8 research outputs found

    Routine outcome monitoring as a compass in forensic clinical treatment

    Get PDF
    Onderzoek naar het Instrument voor de Forensische Behandel Evaluatie (IFBE) in een tbs-populatie geeft de eerste aanwijzingen dat het instrument als kompas in de forensisch psychiatrische behandeling gebruikt kan worden. Het meten van behandeluitkomsten is al meerdere jaren de standaard binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De tbs-behandeling heeft als doel om de kans op een nieuw delict te verminderen en een patiënt te laten resocialiseren in de maatschappij. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk dat behandeling afgestemd wordt op het risico, de factoren die dit risico vergroten of juist verkleinen en de mogelijkheden en sterktes van de patiënt zelf. De huidige tbs-behandeling duurt lang en het is van belang dat de behandeling periodiek geëvalueerd wordt. Het IFBE is speciaal ontwikkeld om de behandeling vanuit deze oogpunten te evalueren. In het proefschrift 'Routine Outcome Monitoring as a Compass in Forensic Clinical Treatment' is door Frida van der Veeken onderzocht of het IFBE geschikt is om richting te geven aan de behandeling. In 2011 is in FPC de Kijvelanden en FPC 2landen gestart met de reguliere afname van het IFBE samen met aanvullende instrumenten voor de verschillende groepen mannelijke patiënten met een tbs-maatregel. Vervolgens is onderzocht of er onderscheidbare 'profielen' zijn te identificeren op basis van het type delict, de psychiatrische diagnostiek en de aanwezige risicofactoren. Aansluitend is gekeken of het IFBE goede psychometrische kwaliteiten heeft om te gebruiken in de forensisch psychiatrische zorg. Hiernaast is onderzocht of de vragen van het IFBE en de drie factoren van het IFBE (beschermend gedrag, probleem gedrag en resocialisatie vaardigheden), voorspellend zijn voor toekomstige agressie en voor middelengebruik. Ook is gekeken of de IFBE scores gerelateerd zijn aan toekomstig verlof. Als laatste is onderzocht of het IFBE verandering in kaart kan brengen op de drie factoren. De resultaten in het proefschrift laten zien dat het IFBE voldoende psychometrische kwaliteiten heeft en dat de overeenstemming tussen behandelaren en de test-hertest betrouwbaarheid voor de meeste items voldoende is. Het voordeel van het IFBE is dat meerdere disciplines het instrument tegelijkertijd kunnen scoren wat leidt tot één samengestelde score. De indeling van de drie factoren wordt in het onderzoek slechts deels ondersteund en verdient verder onderzoek in een grotere populatie. Analyses onderscheiden vier profielen welke een beschrijving geven van de tbs-populatie. Omdat deze echter niet aan alle voorwaarden voldoen, is het niet mogelijk geweest de specifieke behandelvoortgang voor deze profielen te onderzoeken. Het onderzoek naar de behandelvoortgang toont geen voortgang op groepsniveau. Dit heeft mogelijk te maken met de diversiteit van de populatie, de gekozen meetmomenten en het feit dat niet de gehele behandelduur is meegenomen. Patiënten die meer 'problematisch' scoren op een van de factoren laten echter wel voortgang zien op dezelfde factor. Patiënten met een minder 'problematische' score laten echter een trend van achteruitgang zien.Dit proefschrift laat zien dat het IFBE gebruikt kan worden in de forensisch psychiatrische behandeling als ROM-instrument. Toekomstig onderzoek naar het gebruik van feedback en de relatie van de behandelvoortgang met recidive kan verder bijdragen aan het gebruik van het IFBE en de forensische ROM als kompas in de behandeling. Het IFBE zou dan kunnen bijdragen aan het tijdig signaleren van patiënten die geen voortgang of zelfs achteruitgang vertonen. Op die manier zou het IFBE een korter traject, tijdige wijziging van het behandelplan of geïnformeerde besluitvorming kunnen stimuleren. Tenslotte is het niet onbelangrijk te vermelden dat het IFBE gebruiksvriendelijk is en weinig tijd in beslag neemt om te scoren. Het is van belang dat ROM niet als een last en verplichting wordt gezien, maar gebruikt wordt door behandelaren ten bate van de behandeling

    Patient profiles in Dutch forensic psychiatry based on risk factors, pathology, and offense

    No full text
    Forensic psychiatry embodies a highly heterogeneous population differing widely in terms of diagnoses, crimes committed, and risk factors. All of these are vitally important for treatment indications and should be accounted for in research. However, there is limited empirical knowledge of patient profiles. This study constructed patient profiles on the basis of the three domains mentioned above. Participants were found guilty of having committed crimes due to psychiatric disorders and were admitted to Forensic Psychiatric Center (FPC) 2landen or FPC De Kijvelanden in the Netherlands. Retrospective data were retrieved from patient files. Diagnoses were assessed according to the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (4th ed., text rev.; DSM-IV-TR) criteria and risk factors according to the Historical Clinical Future–30 (HKT-30) instrument. Latent class analysis was conducted to define typologies; external variables were included for validation. Four different classes or “patient risk profiles,” with varying psychopathologies, risk factors, and crimes, were identified. Results were consistent with previous studies, and external validation with the Psychopathy Checklist–Revised (PCL-R) two-factor model and the four facets of the PCL-R agreed with results found. Results display specific risk factors for specific psychopathology/offense combinations

    Routine outcome monitoring and clinical decision-making in forensic psychiatry based on the Instrument for Forensic Treatment Evaluation

    Get PDF
    Background Rehabilitation in forensic psychiatry is achieved gradually with different leave modules, in line with the Risk Need Responsivity model. A forensic routine outcome monitoring tool should measure treatment progress based on the rehabilitation theory, and it should be predictive of important treatment outcomes in order to be usable in decision-making. Therefore, this study assesses the predictive validity for both positive (i.e., leave) and negative (i.e., inpatient incidents) treatment outcomes with the Instrument for Forensic Treatment Evaluation (IFTE). Methods Two-hundred and twenty-four patients were included in this study. ROC analyses were conducted with the IFTE factors and items for three leave modules: guided, unguided and transmural leave for the whole group of patients. Predictive validity of the IFTE for aggression in general, physical aggression specifically, and urine drug screening (UDS) violations was assessed for patients with the main diagnoses in Dutch forensic psychiatry, patients with personality disorders and the most frequently occurring co-morbid disorders: those with combined personality and substance use disorders. Results and Conclusions Results tentatively imply that the IFTE has a reasonable to good predictive validity for inpatient aggression and a marginal to reasonable predictive value for leave approvals and UDS violations. The IFTE can be used for information purposes in treatment decision-making, but reports should be interpreted with care and acknowledge patients' personal risk factors, strengths and other information sources

    Toward a Risk Management Strategy: A Narrative Review of Methods for Translation of Risk Assessment into Risk Management

    Get PDF
    In forensic mental health care, a risk management plan forms the transition between the assessment and the treatment phase. Research and practice have shown that clinicians often experience difficulties in the transition from assessment to risk management. Available methods often do not provide sufficient guidelines. The current narrative review aimed to provide an overview of available methods for the translation of the risk assessment information into a risk management plan and to evaluate these methods. A literature search led to the identification of 21 methods, of which only two provided concrete guidelines for all of the steps of the pathway from risk assessment to management. Results underline the importance of providing clinicians with structured methods to guide the risk management pathway
    corecore