51 research outputs found
Limburg province: population stagnation and ageing - The challenges of revitalising the regional economy
Sectorrapportage Hoger Agrarisch Onderwijs
De HBO-Monitor vierde in 2010 haar 20-jarige bestaan. In de eerste twintig jaar van de HBO-Monitor is op verschillende manieren gerapporteerd over de aansluiting tussen het HBO en de arbeidsmarkt, over de vraag wat de HBO-studenten tijdens hun studie hebben geleerd en over de vraag hoe zij de gevolgde opleiding beoordelen. Hierbij is vooral gericht gerapporteerd op landelijk niveau en op het niveau van de onderwijsinstelling. De tussenliggende laag, de afzonderlijke sectoren, (met uitzondering van de sector kunst), zijn daarbij (met uitzondering van het eerste jaar van de HBO-Monitor) zelden als insteek gekozen. Voor de resterende zes sectoren: Economie, Gezondheidszorg, Landbouw, Pedagogisch, Sociaal-agogisch en Techniek wordt in het kader van het 20-jarige bestaan dan ook een rapport geschreven met de betreffende sector als centraal ankerpunt. Vanuit dit perspectief is de voorliggende rapportage specifiek gericht op de HBO-sector Landbouw (HAO). Hierbij staan de implicaties van recente alsook toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen in de sector op de gevraagde competenties van afgestudeerden centraal. Zo wordt achterhaald op welke competenties het onderwijsveld zich de komende jaren zou moeten richten om afgestudeerden optimaal voor te kunnen bereiden op hun beroepsloopbaan in de technisch sector
Sectorrapportage Hoger Technisch Onderwijs
De HBO-Monitor vierde in 2010 haar 20-jarige bestaan. In de eerste twintig jaar van de HBO-Monitor is op verschillende manieren gerapporteerd over de aansluiting tussen het HBO en de arbeidsmarkt, over de vraag wat de HBO-studenten tijdens hun studie hebben geleerd en over de vraag hoe zij de gevolgde opleiding beoordelen. Hierbij is vooral gericht gerapporteerd op landelijk niveau en op het niveau van de onderwijsinstelling. De tussenliggende laag, de afzonderlijke sectoren, (met uitzondering van de sector kunst), zijn daarbij (met uitzondering van het eerste jaar van de HBO-Monitor) zelden als insteek gekozen. Voor de resterende zes sectoren: Economie, Gezondheidszorg, Landbouw, Pedagogisch, Sociaal-agogisch en Techniek wordt in het kader van het 20-jarige bestaan dan ook een rapport geschreven met de betreffende sector als centraal ankerpunt. Vanuit dit perspectief is de voorliggende rapportage specifiek gericht op de HBO-sector Hoger Technisch Onderwijs (HTO). Hierbij staan de implicaties van recente alsook toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen in de sector op de gevraagde competenties van afgestudeerden centraal. Zo wordt achterhaald op welke competenties het onderwijsveld zich de komende jaren zou moeten richten om afgestudeerden optimaal voor te kunnen bereiden op hun beroepsloopbaan in de technisch sector
Sectorrapportage Hoger Economisch Onderwijs
De HBO-Monitor vierde in 2010 haar 20-jarige bestaan. In de eerste twintig jaar van de HBO-Monitor is op verschillende manieren gerapporteerd over de aansluiting tussen het HBO en de arbeidsmarkt, over de vraag wat de HBO-studenten tijdens hun studie hebben geleerd en over de vraag hoe zij de gevolgde opleiding beoordelen. Hierbij is vooral gericht gerapporteerd op landelijk niveau en op het niveau van de onderwijsinstelling. De tussenliggende laag, de afzonderlijke sectoren, is daarbij (met uitzondering van het eerste jaar van de HBO-Monitor) zelden als insteek gebruikt. Afgezien van de sector Kunst, wordt voor de resterende zes sectoren: Economie, Gezondheidszorg, Landbouw, Pedagogisch, Sociaal-agogisch en Techniek in het kader van het 20-jarige bestaan dan ook een rapport geschreven met de betreffende sector als centraal ankerpunt. Vanuit dit perspectief is de voorliggende rapportage specifiek gericht op de HBO-sector Hoger Economisch Onderwijs (HEO). Hierbij staan de implicaties van recente alsook toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen in de sector op de gevraagde competenties van afgestudeerden centraal. Zo wordt achterhaald op welke competenties het onderwijsveld zich de komende jaren zou moeten richten om afgestudeerden optimaal voor te kunnen bereiden op hun beroepsloopbaan in de economische sector
The impact of distance deterrence on the choice of field of study in vocational education in the Netherlands
Doelmatigheid mbo in de regio
Dit onderzoek is verricht op basis van een onderzoeksvoorstel door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het rapport gaat in op de doelmatigheid van opleidingen in het mbo, zowel wat betreft de schaalgrootte in relatie tot de kostenefficiëntie van opleidingen, als de aansluiting met de regionale arbeidsvraag. De auteurs danken de leden van de begeleidingscommissie van het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA) voor hun constructieve commentaar
Why do recent graduates enter into flexible jobs?
Flexible jobs make up a larger share of the Dutch labour market than in almost any other Western country. Recent graduates in the Netherlands are particularly likely to take flexible jobs. In this study we examine why recent graduates enter into temporary contracts and whether flexible jobs offer a poorer match for graduates' qualifications than permanent jobs. We find that recent graduates that enter into flexible jobs face large wage penalties, a worse job match and less training participation than graduates who take permanent jobs, even after correcting for differences in ability. When the labour market situation for a particular field of education deteriorates, more recent graduates are forced into flexible jobs, threatening their position on the labour market in the long run. Flexible work among recent graduates is unrelated to their willingness to take risks. Only for university graduates is there any indication that flexible jobs may provide a stepping stone to permanent employment
- …