102 research outputs found

    Maatregelen bij mogelijke vestiging van tomatenmineermot Tuta absoluta

    Get PDF
    Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld door middel van feromoonvallen. Het is minstens zo belangrijk om gewaswaarnemingen te doen. De jonge mijnen onderscheiden zich niet eenvoudig van mijnen van mineervliegen. In oudere mijnen is duidelijk plaatselijke ophoping van uitwerpselen te zien. In mijnen van mineervliegen is dat alleen een onderbroken zwarte streep. Rupsen van Tuta absoluta kunnen worden bestreden met abametine (Vertimec) en spinosad (Tracer). Bij aanvang van de teelt of al in de opkweek wordt Macrolophus melanotoma (= M. caliginosus) loslaten, zodat er zo snel mogelijk voldoende roofwantsen in het gewas zitten

    Onderzoek aan de tomatenmineermot Tuta absoluta in 2010: Testen van chemische middelen en inventarisatie van natuurlijke vijanden

    Get PDF
    Referaat Er zijn ook in 2010 verschillende behandelingen met middelen uitgevoerd tegen de tomatenmineermot Tuta absoluta. Middelen met een snelle werking tegen rupsen zijn flubendiamide (Fame), abamectine (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim) en spinosad (Tracer). Ook indoxacarb heeft een effect. De rupsen stoppen met eten, maar het duurt langere tijd voordat ze dood zijn. Buiten werden tomatenplanten belegd met eieren van Tuta absoluta bij het natuurgebied van Kinderdijk neergezet, met als doel natuurlijke vijanden te verzamelen. Het bleek dat Tuta absoluta door twee soorten inheemse sluipwespen werd geparsiteerd: Elachertus inunctus en Pnigalio soemius. Ook werd de roofwants Dicyphus errans op de tomatenplanten met Tuta absoluta gevonden. De beheersstratgie (monitoring, herkenning, bestrijding) blijft voorlopig als volgt: Het optreden van Tuta absoluta kan worden vastgesteld doormiddel van feromoonvallen. Maar omdat op deze wijze alleen mannetjes worden gevangen, is het ook belangrijk om te letten op aantasting in het gewas. De jonge mijnen zijn vrij moeilijk van mijnen van mineervliegen te onderscheiden. In de oude mijnen van Tuta absoluta zijn de uitwerpselen gemakkelijk te zien. Voor de praktijk blijft het belangrijk de aantallen van de roofwants Macrolophus zo snel mogelijk op een hoog niveau te krijgen. Abstract Different chemical and a biological agents were tested against the tomato leaf miner Tuta absoluta in 2010. Agents with a quick action were flubendiamide (Fame), abamectin (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim) and spinosad (Tracer). Idoxacarb was also effective. The caterpillars stopped eating, but it took more time before they died. Tomato plants with eggs of Tuta absoluta were placed outside in the nature reserve of Kinderdijk, far away from the greenhouse areas. The aim was to find natural enemies. Two indigenous parasitoids parasitized caterpilars of Tuta absoluta: Elachertus inunctus and Pnigalio soemius. The predatory bug Dicyphus errans was also active on the tomato plants with Tuta absoluta. The current strategy (monitoring, recognition, control) remains as follows: Pheromone traps are useful to discover Tuta absoluta in greenhouses. Only males are being trapped, which means that it is also important to search for mines in the crops. Young mines of Tuta absoluta and other leaf miners are difficult to distinguish. Older mines of Tuta absoluta are recognized by large amounts of frass. It is important to establish high numbers of Macrolophus in the tomato crop as soon as possible

    Geïntegreerde bestrijding van citruswolluis Planococcus citri in roos

    Get PDF
    Abstract Since early 2000 the citrus mealybug, Planococcus citri (Risso), has become a key pest in roses cultivated in greenhouses in The Netherlands. While adopting a more integrated approach toward controlling (other) pests, growers have abandoned regular applications of broad spectrum pesticides, thus allowing mealybugs to become more widespread. Researchers have been investigating the benefits of both inundative releases of (commercial available) natural enemies of this pest. The relevance of introducing natural enemies for controlling mealybugs on greenhouse roses is discusse

    Bewuste middelenkeuze komkommer : raadpleeg de milieu-effectenkaarten

    Get PDF
    Voor het bestrijden van ziekten en plagen kan een komkommerteler kiezen uit verschillende mogelijkheden zoals: biologische bestrijding, chemische bestrijding of een combinatie hiervan. Welke gewasbeschermingsmiddelen zijn er beschikbaar en toegelaten? En waar moet een teler op letten bij het maken van een keuze uit die middelen? Voor verschillende gewassen zijn milieu-effectenkaarten opgesteld. Deze geven informatie over de beschikbare middelen, effect op natuurlijke vijanden, resistentie, herbetreding, veiligheidstermijn en milieubelasting

