Onderstammen bij rode bes - Verslag van een onderstammenproef bij rode bes 210176 Ra 97501

In de teelt van rode bes komt het vaak voor dat in jaren met een hoge productie de scheutgroei en daarmee de productie in het daar op volgende jaar sterk achter blijft. Door middel van het gebruik van een onderstam is de groei en daarmee de productieregelmaat mogelijk te beïnvloeden. In voorjaar 1997 is met de proefrassen Junifer en Roodneus een onderstammenproef gestart op de proeftuin van PPO-Fruit in Randwijk. Doel van de proef was de bruikbaarheid testen van enkele onderstammen. De proef werd eind 2002 vervroegd afgesloten door het optreden van taksterfte veroorzaakt door de schimmelziekte Eutypa. Bij proefrassen Junifer en Roodneus werden planten zonder onderstam (eigen wortel) vergeleken met planten op de onderstammen Junifer, Roodneus, Witte Parel en Ribes aureum. De planten werden geplant op 2,5x0,5m en als ééntakkers opgekweekt. Na het planten werden waarnemingen gedaan aan het uitgangsmateriaal, groei, productie en vruchtkwaliteit

Onderstammen bij rode bes - Verslag van een onderstammenproef bij rode bes 210176 Ra 97501

In de teelt van rode bes komt het vaak voor dat in jaren met een hoge productie de scheutgroei en daarmee de productie in het daar op volgende jaar sterk achter blijft. Door middel van het gebruik van een onderstam is de groei en daarmee de productieregelmaat mogelijk te beïnvloeden. In voorjaar 1997 is met de proefrassen Junifer en Roodneus een onderstammenproef gestart op de proeftuin van PPO-Fruit in Randwijk. Doel van de proef was de bruikbaarheid testen van enkele onderstammen. De proef werd eind 2002 vervroegd afgesloten door het optreden van taksterfte veroorzaakt door de schimmelziekte Eutypa. Bij proefrassen Junifer en Roodneus werden planten zonder onderstam (eigen wortel) vergeleken met planten op de onderstammen Junifer, Roodneus, Witte Parel en Ribes aureum. De planten werden geplant op 2,5x0,5m en als ééntakkers opgekweekt. Na het planten werden waarnemingen gedaan aan het uitgangsmateriaal, groei, productie en vruchtkwaliteit

Snoeiproef rode bes - Verslag van een snoeiproef bij rode bes 610176 Ra 97502

In de teelt van rode bes resulteren hoge producties in een zwakke scheutgroei. Nieuwe scheuten zijn echter belangrijk, voor de productie van het volgende jaar. Te weinig scheuten geeft een te lage productie en een slechte productieregelmaat. Door middel van snoei is de scheutgroei te beïnvloeden. In voorjaar 1998 is bij de rassen Rovada en Junifer een snoeiproef gestart op de proeftuin van PPO-sector Fruit in Randwijk. Doel van de proef was nagaan of door middel van diverse snoeimaatregelen de productie en de productieregelmaat verbeterd konden worden. Bij de uitvoering van de snoeiproef waren telers betrokken. De snoei werd met telers besproken en uitgevoerd. Jaarlijks werden de groeireacties, de producties en vruchtkwaliteit gevolgd. De proef werd eind 2002 vervroegd afgesloten vanwege de duidelijke proefresultaten

Onkruidbestrijding in de biologische teelt van rode bes : verslag van een proef met afdekking van de boomstrook voor onkruidbestrijding

Onkruidbestrijding door afdekking van de bodem met houtsnippers in vergelijking met handmatig schoffelen in een biologische teelt ( volgens de SKAL richtlijn ) van 3 rassen rode aalbessen. Gemeten zijn de uren per ha. nodig, de kosten, de groei van de struiken, de productie en kwaliteit en de opname van mineralen door de plan

