24 research outputs found

    Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2013

    Get PDF
    Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid heeft laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) is verder gestegen in 2013. Het percentage mensen met een soa is voor het eerst licht gedaald (met 0,4 procent) sinds 2007. Desondanks blijft dit percentage hoog (14,7 procent). Een goed functionerende soa-monitoring blijft daarom essentieel om zicht te houden op relevante trends, opkomende soa binnen groepen die een grotere kans hebben er een op te lopen, en de effectiviteit van preventieprogramma's. De Centra Seksuele Gezondheid (CSG), voorheen soa-poli's, bieden hoogrisicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa en verstrekken medicatie als er een wordt vastgesteld. Het totaal aantal consulten in 2013 bedroeg 133.585 en is met 10 procent toegenomen ten opzichte van 2012. Van alle bezoekers werden de meeste soa gediagnosticeerd bij mensen die ervoor gewaarschuwd waren dat ze mogelijk een soa hadden opgelopen, mensen jonger dan 25 jaar, migranten uit gebieden waar soa en hiv veel voorkomen (bijvoorbeeld Afrika, Zuid-Amerika of Oost-Europa), of mannen die seks hebben met mannen (MSM). Chlamydia Net als in voorgaande jaren was chlamydia de meest gediagnosticeerde soa bij de CSG in 2013 (15.767 diagnoses). Het percentage mensen dat chlamydia had, daalde licht ten opzichte van 2012 (van 12,2 naar 11,8 procent). Chlamydia werd het meest vastgesteld bij heteroseksuelen, zowel mannen als vrouwen, onder de 25 jaar. Na de uitschieter in 2012 van het aantal en percentage mensen met een agressieve variant van chlamydia, lymphogranuloma venereum, zijn deze cijfers weer afgenomen naar het niveau van de jaren daarvoor (7 procent in 2013). Gonorroe Het percentage personen met een gonorroe-infectie bij de CSG bleef in 2013 stabiel ten opzichte van 2012 (3,6 procent in 2012 en 3,4 procent in 2013), nadat het in de voorgaande jaren licht was gestegen. Deze soa werd het meest gediagnosticeerd bij MSM. Het blijft belangrijk om te volgen of de gonorroe-bacterie resistent raakt tegen de antibiotica die in Nederland voorgeschreven worden, de zogenoemde derde generatie cefalosporines. In diverse Europese landen is deze resistentie waargenomen. Hiv Het aantal personen met een hiv-infectie, gediagnosticeerd bij een van de CSG, is in 2013 gelijk gebleven ten opzichte van 2012 (358 versus 356 in 2012). Het percentage positieve testen daalt sinds 2008: van 3,0 procent naar 1,4 procent bij MSM in 2013. Het percentage mensen dat in een laat stadium van een hiv-infectie bij een hiv-behandelcentrum komt, is de afgelopen jaren gedaald. Het is van belang om tijdig de hiv-diagnose te stellen en zo snel mogelijk de behandeling te starten, omdat hierdoor de gezondheidsschade bij de patiënt verkleind kan worden. Ook neemt door behandeling de besmettelijkheid af, waardoor de kans kleiner is dat hiv wordt overgedragen.In 2013, more people were tested for sexually transmitted infections (STI) at Dutch STI clinics than in previous years. Although the percentage of people with an STI showed a slight decrease (0.4 per cent) for the first time since 2007, it remained high at 14.7 per cent. Effective STI monitoring remains essential for the identification of relevant trends, emerging STIs in high-risk groups, and the effectiveness of prevention programmes. STI clinics offer high-risk groups access to free testing for STI and provide care and treatment if an STI is diagnosed. The total number of consultations in 2013 was 133,585, an increase of 10% compared with 2012. In 2013, STI clinic attendees with an STI were mainly people who reported having been notified of their possible exposure to STI, people aged 20-24, people originating from areas in which STI/HIV is common (e.g. Africa, South America or Eastern Europe), and men who have sex with men (MSM). Chlamydia With 15,767 cases, chlamydia remains the most commonly diagnosed STI in 2013. The percentage of people diagnosed with chlamydia was slightly lower in 2013 than in 2012 (11.8 versus 12.2 respectively). Chlamydia was primarily diagnosed in heterosexuals younger than 25 years old and in both men and women. Following the increase in the number and percentage of lymphogranuloma venereum (LGV; an aggressive variant of chlamydia) infections in 2012, these numbers declined to a level comparable to previous years in 2013. Gonorrhoea Whereas the percentage of people with a gonorrhoea infection slightly had increased in previous years, the percentage remained stable in 2013 (3.4 per cent) compared with 2012 (3.6 per cent). Gonorrhoea was mostly diagnosed in MSM. It remains important to monitor the resistance of the gonorrhoea bacteria against the antibiotic currently recommended in the Netherlands, a third-generation cephalosporin. A rising rate of resistance to this antibiotic has been observed in several European countries. HIVThe number of people diagnosed with HIV at STI clinics in 2013 was similar to that of 2012 (358 versus 356 respectively). Among MSM, the percentage of positive HIV tests decreased from 3.0 per cent in 2008 to 1.4 per cent in 2013. The percentage of HIV-positive people who were diagnosed at a late stage of the infection has decreased in previous years. Early diagnosis and treatment of an HIV infection is important because of individual health benefits and the potential reduction of HIV transmission