    Geïntegreerde bestrijding van trips in Freesia in een zomerteelt in 2009

    Get PDF
    Trips is een van de plagen in freesia die moeilijk is te bestrijden. Het pakket chemische gewasbeschermingsmiddelen is smal en door intensief gebruik van het beperkte aantal middelen is het risico van resistentieontwikkeling groot. Uitbreiding van de bestrijdingsmogelijkheden door de inzet van natuurlijke vijanden is een oplossing. Het hier beschreven onderzoek is uitgevoerd in 2009. Nu werd gestart in de zomer (week 31) en op hetzelfde bedrijf als waar in 2007 en 2008 het onderzoek werd uitgevoerd. De tripsdruk is in die periode veel hoger dan in het voorjaar. Weer is gewerkt met alleen commercieel beschikbare natuurlijke vijanden, waarbij verschillende uitzetstrategieën werd gevolgd. Daarnaast is oriënterend gekeken naar de mogelijkheid van het gebruik van bankerplanten en is gezocht naar van nature in een freesiagewas voorkomende natuurlijke vijanden van trips

    Roofwantsen tegen trips in chrysant: Orius majusculus en Orius niger

    Get PDF
    Referaat Roofwantsen, Orius spp. kunnen behalve tripsnimfen ook volwassen trips eten. Omdat Orius niger volgens verschillende auteurs niet gevoelig zou zijn voor korte daglengte, waarbij sommige Orius soorten stoppen met eileg, werden deze roofwantsen buiten verzameld en in kweek genomen. Het kweken op peulen van sperzieboon of stengeldelen van bijvoet met eieren van Ephestia lukte onvoldoende. Het kweken lukte beter op planten waaronder Artemisia vulgaris en Amaranthus caudatus, maar toch onvoldoende voor een goedlopende kweek. In een kas met chrysant werd daarom tussen eind februari en begin april Orius majusculus losgelaten. Deze soort kon zich tot in oktober in opeenvolgende en overlappende plantingen van chrysant handhaven. Behalve trips werd ook bladluis gegeten. Het aantal trips op de planten bleef in de zomer lager dan 1 trips adult of nimf per tak. Er waren slechts onduidelijke symptomen van trips op de bladeren te zien. Waarschijnlijk was de behaalde dichtheid van 1 Orius nimf of adult per 5 takken het maximaal haalbare bij deze aantallen trips. In het najaar liep het aantal trips, zowel Frankliniella occidentalis als Echinothrips americanus, op. Orius majusculus bleek een groot deel van het jaar succesvol volwassen trips en trips nimfen te eten in chrysant. Abstract Minute pirate bugs, Orius spp., are able to prey on both nymphs and adults of thrips. Orius niger was collected outdoors in order to set up a rearing. This species would not be subject to reproductive diapause according to several authors. Rearing on bean pods or pieces of stem of Artemisia vulgaris with eggs of Ephestia was not very successful. Rearing on plants such as Artemisia vulgaris or Amaranthus caudatus succeeded better, but still insufficient. Instead of Orius niger, Orius majusculus was released in a greenhouse planted with chrysanthemum between the end of February and the beginning of April. This species reproduced in subsequent and overlapping plantings of chrysanthemum until October. They preyed both on thrips and apids. During summer the number of thrips was less than 1 adult or nymph per plant. The thrips symptoms on the leaves were indistinct. The number of 1 Orius nymph or adult per 5 plants was probably the maximal achievable number in relation with this number of thrips. In autumn the number of thrips, both Frankliniella occidentalis and Echinothrips americanus increased. Orius majusculus was successful in predating both adult thrips and nymphs during most of the year

    Effect van watergiftmethode en cultivar op biologische tripsbestrijding in alstroemeria

    Get PDF
    Het effect van watergift en cultivar op het verpoppingsgedrag van trips werd onderzocht op praktijkbedrijven en in een kasproef bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk. Daarnaast werd het effect van aaltjes, een bodemroofmijt en een insectenpathogene schimmel na een grondbehandeling op trips nagegaan. Op geen van de vier praktijkbedrijven werden poppen op het gewas aangetroffen. Ook in de kasproef werd vastgesteld dat trips niet op het gewas verpopt, maar in de grond. De methode van watergeven heeft invloed op de ontwikkeling van een tripspopulatie. In de vakken waarin water werd gegeven via de regenleiding was het aantal tripsen op vangplaten duidelijk minder dan op vangplaten in vakken waarin water werd gegeven via druppelaars
    corecore