13 research outputs found

    Immunisation coverage and annual report National Immunisation Programme in the Netherlands 2016

    No full text
    Het RIVM beschrijft jaarlijks de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), zowel inhoudelijk als organisatorisch. Vanaf dit jaar zijn de belangrijkste gebeurtenissen en de ontwikkelingen op het gebied van de vaccinatiegraad gebundeld. Belangrijke gebeurtenissen In 2016 waren er geen opvallende uitbraken van RVP-ziekten. Wel stijgt sinds oktober 2015 het aantal patiënten met meningokokkenziekte W, terwijl in het RVP tegen meningokokkenziekte C wordt ingeënt. Opvallend was het stevige debat dat in november 2016 in diverse media is gevoerd tussen voor- en tegenstanders van vaccinatie. Verder heeft het RIVM factsheets gemaakt voor zowel professionals als het publiek met informatie over vaccinaties tegen ziekten die wel beschikbaar zijn maar niet in het RVP zijn opgenomen. Voorbeelden zijn waterpokken, gordelroos en het rotavirus (www.rivm.nl/vaccinaties). Vaccinatiegraad De vaccinatiegraad, oftewel het aandeel zuigelingen, kleuters en schoolkinderen dat de vaccinaties uit het RVP krijgt, is nog steeds hoog. De vaccinatiegraad voor bof, mazelen en rodehond (BMR) daalt al een paar jaar licht. De norm van 95 procent van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die nodig is om mazelen uit te bannen, wordt in Nederland bij de eerste BMR-vaccinatie niet meer gehaald. Voor de tweede BMR-vaccinatie was dit al langer zo. Ook bij andere vaccinaties in het RVP is een lichte daling te zien. De deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is voor het eerst afgenomen, van 61 naar 53 procent. Een hoge vaccinatiegraad zorgt ervoor dat kwetsbare en (nog) niet gevaccineerde kinderen tegen ziekten worden beschermd (groepsbescherming). Een dalende vaccinatiegraad vergroot de kans dat in de toekomst ziekten zoals mazelen uitbreken.The RIVM annually describes the developments within the Dutch National Immunisation Programme (NIP), both substantively and organisationally. From this year, the most important events and developments in the field of immunisation coverage have been bundled. Important events In 2016, there were no significant outbreaks of NIP diseases. However, since October 2015, the number of meningococcal disease patients by a different serogroup (W) than the serogroup C which is vaccinated against within the NIP, has risen. Striking was the vigorous debate that was conducted in various media in November 2016 between advocates and opponents of immunisation. Furthermore, the RIVM has made factsheets for professionals as well as the public with information on vaccines against diseases that are available but not included in the NIP. Examples include varicella, herpes zoster and rotavirus (www.rivm.nl/vaccinations). Immunisation coverage The immunisation coverage, i.e. the proportion of newborns, toddlers and schoolchildren who receive vaccinations within the NIP is still high. The immunisation coverage for mumps, measles and rubella (MMR) has declined slightly for a few years. The 95 per cent threshold of the World Health Organization (WHO) needed to eliminate measles is no longer achieved in the Netherlands for the first MMR vaccination. For the second MMR vaccination this has been for longer. Also for other NIP vaccinations there is a slight decrease in participation. The participation in HPV vaccination against cervical cancer has decreased for the first time, from 61 to 53 per cent. A high immunisation coverage ensures that vulnerable and not (yet) vaccinated children are protected against diseases (herd protection). A decreasing immunisation coverage increases the likelihood that diseases such as measles cause outbreaks in the future.Ministerie van VW

    Mogelijke bijwerkingen binnen het Rijks Vaccinatie Programma in Nederland: Meldingen in 2007.

