8 research outputs found

    Immunogeniciteit en veiligheid van monovalent RIVM meningococcen B OMP vesicle F91 vaccin toegediend aan kinderen die 2,5 jaar geleden zijn gevaccineerd met hexavalent meningococcen B vaccin

    No full text
    This report describes the results with respect to immunogenicity as well as reactogenicity of a monovalent P1.7h,4 OMV vaccine (MonoMen) used as booster vaccination in children previously vaccinated with a hexavalent MenB vaccine. The participants in this study were immunised in 1995-1996 with hexavalent MenB vesicle vaccine or with hepatitis B vaccine (control group). The booster vaccination with MonoMen was well tolerated. No serious adverse events occurred during the study. Most systemic adverse reactions were observed during day 2 and 3. Local reactions, which generally lasted for three days, were more common than systemic reactions. The rise of the GMT of bactericidal antibodies against P1.7h,4 in children primed with MenB was much higher as compared to children who received the HepB vaccine. About 80% of the children with an immune response after the primary series with the hexavalent vaccine, also showed an immune response after the booster vaccination with MonoMen which indicates the presence of an immunological memory for these children. Remarkably, immune responses against strains not present in MonoMen were also observed. Cross-reacting antibodies possibly cause these responses. In spite of the somewhat weak response against P1.7h,4 after the primary vaccination series with the hexavalent vaccine, an adequate response against this strain was found after boosting with MonoMen. Based on these results in combination with the results of the phase II trial with MonoMen in toddlers MonoMen seems a safe and highly immunogenic vaccine.Dit rapport beschrijft een follow-up studie naar veiligheid en immunogeniciteit van monovalent P1.7h,4 OMV vaccin (MonoMen) gebruikt als boostervaccinatie in kinderen eerder gevaccineerd met hexavalent MenB vaccin. De deelnemers aan deze studie zijn in het kader van een eerdere studie gevaccineerd met hexavalent MenB vesicle vaccin of met HepB vaccin (controle groep). Tijdens de studie traden geen ernstige bijwerkingen op. Systemische bijwerkingen werden vooral gerapporteerd tijdens de 2e en 3e dag na vaccinatie Lokale bijwerkingen, die over het algemeen 3 dagen duurden, kwamen vaker voor. De stijging van de GMT van bactericide antistoffen tegen P1.7h,4 in kinderen geprimed met hexavalent MenB was aanzienlijk hoger dan die in kinderen die HepB ontvingen. Ongeveer 80% van de kinderen die een immuunrespons tegen P1.7h,4 vertoonden na de primaire serie met hexavalent MenB vaccin, reageerde ook met een immuunrespons op de boostervaccinatie met MonoMen, hetgeen wijst op de aanwezigheid van een immunologisch geheugen. Opmerkelijke titerstijgingen tegen stammen niet aanwezig in het monovalente vaccin werden waargenomen, deze worden waarschijnlijk veroorzaakt door kruisreagerende antistoffen. Ondanks een wat lagere respons tegen het subtype P1.7h,4 na primaire vaccinatie serie met het hexavalente vaccin, wordt een adequate respons tegen deze stam gezien na de booster met MonoMen. Op grond van deze resultaten in combinatie met de resultaten van de fase II trial met MonoMen in peuters lijkt MonoMen een veilig en zeer immunogeen vaccin