    Seksueel overdraagbare aandoeningen, waaronder hiv, in Nederland in 2016

    No full text
    In 2016, the number of people who were tested at a Dutch STI clinic for a sexually transmitted infection (STI) increased, after a decrease in 2015. The percentage of people diagnosed with an STI has also increased, to 18.4 percent in 2016. It is estimated that the number of STI consultations at the general practitioner has decreased slightly. Chlamydia remains the most common STI in heterosexuals. Gonorrhoea is more common than chlamydia in men who have sex with men (MSM). STI clinics offer high-risk groups the opportunity for free STI testing. In 2016, a total of 143,139 consultations were registered at the STI clinics, an increase of 5 percent compared to 2015. The percentage of detected STIs varied per municipal health centre (GGD), ranging from 12.8 to 20.9 percent. Most STIs were detected in people infected with HIV, followed by people who had been notified for an STI. Chlamydia In 2016, 14.5 percent of STI clinic attendees were infected with chlamydia (20,698 diagnoses; an increase of 11 percent compared to the previous year). This increase can be explained in part because, since 2015, STI clinics more strictly prioritise people with a high risk of STI. The biggest increase was seen in heterosexual men (from 16.1 in 2015 to 18.0 percent in 2016). In women, the percentage of chlamydia diagnoses increased from 14.2 to 15.4. In MSM, the percentage has been stable around 10 percent for years. Gonorrhoea The number of gonorrhoea diagnoses at the STI clinics has risen in the past year with 13 percent, to 6,092 infections. The percentage of positive tests in heterosexual men (1.7 percent) and women (1.4 percent) remained stable, compared to previous years. In MSM, the percentage has increased from 10.7 percent in 2015 to 11.3 percent in 2016. The STI clinics have not yet found cases of gonorrhoea resistant to the first option antibiotic, Ceftriaxone. The number of gonorrhoea infections diagnosed by general practitioners in 2015 saw a slight decline among women, but an increase among men of 20 percent compared to 2014. Syphilis In 2016, the number of syphilis diagnoses increased by 30 percent compared to 2015, totalling 1,223 infections. This increase is mainly caused by an increase in the number of diagnoses in MSM, both those with and without HIV. Out of all syphilis infections, 95 percent was diagnosed in MSM. The percentage of positive diagnoses in heterosexual men and women remains very low; 0.19 and 0.07 percent of all consultations that tested for syphilis, respectively. HIV In 2016, 285 new HIV diagnoses were detected at the STI clinics, approximately the same number as in 2015 (288); 93 percent was detected in MSM. The percentage of HIV diagnoses in MSM decreased, from 2.8 percent in 2007 to 0.8 percent in 2016. The number of HIV patients that had their 'first care' encounter at a Dutch HIV treatment centre decreased again, from 1,033 cases in 2015 to 976 in 2016. Out of these people, 666 received their diagnosis in 2016Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG) heeft laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) is, na een daling in 2015, in 2016 weer toegenomen. Het percentage bij wie een soa werd vastgesteld is ook gestegen, tot 18,4 procent in 2016. Naar schatting is het aantal soa-consulten bij huisartsen licht gedaald. Chlamydia blijft de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Onder mannen die seks hebben met mannen (MSM) werd vaker gonorroe dan chlamydia gevonden. De CSG's bieden hoog-risicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa's. In totaal zijn er in 2016 143.139 consulten geregistreerd bij de CSG's, een stijging van 5 procent ten opzichte van 2015. Het percentage gevonden soa's varieerde tussen de GGD-en; van 12,8 tot 20,9. De meeste soa's zijn gevonden bij mensen met hiv, gevolgd door mensen die waren gewaarschuwd voor een soa. Chlamydia In 2016 had 14,5 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (20.698 diagnoses; een toename van 11 procent ten opzichte van het jaar ervoor). Deze stijging is mogelijk deels te verklaren doordat GGD-en sinds 2015 eerder voorrang verlenen aan personen met hoog risico op soa. De grootste toename was te zien bij heteroseksuele mannen (van 16,1 in 2015 naar 18,0 procent in 2016). Bij vrouwen nam het percentage vastgestelde chlamydia toe van 14,2 naar 15,4. Onder MSM ligt dit percentage al jaren rond 10 procent. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 13 procent toegenomen tot 6.092 infecties. Het percentage positieven onder heteroseksuele mannen (1,7 procent) en vrouwen (1,4 procent) bleef stabiel ten opzichte van voorgaande jaren. Onder MSM is het percentage toegenomen van 10,7 procent in 2015 naar 11,3 procent in 2016. Bij CSG-bezoekers is nog steeds geen gonorroe resistent gevonden tegen het 'eerstekeus' antibioticum ceftriaxon. Het aantal gonorroe-infecties gediagnosticeerd door huisartsen in 2015 nam licht af onder vrouwen, maar steeg onder mannen met 20 procent ten opzichte van 2014. Syfilis In 2016 is het aantal diagnoses van syfilis met 30 procent gestegen ten opzichte van 2015, tot 1.223 infecties. Deze stijging komt voornamelijk door een toename in het aantal diagnoses onder MSM, zowel met als zonder hiv. Van alle syfilis-infecties werd 95 procent bij MSM vastgesteld. Het percentage positieve diagnoses onder heteroseksuele mannen en vrouwen blijft zeer laag; respectievelijk 0,19 en 0,07 procent van alle consulten waarin getest werd op syfilis. Hiv In 2016 zijn 285 nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG, vrijwel evenveel als in 2015 (288). Drieënnegentig procent daarvan werd bij MSM vastgesteld. Het percentage hiv-diagnoses bij MSM is gedaald van 2,8 procent in 2007 tot 0,8 procent in 2016. Het aantal hiv-patiënten dat voor het eerst 'in zorg' was bij de Nederlandse hiv-behandelcentra daalde opnieuw, van 1.033 gevallen in 2015 tot 976 in 2016. Van hen hadden 666 personen de diagnose in 2016 gekregenMinisterie van VW