    No full text
    Alleen digitaal beschikbaarVW

    Immunisation coverage National Immunisation Programme in the Netherlands : Year of report 2015

    No full text
    Net als in voorgaande jaren is in verslagjaar 2015 de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) met 92 tot 99 procent hoog. Uitzondering hierop vormt de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, waaraan de deelname overigens wel verder blijft stijgen ten opzichte van het verslagjaar 2014 (tot 61 procent). De hepatitis B-vaccinatiegraad voor kinderen geboren in 2012, het eerste jaar waarin alle zuigelingen in aanmerking kwamen voor hepatitis B-vaccinatie, ligt op 94 procent. Ook de deelname onder zuigelingen in Caribisch Nederland aan de DKTP-, BMR- en pneumokokkenvaccinatie is hoog. De BMR-vaccinatiegraad voor schoolkinderen (93 procent) is dit keer identiek aan de DTP-vaccinatiegraad; meestal ligt de BMRvaccinatiegraad iets lager. Dit is een verbetering maar de gewenste deelname wordt er niet mee bereikt. Een deelname van minimaal 95 procent is belangrijk vanwege het streven van de World Health Organization (WHO) om mazelen wereldwijd uit te roeien. Zo'n hoge vaccinatiegraad is nodig om de bevolking als geheel te beschermen tegen uitbraken (groepsimmuniteit). Om zuigelingen effectief te kunnen beschermen tegen ziekten uit het RVP is het ook van belang de vaccinaties tijdig te geven. Het deel van de zuigelingen dat de eerste DKTP-vaccinatie op tijd krijgt, dat wil zeggen voordat ze 10 weken oud zijn, is verder gestegen naar 89 procent. Daarnaast is de tijdige en volledige deelname aan de volledige primaire DKTP-serie (de eerste drie vaccinaties) verbeterd van 60 procent voor kinderen geboren in 2007 naar 69 procent voor kinderen geboren in 2012. In Nederland wordt met de systematiek van vrijwillige vaccinatie een hoge vaccinatiegraad bereikt.As in previous years, the participation for the different vaccinations included in the National Immunisation Programme (NIP) is with 92 to 99 per cent high in report year 2015. Exception is the HPV vaccination against cervical cancer, for which the participation continued to increase compared to report year 2014 (to 61 per cent). The participation for hepatitis B vaccination for children born in 2012, the first year in which all infants were eligible for hepatitis B vaccination, is 94 per cent. The participation among infants from the Caribbean Netherlands for the DTaP-IPV, MMR and pneumococcal vaccination is also high. The participation for MMR vaccination for 9-year-olds (93 per cent) is identical to participation for DTaP vaccination this time; usually participation for MMR vaccination is slightly lower. This is an improvement but the required participation is not reached. A participation of at least 95 per cent is important because of the aim of the World Health Organization (WHO) to eliminate measles worldwide. Such a high vaccination is important to protect the general population against outbreaks (herd immunity). To protect infants effectively against diseases of the NIP it is also important to give vaccinations on time. The proportion of infants that received the first DTaP-IPV vaccination on time, i.e. before they are 10 weeks old, increased further to 89 per cent. In addition, the timely and full participation in the primary DTaP-IPV series (the first three vaccinations) improved from 60 per cent for children born in 2007 to 69 per cent for children born in 2012. With voluntary vaccination, a high vaccination coverage is reached in the Netherlands.Ministerie van VW

    Immunisation coverage National Immunisation Programme (NIP) in the Netherlands : Year of report 2016

