15 research outputs found

    Формалізація основних принципів взаємодії інвестора (кредитора) та позичальника (господарюючого суб’єкта)

    Get PDF
    Здійснено аналіз питань пов’язаних з організацією раціонального інвестування як з точки зору позичальника (господарюючого суб’єкта) так і з точки зору інвестора (кредитора). Проблему узгодження інтересів інвестора та позичальника сформульовано як багатокритеріальну задачу математичного програмування. Запропонована формалізація взаємодії господарюючого суб’єкта та інвестора за допомогою дослідження дискретного Марковського процесу, стани якого задаються вектором інтегральних показників діяльності кредитора та позичальника.This work comprises the rational investment organizationrelated issues analysis from the borrower’s (managing entity), as well as from the investor’s (creditor’s) point of view. The borrower and investor’s interests’ coordination issue is formulated as a mathematical programming multicriterion problem. The borrower and investor cooperation formalization with help of discreet Markov’s process study is introduced. The Markov’s process’ states are determined by the investor and borrower’s integral activities’ rates vector

    Searching for a match: the formation of person-organization fit perceptions

    Get PDF
    Voor het aantrekken, selecteren en behouden van tevreden werknemers is het van belang dat werknemers passen bij de cultuur van een organisatie. Iemands persoonlijke waarden moeten aansluiten bij de cultuurwaarden van de organisatie. Om dit te bereiken zouden werkzoekenden een alomvattende vergelijking moeten maken van hun persoonlijke waarden en de cultuurwaarden van de organisatie. Marije de Goede laat echter zien dat werkzoekenden geneigd zijn zich te richten op een beperkt aantal organisatiekenmerken. Ze letten vooral op organisatiewaarden die ze aantrekkelijk vinden en vragen zich dan af of deze waarden in de organisatie aanwezig zijn. Ze letten daarentegen minder op organisatiewaarden die ze onaantrekkelijk vinden; informatie over die onaantrekkelijke waarden wordt al gauw genegeerd. Beschikbare informatie over de cultuur van een organisatie wordt dus eenzijdig en onvolledig gebruikt, zodat de indruk die werkzoekenden hebben van de organisatiecultuur geen goede afspiegeling is van de werkelijke organisatiecultuur. Baanzoekers doen er goed aan om zich bij hun baankeuze niet alleen te laten leiden door wat ze wensen maar ook door wat ze niet wensen in een toekomstige organisatie. Organisaties die passende sollicitanten willen aantrekken kunnen het beste eerlijke informatie over hun dominante cultuurwaarden geven

    Van talentvol naar talent

    No full text

    Drijfveren van onderzoekers

    No full text

    Motivation of researchers: Facts and Figures

    No full text
    Dit rapport is gebaseerd op een enquête onder enkele duizenden onderzoekers (n=4243) werkzaam bij Nederlandse universiteiten, universitair medische centra (umc’s) en een aantal onderzoeksinstituten. De opvallendste bevindingen betreffen de universitaire onderzoekers. De enquête geeft verschillende signalen over de relatie tussen onderzoek en onderwijs aan de universiteit. De belangrijkste doelstellingen van onderzoekers blijken ‘het kunnen uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig onderzoek’ en ‘het werken in een omgeving met kwalitatief goede en inspirerende mensen’. Doelen met betrekking tot onderwijs of valorisatie scoren relatief laag. Veel onderzoekers zouden relatief meer tijd aan onderzoek willen besteden. Tegelijk geven veel onderzoekers aan dat ze in hun functiebeoordeling juist onderwijsprestaties zwaarder willen laten wegen. Die lijkt nu gedomineerd te worden door prestatie-indicatoren met betrekking tot publiceren en fondsenwerving. De meeste onderzoekers besteden weinig tot geen tijd aan kennisoverdracht. Ze ervaren kennisbenutting/valorisatie wel als een belangrijk doel van hun organisatie, maar voor henzelf heeft dit een lage prioriteit. Wel ziet zo’n 40% van de onderzoekers het doen van maatschappelijk relevant onderzoek als een belangrijke doelstelling

