijzonder over het toezicht op en in de gezondheidszorg

    De ranglijst is een slechte raadgever

    Get PDF
    Ziekenhuisranglijsten kunnen reputaties maken en breken. De waarde ervan blijkt echter zeer relatief. Ziekenhuizen moeten zich dus niet gek laten maken en kunnen hun energie beter steken in een goed intern kwaliteitssysteem

    Mutual powerlessness in client participation practices in mental health care

    Get PDF
    Background Client participation has become a dominant policy goal in many countries including the Netherlands and is a topic much discussed in the literature. The success of client participation is usually measured in terms of the extent to which clients have a say in the participation process. Many articles have concluded that client participation is limited; professionals often still control the participation process and outcomes. Objective The objective of this study is to gain insight into (i) the practice of client participation within a quality improvement collaborative in mental health care and (ii) the consequences of a Foucauldian conceptualization of power in analysing practices of client participation. Design We used an ethnographic design consisting of observations of national events and improvement team meetings and interviews with the collaborative's team members and programme managers. Results Contrary to many studies on client participation, we found both clients and service providers frequently felt powerless in its practice. Professionals and clients alike struggled with the contributions clients could make to the improvement processes and what functions they should fulfil. Moreover, professionals did not want to exert power upon clients, but ironically just for that reason sometimes struggled with shaping practices of client participation. This mutual powerlessness (partly) disappeared when clients helped to determine and execute specific improvement actions instead of participating in improvement teams. Conclusion Recognizing that power is inescapable might allow for a more substantive discussion concerning the consequences that power arrangements produce, rather than looking at who is exerting how much power

    Working with layers: The governance and regulation of healthcare quality in an institutionally layered system

    Get PDF
    Institutional arrangements used to steer public policies have increasingly become layered. Inspired by the literature on institutional layering and institutional work, this paper aims to make a contribution to our understanding of institutional layering. We do so by studying an interesting case of layering: the Dutch hospital sector. We focus on the actors responsible for the internal governance (Board of Directors and Supervisory Boards) and the external regulation (the Healthcare Inspectorate) of hospitals. In the paper, we explore the institutional work of these actors, more specifically how institutional work results from and is influenced by institutional layering and how this in turn influences the institutional makeup of both healthcare organizations and their institutional context. Our approach allowed us to see that layering changes the activities of actors in the public sector, can be used to strengthen one’s position but also presents actors with new struggles, which they in turn can try to overcome by relating and using the institutionally layered context. Layering and institutional work are therefore in continuous interaction. Combining institutional layering with a focus on the lived experiences of actors and their institutional work makes it possible to move into the layered arrangement and better understand its consequences

    Toezicht in onzekere situaties: op zoek naar een passend toezichtkader in een veranderende gezondheidszorg

    Get PDF
    In de dagelijks praktijk van de Inspectie voor de Gezondheidzorg (IGZ) is vaak helder of sprake is van een ongewenste situatie en wie hierop aangesproken dient te worden, maar er zijn ook situaties waarin dat niet het geval is. Door veranderingen in de samenleving en de gezondheidszorg kan er fundamentele onzekerheid ontstaan over risico’s voor gezondheid, de normen die daar bij horen en de instanties die daar op aangesproken kunnen worden. De IGZ staat dan voor de opgave om ook toezicht te houden in situaties van onzekerheid. Het werk van de inspectie voldoet idealiter aan drie voorwaarden. Ten eerste, risico’s moeten kenbaar zijn en feitelijk zichtbaar worden gemaakt. Ten tweede wordt het handelen beoordeeld aan de hand van een duidelijke __norm__, zoals een professionele richtlijn. Ten derde is het toezicht gericht op een rechtspersoon of __adressant__ die aanspreekbaar is op de norm. Helderheid omtrent het risico, de norm en de adressant zijn drie belangrijke voorwaarden voor effectief toezicht. Het rapport beschrijft de voorwaarden-driehoek voor effectief toezicht en benoemt de bedreigingen voor de toezichtspraktijk, waardoor er onzekere, minder goed beheersbare situaties kunnen ontstaan. Het ligt voor de hand om te proberen onzekere situaties op te heffen, door bijvoorbeeld het risico alsnog kenbaar te maken, de norm te verhelderen en vast te leggen of de adressant alsnog aanspreekbaar of grijpbaar te maken. Onzekerheid maakt een toezichthouder immers in principe kwetsbaar voor de publieke opinie, kwetsbaar voor het verwijt niet krachtdadig te zijn opgetreden. Dergelijke pogingen zijn niet altijd effectief, doordat het risico uiteindelijk niet goed vast te stellen, de norm lastig te operationaliseren of de adressant niet zichtbaar te maken is. Op de klassieke weg voortgaan in de toezichtspraktijk is dan niet effectief. Er zijn dan andere repertoires nodig. Het rapport presenteert een denkmodel om aanvullende toezichtrepertoires te positioneren en hun werking te duiden. Daarbij is gebruik gemaakt van voorbeelden uit andere projecten van de Academische Werkplaats Toezicht, waarmee zichtbaar wordt dat de IGZ een deel van deze repertoires al hanteert. De aanvullende repertoires behelzen een aanpak die wel inspeelt op onzekerheid maar kan deze niet volledig wegnemen. Daarvoor is het nodig om op drie niveaus te doordenken wat een aanvullend repertoire zou kunnen zijn: re-framing (wat is het probleem en voor wie is het een probleem), governance (de rol van de IGZ in het spel van actoren) en toezichtspraktijk (werkwijzen, instrumenten en arrangementen). Bij __re-framing__ gaat het om veranderende culturele percepties van risico en veiligheid, waardoor er nieuwe oplossingen in beeld kunnen komen. Nieuwe frames (bijvoorbeeld veerkracht en rechtvaardige cultuur) stellen dat er veel t
    corecore