    No full text
    Net als in voorgaande jaren is de vaccinatiegraad, oftewel de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), in verslagjaar 2016 met 92 tot 99 procent hoog. Wel is de deelname aan de meeste vaccinaties met ongeveer 0,5 procent afgenomen. Voor zuigelingen is deze afname voor het tweede achtereenvolgende jaar zichtbaar. In het verleden zijn regionaal vaker dergelijke schommelingen waargenomen, maar ze zijn nu voor het eerst in het hele land geconstateerd. Een verklaring hiervoor ontbreekt. De deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is met 61 procent gelijk gebleven. De deelname onder zuigelingen in Caribisch Nederland is met 92 tot 100 procent ook onveranderd gebleven. Nieuw kerncijfer Sinds dit jaar wordt de stand van zaken op de verschillende beleidsterreinen van het ministerie van VWS weergegeven in zogeheten kerncijfers om het beleid te kunnen volgen en verantwoorden. Ook voor de vaccinatiegraad is een kerncijfer vastgesteld, namelijk het percentage van alle kinderen dat op de dag dat ze 2 jaar worden alle RVP-vaccinaties heeft gekregen. Voor kinderen die geboren zijn in 2013 ligt dit op 93 procent. Hepatitis B risicogroepen Vanaf 2012 wordt niet alleen aan kinderen van risicogroepen, maar aan alle kinderen de hepatitis B-vaccinatie aangeboden. Het blijkt echter dat juist de kinderen van wie ten minste één ouder geboren is in een land waar hepatitis B veel voorkomt, de vaccinatie niet altijd krijgen. Daarnaast wordt het hepatitis B-controleonderzoek naar de effectiviteit van het vaccin onder kinderen van moeders die drager zijn van het hepatitis B-virus, niet altijd uitgevoerd. Juist voor deze twee risicogroepen is bescherming tegen hepatitis B belangrijk. In Nederland wordt met vrijwillige vaccinatie een hoge vaccinatiegraad bereikt. Dit blijkt uit het landelijke registratiesysteem voor de vaccinaties van het RIVM. Een hoge deelname aan het programma is belangrijk om te voorkomen dat infectieziekten weer terugkomen. Een hoge vaccinatiegraad zorgt er ook voor dat kwetsbare (nog) niet gevaccineerde kinderen tegen ziekten worden beschermd (groepsimmuniteit).As in previous years, the immunisation coverage or the participation for the different vaccinations included in the National Immunisation Programme (NIP) is with 92 to 99 per cent high in report year 2016. However, the participation for most vaccinations declined about 0.5 per cent. For infants, this decline is seen for the second consecutive year. In the past, such fluctuations were observed before at regional level, but they are now for the first time found in the whole country. An explanation is lacking. The participation for the HPV vaccination against cervical cancer has remained unchanged at 61 per cent. Participation among infants in the Caribbean Netherlands has also remained unchanged with 92 to 100 per cent. New key figure Starting this year, the situation on the different policy areas of the Ministry of Health, Welfare and Sport appears in so-called key figures to monitor and justify the policy. For the vaccination coverage, a key figure has also been established, namely the percentage of all children who received all NIP vaccinations at the day they reach their second birthday. For children who were born in 2013, this is 93 per cent. Hepatitis B risk groups From 2012 onwards, not only children at risk but all children are offered hepatitis B vaccination. However, it appears that just the children of whom at least one parent is born in a country where hepatitis B is common, do not always receive the vaccination. In addition, the hepatitis B control research on the effectiveness of the vaccine among children of mothers who are carriers of hepatitis B virus, is not always conducted. Especially for these two risk groups, protection against hepatitis B is important. With voluntary vaccination, a high vaccination coverage is reached in the Netherlands. This is evident from the national registration system for the vaccinations of the RIVM. A high participation in the programme is important to prevent infectious diseases coming back again. A high vaccination coverage also ensures that vulnerable not (yet) vaccinated children are protected against diseases (herd immunity).Ministerie van VW

    Immunisation coverage National Immunisation Programme (NIP) in the Netherlands : Year of report 2016