    Seksueel overdraagbare aandoeningen in Nederland in 2015

    No full text
    Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG) heeft laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) is, na een jarenlange stijging, in 2015 gedaald. De daling hangt samen met een sterkere focus op de doelgroep van de CSG en de bevroren budgetten met betrekking tot het aantal consulten dat kan worden afgehandeld. Het percentage bezoekers bij wie een soa werd vastgesteld, is wel verder toegenomen, tot 17,2 procent. Bij huisartsen zijn de aantallen soa-consulten ook gedaald. Chlamydia blijft de meest voorkomende soa. De CSG's bieden hoog-risicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa's. In totaal waren er in 2015 136.347 consulten bij de CSG, een daling van 3,4 procent ten opzichte van 2014. De meeste soa's zijn vastgesteld bij personen die voor een soa zijn gewaarschuwd door een (voormalige) partner, bij personen met soa-gerelateerde klachten en bij hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM). Ook jongeren onder de 20 jaar met een lagere opleiding en personen die voor een tweede keer in hetzelfde jaar op consult komen hebben vaker een soa. Chlamydia In 2015 had 13,7 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (18.585 diagnoses); een stijging van 1,1 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. De grootste toename is te zien bij heteroseksuele mannen (van 13,9 procent in 2014 naar 16,1 procent in 2014). Chlamydia wordt het meest aangetroffen bij vrouwen en heteroseksuele mannen onder de 20 jaar (21,0 procent) en bij mensen die hiervoor zijn gewaarschuwd (34,0 procent). Bij MSM is het percentage chlamydia al jaren stabiel op 10 procent. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses is met 17 procent gestegen naar 5.391 diagnoses. Deze soa wordt vooral vaker bij MSM gevonden (10,7 procent), terwijl het percentage stabiel blijft bij vrouwen en heteroseksuele mannen (respectievelijk 1,6 en 1,9 procent). Een op de vijf gonorroediagnoses is opgespoord na een waarschuwing door een partner. Ook in 2015 zijn er geen gonorroegevallen gevonden die resistent zijn tegen eerstelijns antibiotica. Minder dan de helft van de positief bevonden monsters is getest op resistentie. Syfilis Het aantal diagnoses van syfilis is in 2015 gestegen met 27 procent tot 942, hoewel vanwege het aangepaste testbeleid minder jongeren onder de 25 jaar zijn getest. Het percentage MSM met een syfilisinfectie steeg van 2,3 procent in 2014 naar 2,6 procent in 2015. Het afgelopen jaar is opnieuw een sterke stijging bij bekend hiv-positieve MSM gezien: van 6,6 procent in 2014 naar 8,0 procent in 2015. Van alle MSM met syfilis was 22 procent gewaarschuwd voor syfilis en wist 40 procent dat hij hiv had. Hiv Het aantal nieuwe hiv-diagnoses bij de CSG is in 2015 met 11 procent gedaald (288 in 2015 versus 323 in 2014). Van deze diagnoses was 90 procent bij MSM. Het percentage nieuwe hiv-diagnoses bij MSM daalde van 3,0 procent in 2008 naar 0,9 procent in 2015. Het aantal hiv-patiënten dat bij de Nederlandse hiv-behandelcentra werd aangemeld daalde ook, van 1.311 in 2008 naar 1.033 in 2015.The number of people who were tested for a Sexually Transmitted Infection (STI) at a Dutch STI clinic has dropped for the first time in years. The drop is linked to a stronger focus on the target group of STI clinics and the cap on the number of STI consultations that can be done due to budget freezes. The percentage of attendees diagnosed with an STI did increase to 17.2 per cent. The number of STI consultations in GP practices went down as well. Chlamydia continues to be the most prevalent STI. STI clinics offer free STI tests for high-risk groups. The total number of STI clinic consultations in 2015 was 136,347, a drop of 3.4 per cent compared to 2014. The majority of STIs concerned people who had been warned of possible STI exposure by their (former) partner, people with STI-related complaints, and HIV positive men who have sex with men (MSM). Young adults under 20 years of age with low-level qualifications and people who visit an STI clinic a second time in the same year are diagnosed with STIs more frequently. Chlamydia In 2015, 13.7 per cent of STI clinic attendees had a chlamydia infection (18,585 diagnoses). This figure represents an increase of 1.1 per cent compared to 2014. The biggest increase was seen in heterosexual men (up from 13.9 per cent in 2014 to 16.1 per cent in 2015). Chlamydia was diagnosed most frequently in women and heterosexual men under 20 years of age (21.0 per cent) and in people who had been warned about potential exposure (34.0 per cent). The percentage of MSM diagnosed with chlamydia has been stable for years at around 10 per cent. Gonorrhoea The number of gonorrhoea diagnoses increased by 17 per cent to 5,391 diagnoses. This STI is more frequently seen in MSM (10.7 per cent), while the percentage in women and heterosexual men remained stable (1.6 and 1.9 per cent, respectively). One in five gonorrhoea cases was diagnosed following a warning from a partner. To date, no gonorrhoea infections have been found with resistance against first-line antibiotics in the Netherlands. Less than half of the samples testing positive were also tested resistance, a drop compared to previous years. Syphilis In 2015, the number of syphilis diagnoses increased by 27 per cent to 942, even though fewer young adults under 25 years of age were tested due to changed testing policies. The percentage of MSM with a syphilis infection increased further, from 2.3 per cent in 2014 to 2.6 per cent in 2015. The past year once again saw a strong increase of syphilis cases in known HIV-positive MSM: up from 6.6 per cent in 2014 to 8.0 per cent in 2015. Of all MSM with syphilis, 22 per cent had been warned about it and 40 per cent were known HIV-positive. HIV In 2015, the number of people newly diagnosed with HIV at STI clinics decreased by 11 per cent (from 323 cases in 2014 to 288 in 2015). MSM accounted for nearly 90 per cent of this group. The percentage of new HIV diagnoses in MSM declined from 3.0 per cent in 2008 to 0.9 per cent in 2015. The number of HIV patients newly registered at Dutch HIV treatment centres also dropped, from 1,311 in 2008 to 1,033 in 2014