    Het Amsterdamse Experiment rondom de Bijstand

    No full text
    Het Amsterdams Experiment rondom de Bijstand In 2017 voldeed de gemeente Amsterdam niet aan alle voorwaarden van het Ministerie van VWS om aan te sluiten bij het landelijke experiment rondom de bijstand ihkv de Participatiewet. Amsterdam besloot haar eigen experiment op te zetten. Amsterdam telt circa 40.000 bijstandsgerechtigden. Ondanks de aantrekkende arbeidsmarkt wordt deze groep niet kleiner. Amsterdam wil onderzoeken of ze haar huidige beleid kan aanpassen in de hoop dat meer bijstandsgerechtigden –duurzaam- de stap naar (deeltijd) werk durven en kunnen zetten. Het Amsterdam Experiment rond de bijstand is in 2018 gestart en wordt onderzocht door de HvA ism de UvA. De algemene onderzoeksvraag is onder welke condities mensen in de bijstand optimaal kunnen participeren. Doel is inzicht krijgen in de effecten van beleid in termen van financiële (betaald werk) en maatschappelijke (onbetaald werk, welbevinden) participatie. Gedurende vier jaar worden 750 deelnemers geïnterviewd, zodat kan worden gekeken of hun situatie verandert. Afgelopen jaar zijn deelnemers geïnterviewd voor een nulmeting. Op basis van deze nulmeting hebben we een indruk van (a) de mate van het financieel en maatschappelijk participeren van de deelnemers bij aanvang van het experiment en (b) hun opvattingen en attitudes ten aanzien van de bijstand en de instituties waar zij mee te maken hebben. Dit artikel behandelt eerst de start en opzet van het experiment. Vervolgens schetsen we met de nulmeting een aantal kenmerken van de groep bijstandsgerechtigden. Om grip te krijgen op de diversiteit van de onderzoeksgroep maken we gebruik van een clustering van ‘typen’ bijstandsgerechtigden

    Academische carrières en loopbaanbeleid/Academic careers in the Netherlands

    No full text
    In deze publicatie geeft het Rathenau Instituut feitelijke informatie over de loopbanen van academici aan de Nederlandse universiteiten. Door het eerder ontbreken van dergelijke informatie zijn veel beelden ontstaan over carrières in de wetenschap. De universitaire sector heeft het imago weinig dynamisch te zijn doordat de hogere rangen bij universiteiten vrijwel ‘dicht zitten’ en jonge wetenschappers betrekkelijk weinig ruimte hebben voor een carrière in de wetenschap. Er is ook een beeld dat de weg naar de top vooral binnen de sector plaatsvindt; eenmaal uit de academie kun je een verdere carrière in de wetenschap wel vergeten. Deze Feiten & Cijfers-publicatie geeft op basis van nieuwe analyses van de beschikbare informatie meer inzicht in de arbeidsmarktbewegingen die het academische carrièrehuis vormen en de dynamiek van de wetenschappelijke arbeidsmarkt. De belangrijkste conclusies van deze publicatie zijn: De Nederlandse academische arbeidsmarkt is een open systeem. Flinke aantallen promovendi (PROM), overig wetenschappelijk personeel (OVWP), universitair docenten (UD), universitair hoofddocenten (UHD) en hoogleraren (HGL) verlaten de universiteit, maar omgekeerd stromen ook veel wetenschappers in van buiten de Nederlandse universiteiten. De Nederlandse wetenschap wordt steeds internationaler. Steeds meer academici komen vanuit het buitenland en steeds meer academici die aan de Nederlandse universiteiten werken, gaan naar het buitenland. Het aandeel buitenlandse academici in Nederland groeit.

    Тематика XV Міжнародного з’їзду славістів (Мінськ, Білорусь, 2013 р.)

    Get PDF
    In dit rapport staan de resultaten beschreven van het onderzoek onder promovendi dat het Rathenau Instituut heeft gedaan in samenwerking met het Promovendi Netwerk Nederland (PNN). Doelstelling van dit onderzoek was om een idee te krijgen van de kwaliteit van promotietrajecten, de carrièreplanning van promovendi en de begeleiding van de promotoren hierbij. Ruim 2.500 promovendi hebben een online vragenlijst beantwoord over onder andere hun promotiedoelen, begeleiding en loopbaanperspectieve
    corecore