    No full text
    Net als in voorgaande jaren is de vaccinatiegraad, oftewel de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), in verslagjaar 2016 met 92 tot 99 procent hoog. Wel is de deelname aan de meeste vaccinaties met ongeveer 0,5 procent afgenomen. Voor zuigelingen is deze afname voor het tweede achtereenvolgende jaar zichtbaar. In het verleden zijn regionaal vaker dergelijke schommelingen waargenomen, maar ze zijn nu voor het eerst in het hele land geconstateerd. Een verklaring hiervoor ontbreekt. De deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is met 61 procent gelijk gebleven. De deelname onder zuigelingen in Caribisch Nederland is met 92 tot 100 procent ook onveranderd gebleven. Nieuw kerncijfer Sinds dit jaar wordt de stand van zaken op de verschillende beleidsterreinen van het ministerie van VWS weergegeven in zogeheten kerncijfers om het beleid te kunnen volgen en verantwoorden. Ook voor de vaccinatiegraad is een kerncijfer vastgesteld, namelijk het percentage van alle kinderen dat op de dag dat ze 2 jaar worden alle RVP-vaccinaties heeft gekregen. Voor kinderen die geboren zijn in 2013 ligt dit op 93 procent. Hepatitis B risicogroepen Vanaf 2012 wordt niet alleen aan kinderen van risicogroepen, maar aan alle kinderen de hepatitis B-vaccinatie aangeboden. Het blijkt echter dat juist de kinderen van wie ten minste één ouder geboren is in een land waar hepatitis B veel voorkomt, de vaccinatie niet altijd krijgen. Daarnaast wordt het hepatitis B-controleonderzoek naar de effectiviteit van het vaccin onder kinderen van moeders die drager zijn van het hepatitis B-virus, niet altijd uitgevoerd. Juist voor deze twee risicogroepen is bescherming tegen hepatitis B belangrijk. In Nederland wordt met vrijwillige vaccinatie een hoge vaccinatiegraad bereikt. Dit blijkt uit het landelijke registratiesysteem voor de vaccinaties van het RIVM. Een hoge deelname aan het programma is belangrijk om te voorkomen dat infectieziekten weer terugkomen. Een hoge vaccinatiegraad zorgt er ook voor dat kwetsbare (nog) niet gevaccineerde kinderen tegen ziekten worden beschermd (groepsimmuniteit).As in previous years, the immunisation coverage or the participation for the different vaccinations included in the National Immunisation Programme (NIP) is with 92 to 99 per cent high in report year 2016. However, the participation for most vaccinations declined about 0.5 per cent. For infants, this decline is seen for the second consecutive year. In the past, such fluctuations were observed before at regional level, but they are now for the first time found in the whole country. An explanation is lacking. The participation for the HPV vaccination against cervical cancer has remained unchanged at 61 per cent. Participation among infants in the Caribbean Netherlands has also remained unchanged with 92 to 100 per cent. New key figure Starting this year, the situation on the different policy areas of the Ministry of Health, Welfare and Sport appears in so-called key figures to monitor and justify the policy. For the vaccination coverage, a key figure has also been established, namely the percentage of all children who received all NIP vaccinations at the day they reach their second birthday. For children who were born in 2013, this is 93 per cent. Hepatitis B risk groups From 2012 onwards, not only children at risk but all children are offered hepatitis B vaccination. However, it appears that just the children of whom at least one parent is born in a country where hepatitis B is common, do not always receive the vaccination. In addition, the hepatitis B control research on the effectiveness of the vaccine among children of mothers who are carriers of hepatitis B virus, is not always conducted. Especially for these two risk groups, protection against hepatitis B is important. With voluntary vaccination, a high vaccination coverage is reached in the Netherlands. This is evident from the national registration system for the vaccinations of the RIVM. A high participation in the programme is important to prevent infectious diseases coming back again. A high vaccination coverage also ensures that vulnerable not (yet) vaccinated children are protected against diseases (herd immunity).Ministerie van VW

    Immunisation coverage National Immunisation Programme in the Netherlands : Year of report 2014