    Seksueel overdraagbare aandoeningen in Nederland in 2017

    No full text
    Het aantal mensen dat zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) heeft laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) is in 2017 gestegen. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had bleef gelijk. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) werd gonorroe het vaakst gediagnosticeerd. Ook bij huisartspraktijken nam het aantal soa-consulten toe, voornamelijk onder personen ouder dan 25 jaar. De CSG's bieden hoog-risicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa's. In totaal zijn er in 2017 150.593 consulten geregistreerd bij de CSG's, een stijging van 5 procent ten opzichte van 2016. Het percentage gevonden soa's was met 18,4 procent hetzelfde als in 2016. Infecties werden het vaakst gevonden bij mensen die waren gewaarschuwd voor een soa, gevolgd door mensen met hiv. Het percentage gevonden soa bij personen met hiv lag in 2017 wel lager dan in voorgaande jaren. Naast de CSG-cijfers worden voor dit rapport gegevens over soa gebruikt van 350 huisartspraktijken, op basis waarvan schattingen zijn gemaakt voor de hele Nederlandse bevolking. Chlamydia In 2017 had 14,3 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (21.404 diagnoses; een toename van 3 procent ten opzichte van 2016). Het percentage vrouwen met chlamydia bleef stabiel ten opzichte van 2016, na een aanhoudende stijging in de voorgaande jaren. Bij heteroseksuele mannen was nog een lichte stijging zichtbaar. Voor MSM ligt het percentage al jaren rond de 10 procent. Ook het aantal geschatte diagnoses die huisartsen stelden was in 2016 stabiel ten opzichte van 2015. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 11 procent toegenomen tot 6.764 infecties. De percentages mensen die het bleken te hebben bleven stabiel ten opzichte van vorige jaren; laag onder vrouwen (1,6 procent) en heteroseksuele mannen (1,9 procent), en hoger onder MSM (11,0 procent). Het geschatte aantal infecties dat door huisartsen werd gediagnosticeerd nam toe van 7.900 in 2015 naar 9.000 in 2016. Deze toename was vooral onder personen ouder dan 25 jaar. Geen enkele geïnfecteerde bleek resistent tegen het huidige 'eerstekeus' antibioticum ceftriaxon. Resistentie tegen azitromycine bleef daarentegen toenemen, tot 15 procent in 2017. Syfilis In 2017 was het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG bijna gelijk aan dat in 2016 (1.228 versus 1.223). Van deze infecties werd 95 procent bij MSM vastgesteld. Het percentage MSM dat de infectie had, daalde licht van 2,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2017 - na een jarenlange stijging. Deze verandering kwam voornamelijk door een lager percentage aangetroffen syfilis onder MSM met hiv. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef in 2017 zeer laag. Respectievelijk 0,09 en 0,16 procent had de infectie. Hiv Het aantal nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG's was vrijwel identiek als in 2016 en 2015 (respectievelijk 286, 285 en 288). Negenentachtig procent hiervan was MSM. De percentages onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleven zeer laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2017 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 1.037. In totaal zijn in 2017 19.677 mensen met hiv geregistreerd in zorg.The number of people who had a test at a Sexual Health Centre (SHC) for a sexually transmitted infection (STI) went up in 2017. The percentage that actually had an STI remained the same. Chlamydia remained the most common STI among heterosexuals. Among men who have sex with men (MSM), gonorrhoea was the infection diagnosed most frequently. The number of STI-related consultations with general practitioners also increased, mainly among people older than 25 years. The SHC offer high-risk groups the opportunity to be tested for STIs free of charge. A total of 150,593 consultations at SHC were recorded in 2017, an increase of 5 percent compared to 2016. The percentage of STIs detected was 18.4 percent, the same as in 2016. Infections were most often found in people who had been notified for STI, followed by people with HIV. The percentage of STIs found in people with HIV was lower in 2017 than in previous years. In addition to the SHC figures, this report is based on information about STIs from 350 general practices, on the basis of which estimates have been made for the Dutch population as a whole. Chlamydia In 2017, 14.3 percent of SHC visitors had a chlamydia infection (21,404 diagnoses, an increase of 3 percent compared to 2016). The percentage of women with chlamydia remained stable compared to 2016, after a steady increase over previous years. There was a slight increase in cases among heterosexual men. For MSM, the percentage has been around 10 percent for years. The number of diagnoses made by general practitioners also remained stable in 2016 compared to 2015. Gonorrhoea The number of diagnoses of gonorrhoea made at SHC increased by 11 percent in the past year to 6,764 infections. The percentage of people infected was stable compared to previous years: low among women (1.6 percent) and heterosexual men (1.9 percent), and higher among MSM (11.0 percent). The estimated number of infections diagnosed by general practitioners increased from 7,900 in 2015 to 9,000 in 2016. This increase was mainly among those over the age of 25 years. None of those infected showed resistance to the current 'first-choice' antibiotic, ceftriaxone. Resistance to azithromycin, on the other hand, continued to increase to 15 percent in 2017. Syphilis In 2017, the number of syphilis diagnoses at SHC remained almost the same as in 2016 (1,228 versus 1,223). 95 percent of these infections were diagnosed in MSM. The percentage of MSM with the infection dropped slightly from 2.9 percent in 2016 to 2.6 percent in 2017 - after many years of increasing. This change was mainly due to a lower percentage of syphilis found among MSM with HIV. The number of diagnoses among women and heterosexual men remained very low in 2017, with 0.09 and 0.16 percent, respectively, being infected. HIV The number of new diagnoses of HIV made at the SHC was almost identical to that in 2016 and 2015 (286, 285 and 288 respectively). Eighty-nine percent of these were among MSM. The number of diagnoses among women and heterosexual men remained very low. The number of people with HIV who came for treatment at one of the Dutch HIV treatment centres ('in care') for the first time in 2017 was 1,037. In total, 19,677 people with HIV were registered in care in 2017.Ministerie van VW