Biologische teelt van houtig kleinfruit - Toetsen van de gebruikswaarde van natuurlijke vijanden tegen kleine bessenbladwesp en hennepnetelluis in rode bes in 2000 en 2001 en het effect van mangaan- en magnesiumbespuitingen op gele trosstelen bij rode bes in 2000

Voor de bestrijding van plagen in rode bes zijn geen selectieve middelen voorhanden, zodat een duurzame teelt in de praktijk tot nu toe onmogelijk is. In de teelt van houtig kleinfruit waren de ervaringen met het uitzetten van natuurlijke vijanden zeer gering. Doordat in de gangbare teelt veel insecticiden in de toekomst wegvallen, is onderzoek gedaan naar de inzetbaarheid van natuurlijke vijanden. In 1997 is in Randwijk een perceel aangeplant met rode bes onder regenkappen om na te gaan of een biologische teelt bij rode bes mogelijk is. In het proefperceel werden geen chemische bestrijdingsmiddelen toegepas

Biologische teelt van houtig kleinfruit - Toetsen van de gebruikswaarde van natuurlijke vijanden tegen kleine bessenbladwesp en hennepnetelluis in rode bes in 2000 en 2001 en het effect van mangaan- en magnesiumbespuitingen op gele trosstelen bij rode bes in 2000

Voor de bestrijding van plagen in rode bes zijn geen selectieve middelen voorhanden, zodat een duurzame teelt in de praktijk tot nu toe onmogelijk is. In de teelt van houtig kleinfruit waren de ervaringen met het uitzetten van natuurlijke vijanden zeer gering. Doordat in de gangbare teelt veel insecticiden in de toekomst wegvallen, is onderzoek gedaan naar de inzetbaarheid van natuurlijke vijanden. In 1997 is in Randwijk een perceel aangeplant met rode bes onder regenkappen om na te gaan of een biologische teelt bij rode bes mogelijk is. In het proefperceel werden geen chemische bestrijdingsmiddelen toegepas

Onkruidbestrijding in de biologische teelt van rode bes : verslag van een proef met afdekking van de boomstrook voor onkruidbestrijding

Onkruidbestrijding door afdekking van de bodem met houtsnippers in vergelijking met handmatig schoffelen in een biologische teelt ( volgens de SKAL richtlijn ) van 3 rassen rode aalbessen. Gemeten zijn de uren per ha. nodig, de kosten, de groei van de struiken, de productie en kwaliteit en de opname van mineralen door de plan

Phytomonitoring naar de oorzaak van pseudo-rode-vruchtziekte bij braam : verslag van het bramenproject 210177 in 2001

Dit onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbou

Ligament reconstruction in thumb carpometacarpal joint instability: A systematic review

Summary: In thumb carpometacarpal (CMC) instability, laxity of the ligaments surrounding the joint leads to pain and weakness in grip and pinch strength, which predisposes the patient to developing CMC joint arthritis. Recent advancements in joint anatomy and kinematics have led to the development of various surgical reconstructive procedures. This systematic review outlines the available ligament reconstruction techniques and their efficacy in treating nontraumatic and nonarthritic CMC instability. Additionally, we aimed to provide evidence which specific ligament reconstruction technique demonstrates the best results. Four databases (Embase, MEDLINE, Web of Science, and Cochrane Central) were searched for studies that reported on surgical techniques and their clinical outcomes in patients with nontraumatic and nonarthritic CMC instability. Twelve studies were analyzed for qualitative review, including nine different surgical ligament reconstruction techniques involving two hundred and thirty thumbs. All but one of the reported techniques improved postoperative pain scores and showed substantial improvement in pinch and grip strength. Complication rates varied between 0% and 25%. The included studies showed that ligament reconstruction effectively alleviated the patients’ complaints regarding pain and instability, resulting in overall high patient satisfaction. Nevertheless, drawing definitive conclusions regarding the superiority of any ligament reconstruction technique remains challenging owing to the limited availability of homogeneous data in the current literature