    No full text
    Net als in voorgaande jaren is in verslagjaar 2014 de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) met 92 tot 99 procent hoog. Uitzondering hierop vormt de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, waaraan de deelname ten opzichte van het voorgaande verslagjaar wel verder is gestegen tot 59 procent. Sinds augustus 2011 is het RVP uitgebreid met de vaccinatie tegen hepatitis B; tot die tijd werden alleen kinderen met een verhoogd risico hiertegen ingeënt. Van de groep zuigelingen zonder verhoogd risico heeft 95 procent deze vaccinatie gekregen. Ook de deelname onder zuigelingen in Caribisch Nederland aan de DKTP-, BMR- en pneumokokkenvaccinatie is hoog (90-100 procent). Punt van aandacht blijft dat de deelname aan het RVP daalt naarmate kinderen ouder worden. Met de tweede BMR-vaccinatie voor 9-jarigen (92 procent) wordt nog steeds niet de gewenste 95 procent deelname bereikt. Een deelname van minimaal 95 procent is belangrijk vanwege het streven van de World Health Organization (WHO) mazelen wereldwijd uit te roeien. Tevens blijft het belangrijk dat alle kinderen van moeders die drager zijn van hepatitis B de eerste extra vaccinatie hiertegen tijdig krijgen. Kinderen die op jonge leeftijd worden besmet met dit virus hebben namelijk een groter risico er drager van te worden. Op de lange termijn kan dit virus ernstige leveraandoeningen veroorzaken. Om zuigelingen effectief te kunnen beschermen tegen ziekten uit het RVP is het van belang de vaccinaties tijdig te geven. Het deel van de zuigelingen dat de eerste DKTP-vaccinatie op tijd krijgt, is verder gestegen naar 88 procent. Doorgaans worden kinderen die minimaal één inenting via een antroposofisch consultatiebureau krijgen minder vaak en minder tijdig gevaccineerd. In Nederland wordt met de systematiek van vrijwillige vaccinatie een hoge vaccinatiegraad bereikt. Hierdoor ontstaat groepsimmuniteit, die voor de meeste ziekten nodig is om de bevolking als geheel te beschermen tegen uitbraken. Momenteel wordt een monitoringsysteem ontwikkeld om in de toekomst de acceptatie van het RVP onder ouders en RVP-professionals te volgen.Just like previous years, the participation for the different vaccinations included in the National Immunisation Programme (NIP) is with 92 to 99% high in report year 2014. Exception is the HPV vaccination against cervical cancer, for which the participation compared to the previous report year however increased further to 59%. Since August 2011, the RVP is expanded with vaccination against hepatitis B; until then only children at high risk were vaccinated against it. Among the group of infants without high risk 95% received this vaccination. The participation among infants from the Caribbean Netherlands for the DTaPIPV, MMR and pneumococcal vaccination is also high (90-100%). Point of attention remains that participation in the NIP decreases as children get older. The second MMR vaccination for 9-year-olds (92%) does still not reach the required 95% participation. A participation of at least 95% is important because of the aim of the World Health Organization (WHO) to eliminate measles worldwide. Furthermore, it is still important that all children of mothers, who are carrier of hepatitis B virus, receive the first extra vaccination against it timely. Children who are infected with this virus at a young age have a higher risk of becoming a carrier of it. In the long term this virus can cause serious liver disorders. To protect infants effectively against diseases of the NIP, it is important to give vaccinations on time. The proportion of infants that received the first DTaP-IPV vaccination on time, increased further to 88%. Normally, infants who receive at least one vaccination through an anthroposophic child welfare centre are vaccinated less often and less timely. With voluntary vaccination, a high vaccination coverage is reached in the Netherlands. This results in herd immunity, which is needed for most diseases to protect the population as a whole against outbreaks. Currently, a monitoring system is developed to follow the acceptance of the NIP among parents and NIP professionals in the future.Ministerie van VW

    Immunisation coverage and annual report National Immunisation Programme in the Netherlands 2020