    Seksueel overdraagbare aandoeningen, waaronder hiv, in Nederland in 2014

    No full text
    Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid (CSG) heeft laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) blijft stijgen. Het percentage bij wie een soa wordt aangetroffen neemt eveneens toe, tot 15,5 procent in 2014. De stijgende lijn is ook te zien bij huisartsen, waar nog steeds de meeste soa-consulten worden verricht. Net als in voorgaande jaren is chlamydia de meest voorkomende soa. De CSG bieden hoog-risicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa's. Daarnaast verstrekken zij medicatie als een soa wordt aangetroffen. In totaal waren er in 2014 141.191 consulten bij de CSG, een stijging van 6 procent ten opzichte van 2013. De meeste soa's zijn geconstateerd bij personen die voor een soa waren gewaarschuwd door een (voormalige) partner en bij hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM). Chlamydia In 2014 had 12,6 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (17.753 diagnoses); een stijging van 0,8 procent ten opzichte van 2013. De grootste toename was te zien bij heteroseksuele mannen (van 12,8 procent in 2013 naar 13,9 procent in 2014). Chlamydia wordt nog steeds het meest aangetroffen bij vrouwen en bij heteroseksuele mannen onder de 25 jaar (15,6 procent had chlamydia). Bij MSM blijft het percentage chlamydia al jaren stabiel, rond de 10 procent. Gonorroe Sinds 2012 is het percentage CSG-bezoekers met gonorroe stabiel. Het bedroeg 3,6 procent in 2014 met in totaal 4.594 diagnoses. Gonorroe komt ruim vier keer zo vaak voor bij MSM als bij vrouwen en heteroseksuele mannen. In diverse Europese landen is gonorroe waargenomen die resistent is tegen de voorgeschreven antibiotica. In Nederland is deze resistentie nog niet aangetroffen. Het blijft van belang dit nauwkeurig in de gaten te houden. Syfilis Syfilis werd bij de CSG vooral vastgesteld bij MSM (93 procent van de 742 syfilis-diagnoses in 2014). Het percentage MSM met een syfilis-infectie steeg van 2,0 procent in 2013 naar 2,3 procent in 2014. De stijging was het grootst bij hiv-positieve MSM: van 5,8 procent in 2013 naar 6,6 procent in 2014. Van alle MSM met syfilis wist 41 procent dat ze hiv hadden. Hiv Het aantal nieuwe hiv-diagnoses bij de CSG is in 2014 met 9 procent gedaald (323 versus 358 in 2013), waarvan bijna 90 procent werd aangetroffen bij MSM. Het percentage nieuwe hiv-diagnoses bij MSM daalde van 3,0 procent in 2008 naar 1,1 procent in 2014. Het aantal nieuwe hiv-diagnoses daalde ook bij de Nederlandse hiv-behandelcentra (van 1.311 in 2008 naar 992 in 2013).The number of people who got tested for a sexually transmitted infection (STI) at a Dutch STI clinic increased further in 2014. In addition, the percentage of consultations resulting in an STI diagnosis increased slightly to 15.5 per cent in 2014. General practitioners, who carry out the majority of STI consultations in the Netherlands, report a similar upward trend. As in previous years, chlamydia was the most frequently diagnosed STI. STI clinics offer free STI testing to high-risk groups and provide care and treatment if an STI is diagnosed. The total number of STI clinic consultations in 2014 was 141,191, an increase of 6 per cent compared to 2013. In 2014, STI clinic attendees who were diagnosed with an STI were mainly people who had been warned of possible STI exposure by their (former) partner, and known HIV-positive men who have sex with men (MSM). Chlamydia In 2014, 12.6 per cent of STI clinic attendees had a chlamydia infection (17,753 diagnoses). This figure represents an increase of 0.8 percentage points compared to 2013. The greatest increase was observed in heterosexual men (from 12.8 per cent in 2013 to 13.9 per cent in 2014). Chlamydia was primarily diagnosed in women and in heterosexual men below 25 years of age (15.6 per cent diagnosed with chlamydia). The percentage of MSM diagnosed with chlamydia has remained stable for years at around 10 per cent. Gonorrhoea The percentage of STI clinic attendees with a gonorrhoea infection has remained stable since 2012, and amounted to 3.6 per cent in 2014 with a total of 4,594 diagnoses. Gonorrhoea is over four times more common in MSM than in women and heterosexual men. Increased resistance to the antibiotics prescribed to treat gonorrhoea infections has been observed in several European countries, but not yet in the Netherlands. It remains important to closely monitor antibiotic resistance. Syphilis Syphilis was mainly diagnosed among MSM, who accounted for 93 per cent of the 742 cases diagnosed at STI clinics in 2014. The percentage of MSM with a syphilis infection increased from 2.0 per cent in 2013 to 2.3 per cent in 2014. The greatest rise was observed in known HIV-positive MSM: from 5.8 per cent in 2013 to 6.6 per cent in 2014. Of all MSM with syphilis, 41 per cent were known HIV-positives. HIV In 2014, the number of people newly diagnosed with HIV at STI clinics decreased by 9 per cent (from 358 cases in 2013 to 323 in 2014). MSM accounted for nearly 90 per cent of this group. The percentage of new HIV diagnoses in MSM decreased from 3.0 per cent in 2008 to 1.1 per cent in 2014. The number of new HIV diagnoses at Dutch HIV treatment centres also declined (from 1,311 in 2008 to 992 in 2013)