    Monovalent RIVM meningococcen B OMP vesicle F91 vaccins in peuters

    No full text
    This report gives the results of a randomised phase-II clinical study into the safety and immunogenicity of a monovalent MenB OMV vaccine expressing P1.7h,4 PorA (MonoMen) in toddlers. Safety and immunogenicity are compared for two types of vaccine that are differently adjuvated (either aluminium phosphate or aluminium hydroxide). MonoMen is administred a 3- or 4-dose schedule with vaccinations at 0, 2 and 8 or 0, 1, 2 and 8 months. A total of 134 children were included in the study. No serious adverse events occurred during the study. Only mild local and systemic reactions were reported during the observation period. None of the children showed bactericidal activity against the PorA negative mutant strain H1.5, illustrating PorA specificity of the antibody response. In general, the SBA response was highest in the AlPO4 groups, which means that adsorption of the RIVM meningococcal vaccines to AlPO4 seems preferable to Al(OH)3. After the primary series slightly higher titres were found in children who received two vaccinations instead of three, which is probably due to the longer intervals between the vaccinations in the 2+1-schedule. After the booster vaccination significantly higher GMT's were found in children vaccinated according to the 3+1-schedule. Even though the 3+1-schedule seems better with respect to GMT's, the percentages of immune responders showed only minor differences between the two schedules. Both this study and the study concerning the booster effect of MonoMen in children primed with a hexavalent MenB vaccine showed that MonoMen is a safe and immunogenic vaccine.Dit rapport geeft een beschrijving van de resultaten van een gerandomiseerde fase II studie naar de veiligheid en immunogeniciteit van een monovalent P1.7h,4 OMV vaccin (MonoMen) in peuters. Veiligheid en immunogeniciteit zijn vergeleken voor twee vaccintypen die verschillen in adjuvant (aluminiumfosfaat of aluminiumhydroxide). MonoMen is toegediend in een 3- of 4-doses schema met vaccinaties op 0, 2 en 8 dan wel op 0, 1, 2 en 8 maanden. In het totaal zijn 134 kinderen ge6ncludeerd in de studie. Tijdens de observatie periode traden geen ernstige bijwerkingen op, maar werden slechts milde lokale en systemische bijwerkingen gerapporteerd. Geen van de kinderen vertoonde bactericide activiteit tegen de PorA negatieve mutante stam H1.5, wat wijst op PorA specificiteit van de antistofrespons. Over het algemeen is de SBA respons het hoogste in de AlPO4 groepen, zodat adsorptie aan AlPO4 wordt geprefereerd boven AL(OH)3. Na de primaire series zijn de titers iets hoger in kinderen die twee in plaats van drie vaccinaties ontvingen, wat mogelijk het gevolg is van langere intervallen tussen de primaire vaccinaties in het 2+1-schema. Na de boostervaccinatie werden significant hogere GMT's gemeten in kinderen die volgens het 3+1-schema zijn gevaccineerd. Hoewel het 3+1-schema beter lijkt wat betreft de hoogte van de GMT's, worden tussen de twee schema's slechts weinig verschillen gevonden in percentages imuunresponders. Zowel deze studie als de studie naar het booster effect van MonoMen in kinderen geprimed met hexavalent MenB vaccin tonen aan dat MonoMen een veilig en immunogeen vaccin is

    Veiligheid en immunogeniciteit van het RIVM hexavalent meningococcen B vesicle vaccin in Rotterdamse kinderen van 2-3 en 7-8 jaar

    No full text
    In dit rapport wordt verslag gedaan van een gerandomiseerde gecontroleerd fase-II klinische studie naar de veiligheid en immunogeniciteit van het RIVM hexavalente MenB vesicle vaccin in 189 kinderen van 2-3 jaar en 168 kinderen van 7-8 jaar in de stad Rotterdam. Twee concentraties van het MenB vesicle vaccin zijn onderzocht, waarbij hepatitis B vaccin (HB-VAX(registered trademark) DNA) werd gebruikt als controle en toegediend volgens hetzelfde schema als het RIVM MenB vaccin. Het vaccinatie schema was gebaseerd op 3 doses gegeven op 0, 2 and 8 maanden. Het MenB vaccin was meer reactogeen dan het controle vaccin, maar de reacties waren mild en er traden geen ernstige bijwerkingen op. Koorts, 1 van de meest voorkomende systemische bijwerkingen na vaccinatie, kwam niet vaker voor na toediening van het MenB vesicle vaccin dan na toediening van het controle vaccin. De serum bactericide antistof (SBA) respons werd gemeten tegen zes isogene varianten van stam H44/76 waarin elk PorA eiwit van het hexavalente vaccin individueel tot expressie is gebracht. In de bloedmonsters verkregen 1 maand na vaccinatie, hadden peuters (2-3 jaar) statistisch significant hogere SBA titers dan schoolkinderen (7-8 jaar). Er was geen significant verschil tussen de lage en hoge vaccin dosis. De SBA respons was voornamelijk gericht tegen 1 van de drie PorA eiwitten op elk van de twee vesicles. Het RIVM hexavalent MenB vesicle vaccin zal verder worden verbeterd met betrekking tot zowel productie methoden als immunogeniteit.This report documents the results of a randomised controlled phase-II clinical study into the safety and immunogenicity of the RIVM hexavalent MenB vesicle vaccine among 189 children aged 2-3 and 168 children aged 7-8 in the city of Rotterdam, the Netherlands. Two concentrations of the MenB vesicle were investigated where hepatitis B vaccine (HB-VAX(registered trademark) DNA) was used as a control and administered according to the same schedule as the RIVM MenB vaccine. The vaccination schedule was based on 3 doses given at 0, 2 and 8 months. The meningococcal vaccine was found to be more reactogenic than the control vaccine but the reactions were mild, no serious reactions occurred. Fever, one of the most common systemic adverse reactions after vaccination, did not occur more often after administration of the MenB vesicle vaccines than after administration of the control vaccine. The serum bactericidal antibody (SBA) response was assessed against isogenic variants of strain H44/76 in which each vaccine PorA protein was expressed individually. In the blood samples obtained one month after vaccination, toddlers (aged 2-3) were shown to have statistically significant higher SBA titres than school children (aged 7-8). There was no significant difference between the low and high vaccine doses. The SBA response was directed predominantly at one of the three PorA proteins in each of the two vesicles. The RIVM hexavalent MenB vesicle vaccine will be further improved, both with regard to both production methods and to immunogenicity.Inspectie Gezondheidszor