    No full text
    In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen twaalf besmettelijke ziekten. Het RIVM beschrijft elk jaar hoeveel kinderen zijn gevaccineerd (vaccinatiegraad). Ook beschrijft het de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Ontwikkelingen In 2020 kregen minder mensen dan in 2019 een ziekte waartegen binnen het RVP wordt gevaccineerd. Dit geldt vooral voor kinkhoest, bof, meningokokkenziekte, pneumokokkenziekte en mazelen. De kans is groot dat dit vooral komt door de maatregelen die vanwege de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2 zijn ingevoerd. Voorbeelden zijn handen wassen, afstand houden, de (tijdelijke) sluiting van scholen en kinderopvang, het kleinere aantal mensen bij bijeenkomsten, en het maximale aantal te ontvangen bezoekers thuis. De uitbraak van het coronavirus had ook gevolgen voor de manier waarop het RVP in 2020 is uitgevoerd. Groepsvaccinaties (voor de kinderen van 9 jaar en ouder) zijn eerst uitgesteld of omgezet naar individuele afspraken. Vanaf 1 juli 2020 zijn de groepsvaccinaties in kleine groepjes per tijdslot uitgevoerd. De vaccinaties op de consultatiebureaus (0-4-jarigen) en de 22 wekenprik voor zwangeren gingen wel zoveel mogelijk door. De 22 wekenprik beschermt baby’s vanaf de geboorte tegen kinkhoest. Vanwege de invoering van de 22 wekenprik krijgen de meeste baby’s vanaf 1 januari 2020 hun vaccinaties iets later (bij 3, 5 en 11 maanden) en een vaccinatie minder. Ook krijgen 14-jarigen sinds 2020 standaard de vaccinatie tegen meningokokkenziekte aangeboden. Vaccinatiegraad De vaccinatiegraad betreft kinderen die hun vaccinatie(s) nog bijna allemaal vóór de uitbraak van het coronavirus kregen. Voor bijvoorbeeld zuigelingen wordt de vaccinatiegraad namelijk berekend als kinderen twee jaar zijn. De vaccinatiegraad die in 2021 is berekend, is voor de meeste vaccinaties opnieuw gestegen. Naast de toename bij zuigelingen valt vooral de stijging bij de HPV-vaccinatie met 10 procent naar 63 procent op; deze vaccinatiegraad is niet eerder zo hoog geweest. Voor het eerst is geschat hoeveel zwangeren deelnamen aan de 22 wekenprik: ongeveer 70 procent. Het lijkt erop dat de maatregelen vanwege de uitbraak van het coronavirus weinig negatieve invloed hebben gehad op het aantal kinderen dat in deze periode is gevaccineerd. Dat blijkt uit voorlopige cijfers. De precieze vaccinatiegraad voor deze kinderen kan pas volgend jaar worden berekend omdat dan pas alle cijfers erover bekend zijn.In the Netherlands, children receive vaccinations against twelve infectious diseases. RIVM annually describes how many children have been vaccinated (immunisation coverage). It also describes the developments within the National Immunisation Programme (NIP). Developments In 2020, fewer people than in 2019 developed a disease that is vaccinated against within the NIP. This is especially true for whooping cough, mumps, meningococcal disease, pneumococcal disease and measles. There is a good chance that this is mainly due to the measures that have been introduced due to the outbreak of the coronavirus SARS-CoV-2. Examples are washing hands, keeping distance, the (temporary) closure of schools/childcare, the smaller number of people at meetings, and the maximum number of visitors one may receive at home. The coronavirus outbreak also affected the way the NIP was conducted in 2020. Group vaccinations (for children aged 9 and older) were initially postponed or converted to individual appointments. From 1 July 2020, group vaccinations have been carried out in small groups per time slot. The vaccinations at the child health clinics (0-4 year olds) and the 22-week vaccination for pregnant women continued as much as possible. The 22-week vaccination protects babies from whooping cough from birth. Due to the introduction of the 22-week vaccination, most babies receive their vaccinations a little later from January 1, 2020 (at 3, 5 and 11 months) and one less vaccination. 14-year-olds have also been offered vaccination against meningococcal disease as standard since 2020. Immunisation coverage The immunisation coverage concerns children who almost all received their vaccination(s) before the coronavirus outbreak. For infants, for example, the vaccination coverage is calculated when children are two years old. The immunisation coverage calculated in 2021 has risen again for most vaccinations. In addition to the increase for infants, the increase for HPV vaccination by 10 percent to 63 percent is particularly striking; this immunisation coverage has never been so high. For the first time, it was estimated how many pregnant women took part in the 22-week vaccination: approximately 70 percent. It appears that the measures due to the coronavirus outbreak have had little negative impact on the number of children vaccinated during this period. This is evident from provisional figures. The exact immunisation coverage for these children can only be calculated next year, because only then will all the figures be known.Ministerie van VW

    Immunisation coverage and annual report National Immunisation Programme in the Netherlands 2019