    Seksueel overdraagbare aandoeningen in Nederland in 2018

    No full text
    In 2018 hebben vrijwel evenveel mensen zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) als in 2017. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had bleef gelijk. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) was gonorroe de meest voorkomende soa. Bij huisartspraktijken nam het aantal soa-consulten toe, voornamelijk onder personen ouder dan 25 jaar. Bij CSG's kunnen mensen die een grotere kans hebben een soa op te lopen, bijvoorbeeld jongeren onder de 25, zich gratis laten testen. In totaal zijn er in 2018 152.217 consulten geregistreerd bij de CSG's. Het aantal consulten nam af onder vrouwen en heteroseksuele mannen, maar nam toe bij MSM. Bij 18,2 procent van de consulten werd een soa gevonden. Infecties werden het vaakst gevonden bij mensen die waren gewaarschuwd voor een soa, gevolgd door mensen met hiv. Naast de CSG-cijfers worden schattingen voor de hele bevolking gemaakt op basis van gegevens over soa van 367 huisartspraktijken in 2017. Huisartsen voeren het merendeel van de soa-consulten en diagnoses uit. Chlamydia In 2018 had 13,9 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (2 procent minder dan in 2017; 21.021 diagnoses). Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia bleef in de afgelopen 3 jaar stabiel (respectievelijk 15 procent en 18 procent), na een aanhoudende stijging in de voorgaande jaren. Voor MSM ligt dit percentage al jaren rond de 10 procent. Het aantal geschatte diagnoses door huisartsen was in 2017 stabiel ten opzichte van 2016. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 9 procent toegenomen tot 7.362 infecties. De percentages mensen die het bleken te hebben, bleven stabiel ten opzichte van vorige jaren; laag onder vrouwen (1,7 procent) en heteroseksuele mannen (2,0 procent), en hoger onder MSM (11,2 procent). Het geschatte aantal diagnoses door huisartsen nam toe van 9.000 in 2016 naar 9.550 in 2017. Deze toename was vooral onder vrouwen ouder dan 25 jaar. Bij de CSG is geen antibioticaresistentie tegen het huidige 'eerste keus' antibioticum ceftriaxon gemeld. Wel is er resistentie tegen andere antibiotica. De resistentie tegen azitromycine steeg in de afgelopen jaren van 2 procent in 2012 tot 11 procent in 2018. Syfilis In 2018 was het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG bijna gelijk aan dat in 2017 (1.224 versus 1.228). Daarvan is 96 procent bij MSM vastgesteld. Dit percentage daalde na een jarenlange stijging licht, van 2,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2017 en 2,4 procent in 2018. Voornamelijk onder MSM met hiv was het percentage lager. Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met de infectie bleef in 2018 zeer laag, respectievelijk 0,1 en 0,2 procent. Hiv Het aantal nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG's is afgenomen in 2018 (249) ten opzichte van 2017 en 2016 (respectievelijk 286 en 285). Negentig procent van deze diagnoses was bij MSM. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef zeer laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2018 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 909, wat minder was dan in 2017 (1.037). In totaal waren in 2018 20.181 mensen met hiv geregistreerd als in zorg.In 2018, the number of people tested at a Sexual Health Centre (SHC) for a sexually transmitted infection (STI) remained almost the same as in 2017, as did the percentage with an STI. Chlamydia is the most common STI among heterosexuals. Among men who have sex with men (MSM), gonorrhoea was the most frequently diagnosed infection. The number of STI-related consultations with general practitioners (GPs) increased, mainly among people aged over 25. The SHC offer complimentary STI testing to people with a high risk of an STI, for example those aged under 25. A total of 152,217 consultations at SHC were recorded in 2018. The number of consultations among women and heterosexual men declined, whereas an increase was noted among MSM. STIs were detected in 18.2 percent of the consultations, the same as in 2017. Infections were most often found in people who had been notified for STI, followed by those with HIV. In addition to the SHC data, this report includes information about STIs from 367 general practices in 2017, on the basis of which estimates have been made for the Dutch population. GPs perform most of STI-related consultations and diagnoses. Chlamydia In 2018, 13.9 percent (20,021 cases) of SHC visitors were diagnosed with chlamydia, a 2 percent decline compared to 2017. The percentage of women and heterosexual men with chlamydia remained stable between 2016-2018 (15 percent and 18 percent respectively) after a steady increase in the two previous years. For MSM, the percentage has remained stable at 10 percent for many years. The number of GP diagnoses increased in both men and women in 2017 compared to 2016. Gonorrhoea The number of gonorrhoea diagnoses made at SHC increased by 9 percent in 2018 to 7,362 infections. The percentage of people infected remained stable: it was low among women (1.7 percent) and heterosexual men (2.0 percent), and higher among MSM (11.2 percent). The estimated number of infections diagnosed by GPs increased from 9,000 in 2016 to 9,550 in 2017. This increase was mainly found in women aged above 25. At SHC, none of those infected showed resistance to the current 'first-choice' antibiotic, ceftriaxone, however there was resistance to other antibiotics. Resistance to azithromycin has continued to increase: from 2 percent in 2012 to 11 percent in 2018. Syphilis In 2018, there was no change in the number of syphilis diagnoses at SHC compared with 2017; 1,224 versus 1,228 respectively. Of these infections, 96 percent were diagnosed among MSM. After many years of increasing, the percentage of MSM with the infection has declined slowly; from 2.9 percent in 2016, to 2.6 percent in 2017, and 2.4 percent in 2018. This change is mainly due to a lower percentage of syphilis found among MSM with HIV. The number of diagnoses among women and heterosexual men remained very low in 2018, with diagnoses among 0.1 and 0.2 percent respectively among those tested. HIV The number of new diagnoses of HIV made at the SHC in 2018 (249) was lower than in 2017 and 2016, 286 and 285 respectively. Of these, 90 percent were among MSM. The number of diagnoses among women and heterosexual men remained very low. In 2018, 909 people with HIV were treated at Dutch HIV treatment centres ('in care') for the first time; less than in 2017 (1,037). In total, 20,181 people with HIV were registered in care in 2018.Ministerie van VW

    Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2017

    No full text
    Het aantal mensen dat zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) heeft laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) is in 2017 gestegen. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had bleef gelijk. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) werd gonorroe het vaakst gediagnosticeerd. Ook bij huisartspraktijken nam het aantal soa-consulten toe, voornamelijk onder personen ouder dan 25 jaar. De CSG's bieden hoog-risicogroepen de mogelijkheid om zich gratis te laten testen op soa's. In totaal zijn er in 2017 150.593 consulten geregistreerd bij de CSG's, een stijging van 5 procent ten opzichte van 2016. Het percentage gevonden soa's was met 18,4 procent hetzelfde als in 2016. Infecties werden het vaakst gevonden bij mensen die waren gewaarschuwd voor een soa, gevolgd door mensen met hiv. Het percentage gevonden soa bij personen met hiv lag in 2017 wel lager dan in voorgaande jaren. Naast de CSG-cijfers worden voor dit rapport gegevens over soa gebruikt van 350 huisartspraktijken, op basis waarvan schattingen zijn gemaakt voor de hele Nederlandse bevolking. Chlamydia In 2017 had 14,3 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (21.404 diagnoses; een toename van 3 procent ten opzichte van 2016). Het percentage vrouwen met chlamydia bleef stabiel ten opzichte van 2016, na een aanhoudende stijging in de voorgaande jaren. Bij heteroseksuele mannen was nog een lichte stijging zichtbaar. Voor MSM ligt het percentage al jaren rond de 10 procent. Ook het aantal geschatte diagnoses die huisartsen stelden was in 2016 stabiel ten opzichte van 2015. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 11 procent toegenomen tot 6.764 infecties. De percentages mensen die het bleken te hebben bleven stabiel ten opzichte van vorige jaren; laag onder vrouwen (1,6 procent) en heteroseksuele mannen (1,9 procent), en hoger onder MSM (11,0 procent). Het geschatte aantal infecties dat door huisartsen werd gediagnosticeerd nam toe van 7.900 in 2015 naar 9.000 in 2016. Deze toename was vooral onder personen ouder dan 25 jaar. Geen enkele geïnfecteerde bleek resistent tegen het huidige 'eerstekeus' antibioticum ceftriaxon. Resistentie tegen azitromycine bleef daarentegen toenemen, tot 15 procent in 2017. Syfilis In 2017 was het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG bijna gelijk aan dat in 2016 (1.228 versus 1.223). Van deze infecties werd 95 procent bij MSM vastgesteld. Het percentage MSM dat de infectie had, daalde licht van 2,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2017 - na een jarenlange stijging. Deze verandering kwam voornamelijk door een lager percentage aangetroffen syfilis onder MSM met hiv. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef in 2017 zeer laag. Respectievelijk 0,09 en 0,16 procent had de infectie. Hiv Het aantal nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG's was vrijwel identiek als in 2016 en 2015 (respectievelijk 286, 285 en 288). Negenentachtig procent hiervan was MSM. De percentages onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleven zeer laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2017 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 1.037. In totaal zijn in 2017 19.677 mensen met hiv geregistreerd in zorg

    Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2018

    No full text
    In 2018 hebben vrijwel evenveel mensen zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) als in 2017. Het percentage dat daadwerkelijk een soa had bleef gelijk. Chlamydia bleef de meest voorkomende soa onder heteroseksuelen. Bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) was gonorroe de meest voorkomende soa. Bij huisartspraktijken nam het aantal soa-consulten toe, voornamelijk onder personen ouder dan 25 jaar. Bij CSG's kunnen mensen die een grotere kans hebben een soa op te lopen, bijvoorbeeld jongeren onder de 25, zich gratis laten testen. In totaal zijn er in 2018 152.217 consulten geregistreerd bij de CSG's. Het aantal consulten nam af onder vrouwen en heteroseksuele mannen, maar nam toe bij MSM. Bij 18,2 procent van de consulten werd een soa gevonden. Infecties werden het vaakst gevonden bij mensen die waren gewaarschuwd voor een soa, gevolgd door mensen met hiv. Naast de CSG-cijfers worden schattingen voor de hele bevolking gemaakt op basis van gegevens over soa van 367 huisartspraktijken in 2017. Huisartsen voeren het merendeel van de soa-consulten en diagnoses uit. Chlamydia In 2018 had 13,9 procent van de CSG-bezoekers een chlamydia-infectie (2 procent minder dan in 2017; 21.021 diagnoses). Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia bleef in de afgelopen 3 jaar stabiel (respectievelijk 15 procent en 18 procent), na een aanhoudende stijging in de voorgaande jaren. Voor MSM ligt dit percentage al jaren rond de 10 procent. Het aantal geschatte diagnoses door huisartsen was in 2017 stabiel ten opzichte van 2016. Gonorroe Het aantal gonorroe-diagnoses bij de CSG is het afgelopen jaar met 9 procent toegenomen tot 7.362 infecties. De percentages mensen die het bleken te hebben, bleven stabiel ten opzichte van vorige jaren; laag onder vrouwen (1,7 procent) en heteroseksuele mannen (2,0 procent), en hoger onder MSM (11,2 procent). Het geschatte aantal diagnoses door huisartsen nam toe van 9.000 in 2016 naar 9.550 in 2017. Deze toename was vooral onder vrouwen ouder dan 25 jaar. Bij de CSG is geen antibioticaresistentie tegen het huidige 'eerste keus' antibioticum ceftriaxon gemeld. Wel is er resistentie tegen andere antibiotica. De resistentie tegen azitromycine steeg in de afgelopen jaren van 2 procent in 2012 tot 11 procent in 2018. Syfilis In 2018 was het aantal syfilis-diagnoses bij de CSG bijna gelijk aan dat in 2017 (1.224 versus 1.228). Daarvan is 96 procent bij MSM vastgesteld. Dit percentage daalde na een jarenlange stijging licht, van 2,9 procent in 2016 naar 2,6 procent in 2017 en 2,4 procent in 2018. Voornamelijk onder MSM met hiv was het percentage lager. Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met de infectie bleef in 2018 zeer laag, respectievelijk 0,1 en 0,2 procent. Hiv Het aantal nieuwe diagnoses van hiv gesteld bij de CSG's is afgenomen in 2018 (249) ten opzichte van 2017 en 2016 (respectievelijk 286 en 285). Negentig procent van deze diagnoses was bij MSM. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef zeer laag. Het aantal mensen met hiv dat in 2018 voor het eerst voor behandeling bij een van de Nederlandse hiv-behandelcentra kwam ('in zorg') was 909, wat minder was dan in 2017 (1.037). In totaal waren in 2018 20.181 mensen met hiv geregistreerd als in zorg
    corecore