    Veiligheid en immunogeniciteit van het RIVM hexavalent meningococcen B vesicle vaccin in Rotterdamse kinderen van 2-3 en 7-8 jaar

    No full text
    This report documents the results of a randomised controlled phase-II clinical study into the safety and immunogenicity of the RIVM hexavalent MenB vesicle vaccine among 189 children aged 2-3 and 168 children aged 7-8 in the city of Rotterdam, the Netherlands. Two concentrations of the MenB vesicle were investigated where hepatitis B vaccine (HB-VAX(registered trademark) DNA) was used as a control and administered according to the same schedule as the RIVM MenB vaccine. The vaccination schedule was based on 3 doses given at 0, 2 and 8 months. The meningococcal vaccine was found to be more reactogenic than the control vaccine but the reactions were mild, no serious reactions occurred. Fever, one of the most common systemic adverse reactions after vaccination, did not occur more often after administration of the MenB vesicle vaccines than after administration of the control vaccine. The serum bactericidal antibody (SBA) response was assessed against isogenic variants of strain H44/76 in which each vaccine PorA protein was expressed individually. In the blood samples obtained one month after vaccination, toddlers (aged 2-3) were shown to have statistically significant higher SBA titres than school children (aged 7-8). There was no significant difference between the low and high vaccine doses. The SBA response was directed predominantly at one of the three PorA proteins in each of the two vesicles. The RIVM hexavalent MenB vesicle vaccine will be further improved, both with regard to both production methods and to immunogenicity.In dit rapport wordt verslag gedaan van een gerandomiseerde gecontroleerd fase-II klinische studie naar de veiligheid en immunogeniciteit van het RIVM hexavalente MenB vesicle vaccin in 189 kinderen van 2-3 jaar en 168 kinderen van 7-8 jaar in de stad Rotterdam. Twee concentraties van het MenB vesicle vaccin zijn onderzocht, waarbij hepatitis B vaccin (HB-VAX(registered trademark) DNA) werd gebruikt als controle en toegediend volgens hetzelfde schema als het RIVM MenB vaccin. Het vaccinatie schema was gebaseerd op 3 doses gegeven op 0, 2 and 8 maanden. Het MenB vaccin was meer reactogeen dan het controle vaccin, maar de reacties waren mild en er traden geen ernstige bijwerkingen op. Koorts, 1 van de meest voorkomende systemische bijwerkingen na vaccinatie, kwam niet vaker voor na toediening van het MenB vesicle vaccin dan na toediening van het controle vaccin. De serum bactericide antistof (SBA) respons werd gemeten tegen zes isogene varianten van stam H44/76 waarin elk PorA eiwit van het hexavalente vaccin individueel tot expressie is gebracht. In de bloedmonsters verkregen 1 maand na vaccinatie, hadden peuters (2-3 jaar) statistisch significant hogere SBA titers dan schoolkinderen (7-8 jaar). Er was geen significant verschil tussen de lage en hoge vaccin dosis. De SBA respons was voornamelijk gericht tegen 1 van de drie PorA eiwitten op elk van de twee vesicles. Het RIVM hexavalent MenB vesicle vaccin zal verder worden verbeterd met betrekking tot zowel productie methoden als immunogeniteit
    corecore