    No full text
    In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen twaalf besmettelijke ziekten. Het RIVM beschrijft elk jaar hoeveel kinderen zijn gevaccineerd (vaccinatiegraad) en de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Ontwikkelingen In 2019 kregen meer mensen baarmoederhalskanker, de bof, kinkhoest en mazelen dan in 2018. Minder mensen kregen meningokokkenziekte W. Sinds 2018 krijgen baby's van 14 maanden en jongeren een vaccinatie aangeboden waaraan meningokokken W is toegevoegd (ACWY-vaccinatie). Eind 2019 is de vaccinatie tegen kinkhoest voor zwangere vrouwen opgenomen in het RVP. Per 1 januari 2020 is het vaccinatieschema aangepast: baby's worden nu gevaccineerd als ze 3, 5 en 11 maanden oud zijn, in plaats van bij 2, 3, 4 en 11 maanden. Als de moeder tijdens de zwangerschap niet tegen kinkhoest is gevaccineerd, krijgt het kind een extra vaccinatie op de leeftijd van 2 maanden. Deze extra vaccinatie wordt ook gegeven in bijzondere situaties, bijvoorbeeld aan kinderen die te vroeg worden geboren. Verder heeft de staatssecretaris van VWS in 2019, op advies van de Gezondheidsraad, besloten om de HPV-vaccinatie aan te gaan passen: deze zal ook aan jongens worden gegeven en op een jongere leeftijd (rond 9 jaar). Ook wordt het voor mensen die de vaccinatie nog niet hebben gehad, mogelijk om deze tot en met 26 jaar alsnog te halen. Deze veranderingen staan voor 2021 gepland. Vaccinatiegraad De landelijke vaccinatiegraad is voor het eerst sinds vijf jaar licht gestegen. Bij zuigelingen, geboren in 2017, geldt dit in het bijzonder voor de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR). Deze is met 0,7 procent gestegen tot 93,6 procent. De landelijke vaccinatiegraad voor de HPV-vaccinatie (baarmoederhalskanker) voor meisjes, geboren in 2005, is met 7,5 procent toegenomen tot 53 procent.In the Netherlands, children receive vaccinations against twelve infectious diseases. The RIVM annually describes how many children have been vaccinated (immunisation coverage) and the developments within the National Immunisation Programme (NIP). Developments In 2019, more people got cervical cancer, mumps, whooping cough and measles than in 2018. Fewer people got meningococcal disease W. Since 2018, babies aged 14 months and adolescents have been offered a vaccination with meningococcal W added (ACWY vaccination). At the end of 2019, the vaccination against whooping cough for pregnant women was included in the NIP. As of January 1, 2020, the vaccination schedule has been adjusted: babies are now vaccinated when they are 3, 5 and 11 months old, instead of at 2, 3, 4 and 11 months. If the mother has not been vaccinated against whooping cough during pregnancy, the child will receive an additional vaccination at the age of 2 months. This additional vaccination is also given in special situations, for example to children who are born prematurely. Furthermore, in 2019, on the advice of the Health Council, the secretary of state of the ministry of Health, Welfare and Sport decided to adjust the HPV vaccination: it will also be given to boys and at a younger age (around 9 years). It will also be possible for people who have not yet had the vaccination to get it up to the age of 26. These changes are planned for 2021. Immunisation coverage The national immunisation coverage has slightly increased for the first time in five years. In infants born in 2017, this applies in particular to the mumps, measles and rubella (MMR) vaccination. This rose by 0.7 percent to 93.6 percent. The national immunisation coverage for HPV vaccination (cervical cancer) for girls, born in 2005, has increased by 7.5 percent to 53 percent

    Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2019

    No full text
    In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen twaalf besmettelijke ziekten. Het RIVM beschrijft elk jaar hoeveel kinderen zijn gevaccineerd (vaccinatiegraad) en de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Ontwikkelingen In 2019 kregen meer mensen baarmoederhalskanker, de bof, kinkhoest en mazelen dan in 2018. Minder mensen kregen meningokokkenziekte W. Sinds 2018 krijgen baby's van 14 maanden en jongeren een vaccinatie aangeboden waaraan meningokokken W is toegevoegd (ACWY-vaccinatie). Eind 2019 is de vaccinatie tegen kinkhoest voor zwangere vrouwen opgenomen in het RVP. Per 1 januari 2020 is het vaccinatieschema aangepast: baby's worden nu gevaccineerd als ze 3, 5 en 11 maanden oud zijn, in plaats van bij 2, 3, 4 en 11 maanden. Als de moeder tijdens de zwangerschap niet tegen kinkhoest is gevaccineerd, krijgt het kind een extra vaccinatie op de leeftijd van 2 maanden. Deze extra vaccinatie wordt ook gegeven in bijzondere situaties, bijvoorbeeld aan kinderen die te vroeg worden geboren. Verder heeft de staatssecretaris van VWS in 2019, op advies van de Gezondheidsraad, besloten om de HPV-vaccinatie aan te gaan passen: deze zal ook aan jongens worden gegeven en op een jongere leeftijd (rond 9 jaar). Ook wordt het voor mensen die de vaccinatie nog niet hebben gehad, mogelijk om deze tot en met 26 jaar alsnog te halen. Deze veranderingen staan voor 2021 gepland. Vaccinatiegraad De landelijke vaccinatiegraad is voor het eerst sinds vijf jaar licht gestegen. Bij zuigelingen, geboren in 2017, geldt dit in het bijzonder voor de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR). Deze is met 0,7 procent gestegen tot 93,6 procent. De landelijke vaccinatiegraad voor de HPV-vaccinatie (baarmoederhalskanker) voor meisjes, geboren in 2005, is met 7,5 procent toegenomen tot 53 procent

    Vaccinatiegraad en jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland 2017

    No full text
    Het RIVM beschrijft jaarlijks de ontwikkelingen binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), zowel inhoudelijk als organisatorisch. Hierbij wordt aandacht besteed aan de belangrijkste gebeurtenissen in het afgelopen jaar en de ontwikkelingen op het gebied van de vaccinatiegraad. Belangrijke gebeurtenissen In 2017 waren er geen opvallende uitbraken van ziekten waartegen via het RVP wordt ingeënt. Wel is het aantal patiënten met meningokokkenziekte W verder toegenomen ten opzichte van 2015 en 2016. In mei 2018 wordt daarom de meningokokken C-vaccinatie op de leeftijd van veertien maanden vervangen door meningokokken ACWY-vaccinatie. Deze vaccinatie zal in het najaar 2018 ook worden aangeboden aan kinderen geboren tussen 1 mei 2004 en 31 december 2004. In 2017 zijn de e-learning Achtergronden RVP en de vernieuwde website (https://rijksvaccinatieprogramma.nl/) beschikbaar gekomen. Verder zijn voorbereidingen getroffen voor de invoering van het vaccinatieconsult, waarin ouders vragen over het RVP kunnen bespreken. Vaccinatiegraad De vaccinatiegraad, oftewel het aandeel zuigelingen, kleuters en schoolkinderen dat de vaccinaties uit het RVP krijgt, is nog steeds hoog maar daalt de laatste jaren licht. Voor de HPV-vaccinatie is de verdere daling in de vaccinatiegraad van 8 procent ten opzichte van vorig jaar opmerkelijk. Overigens is niet alleen in Nederland een daling te zien. Belangrijkste reden om niet tegen HPV te vaccineren of daarover te twijfelen, zijn zorgen over mogelijke bijwerkingen van het HPV-vaccin. De Gezondheidsraad zal opnieuw advies uitbrengen over HPV-vaccinatie in Nederland. Een hoge vaccinatiegraad is belangrijk. Wanneer veel mensen zijn ingeënt tegen een infectieziekte, komt deze ziekte minder vaak voor (groepsbescherming). Ook kwetsbare mensen en mensen die (nog) niet zijn ingeënt, lopen dan minder risico de ziekte te krijgen. Ze worden als het ware beschermd door de ingeënte groep. Om dit effect te behouden is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen zijn ingeënt
    corecore