150 research outputs found
De Noordkromp
De Noordkromp (Arctica islandica) is een tweekleppig schelpdier waarvan individuen een leeftijd kunnen bereiken van ver boven de 100 jaar. Het is een kenmerkende soort voor de wat diepere en koudere delen van de Noordzee. Omdat de Noordkromp langzaam uit het zuidelijk deel van zijn verspreidingsgebied in de Noordzee lijkt te verdwijnen, speelt ze als OSPAR soort dan ook een prominente rol in de discussie en aanwijzing van beschermde gebieden. Een weerslag van NIOZ onderzoe
Basisinformatie over de Borkumer Stenen, Bruine Bank en Gasfonteinen, potentieel te beschermen gebieden op het NCP
In dit rapport worden drie gebieden in de Noordzee nader beschouwd: de Borkumer Stenen, Gasfonteinen en de Bruine Bank, zoals aangekondigd in het in 2005 verschenen rapport ‘Gebieden met bijzondere ecologische waarden op het Nederlands Continentaal Plat’ (Lindeboom et al. 2005). De informatie in dit rapport is bijeen gebracht door middel van literatuuronderzoek en een korte veldstudie. De studie is uitgevoerd om te beoordelen of de Borkumer Stenen, Gasfonteinen en de Bruine Bank ook als Natura 2000 gebieden zouden kunnen worden aangemerkt
Ruimtelijke en temporele patronen in de diversiteit van de macrobentische infauna op het Nederlands Continentaal Plat
In opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving is een overzicht gemaakt van ruimtelijke en temporele verschillen in de diversiteit van het benthos op het Nederlands Continentaal Plat. Voor de berekeningen werd gebruik gemaakt van de meetgegevens van het landelijke monitoringprogramma MWTL (Monitoring van de Waterstaatkundige Toestand des Lands). In dit rapport zijn de macrobenthos-gegevens van de periode 1991-2005 geanalyseerd. Globaal gezien blijken er in de periode 1991-2005 weinig, hoogstens kleine, veranderingen in de biodiversiteit van de macrobenthische infauna. Fluctuaties in de populatieomvang van een aantal soorten leidden wel tot significante fluctuaties in dominantie, gereflecteerd in de Simpson index
DEB ensis vs. data
Along the Dutch coast (North sea) large quantities of sand are mined in certain locations to supply sand for coastal defence at other locations in order to retain the existing coastline. Without these nourishments of sand the coast would erode and eventually this erosion would lead to an increased risk of flooding. This project provides the opportunity to use measured environmental data to predict growth of Ensis directus using the DEBEnsis model and compare it to measured biotic data on Ensis. Here we report on the findings of the comparison of field data and model estimates and suggest improvements, both in field measurements, experiments and (adjustments to DEB) modelling. For this study, Ensis directus was taken as a model organism, because of its high dominance in biomass in the Dutch coastal zone
Study for the Revision of the plaice box - Draft Final Report
This project has attempted to evaluate the effectiveness of the fisheries management measure known as the “Plaice Box” (PB) for the conservation of plaice and other species of marine organisms in the south-eastern North Sea. The study provides an inventory of existing information and collects new material on the effects of the PB on the conservation of plaice and the impact of the PB on various components of the commercial fishing fleets. Based on an analysis of key processes that affect the impact of the PB, modifications will be explored to improve the positive effect on the conservation of plaice and other species of marine organisms, including catches and bycatches of other marketable fish. An economic assessment of the consequences of those modifications, in terms of their cost-effectiveness, and implications for profitability of the activity is presented. Finally, the data requirements for future evaluations of the effects of the PB on conservation is discussed
Factsheets Kaderrichtlijn Marien Strategie-indicatoren van het Friese Front en de Centrale Oestergronden
Het Friese Front en de Centrale Oestergronden zijn in de Nederlandse Mariene Strategie genoemd als zoekgebieden voor beschermingsmaatregelen voor de bodemfauna. Om de ecologische waarde van deze gebieden en de indicatorsoorten die zijn aangewezen voor het monitoringprogramma voor een breed publiek inzichtelijk te maken, worden de belangrijkste kenmerken en waarden van deze gebieden en soorten in deze rapportage kort en bondig beschreven. Het gaat hierbij om de soorten: Callianassa subterranea, Upogebia stellata, Upogebia deltaura, Brissopsis lyrifera, Corbula gibba, Acanthocardia echinata, Turritella communis, Amphiura filiformis, Thracia convexa, Goneplax rhomboides, Corystes cassivelaunus, Nephtys incisa
- …