256 research outputs found
Wie vecht er mee tegen de bierkaai?
Het Antoni van Leeuwenhoek onderging in de laatste twaalf maanden zes inspecties van de overheid, zes visitaties van medisch specialistische opleidingen en vier kwaliteitsaudits waaronder voor hygiëne en stamceltransplantaties.\ud
\ud
Voor alle klinische trials – waar zo'n 25 procent van onze nieuwe patiënten aan mee doet – worden nauwgezet alle bijwerkingen bijgehouden. Er moesten meer dan honderd extra interne registratiechecks worden gedaan om de Nederlandse Zorgautoriteit, accountant en verzekeraars gerust te stellen over onze interne administratie en daaruit voortkomende facturen. Het jaar ervoor had ons instituut één van de laagste scores van het aantal geconstateerde afwijkingen in de Nederlandse ziekenhuizen.\ud
\ud
Uit preventieve overwegingen en ten behoeve van dezelfde instanties werden ons vorig jaar rond de vijftig interne audits opgelegd. Voor de Dutch Institute for Clinical Auditing wordt een tiental kwaliteitsregistraties bijgehouden en voor ons veiligheidssysteem zijn er minstens tien interne projectregistraties. Voor 2016 staat de teller van de interne planning alweer op meer dan zestig audits. Veel is nuttig, maar een aantal zouden we niet zelf verzonnen hebben, en… ik neem niet aan dat iemand denkt dat de raad van bestuur al deze scores zelf invult
Bouwen aan een kwaliteitssysteem in de revalidatiezorg: Een poging tot constructive technology assessment van een kwaliteitssysteem in een gezondheidszorginstelling
In dit proefschrift staat de vraag naar de meerwaarde van (investeringen in) een
kwaliteitssysteem in een revalidatiecentrum centraal. In de gezondheidszorg
wordt vanaf het midden van de jaren tachtig toenemend gesproken over kwaliteit.
De aandacht hiervoor groeide toen geleidelijk aan bleek dat de ontwikkeling
van de zorgvraag en (met name de financiering van) het aanbod steeds minder
op elkaar aansloten. Onder andere een toenemend beroep op zorgvoorzieningen
door de verouderende en steeds meer eisende bevolking, én het door de overheid,
met het oog op de collectieve lasten, noodzakelijk geachte kosten-beheersingsbeleid,
zijn hiervoor belangrijke redenen. Binnen de sector groeit de
bezorgdheid over de kwaliteit van de zorgverlening; de vanzelfsprekendheid
waarmee men er vanuit ging dat een goed eindproduct geleverd zou worden,
verdwijnt. In navolging van industrie en commerciële dienstverlening wordt het
begrip kwaliteitszorg geïntroduceerd. In 1989 en 1990 werden - toen nog in
verband met de door de commissie Dekker voorgestelde marktwerking en deregulering
- door de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering
van de Geneeskunstl twee conferenties over een "landelijk kwaliteitsbeleid"
georganiseerd; door de betrokken partijen in de gezondheidszorg werd
toen, voor een periode van vijf jaar, een aantal afspraken gemaakt over uitgangspunten
en gewenste ontwikkelingen. Onder andere werd vastgelegd dat
de aanbieders van zorg het initiatief zouden nemen om "binnen een half jaar te
komen tot het maken van afspraken over de ontwikkeling van kwaliteitssystemen"
(zie bijlage 1). Op verzoek van de deelnemers is er door de Nationale
Raad voor de Volksgezondheid een commissie Voortgang Ontwikkeling Kwaliteitsbeleid
ingesteld, die de ontwikkelingen op dit terrein ging bewaken. In
1995 heeft, aangestuurd door die commissie, een evaluatie plaatsgevonden van
de wijze waarop aan de eerder gemaakte afspraken vorm is gegeven en is er
opnieuw een landelijke kwaliteitsconferentie geweest. Hier zijn afspraken voor
de periode 1995-2000 vastgelegd over begripsverheldering, externe beoordeling,
ontwikkeling van kwaliteitssystemen, informatie over de kwaliteit van
zorg- en verzekeringsaanbod en prikkels en voorwaarden voor kwaliteitsbeleid.
Bijvoorbeeld werd (opnieuw) afgesproken dat expliciet aandacht besteed zal
gaan worden aan de organisatiebrede opbouw van kwaliteitssystemen
Reallocating resources to focused factories: a case study in chemotherapy
This study investigates the expected service performance associated with a proposal to reallocate resources from a centralized chemotherapy department to a breast cancer focused factory. Using a slotted queueing model we show that a decrease in performance is expected and calculate the amount of additional resources required to offset these losses. The model relies solely on typical outpatient scheduling system data, making the methodology easy to replicate in other outpatient clinic settings. Finally, the paper highlights important factors to consider when assigning capacity to focused factories. These considerations are generally relevant to other resource allocation decisions
Reallocating resources to focused factories: a case study in chemotherapy
This study investigates the expected service performance associated with a proposal to reallocate resources from a centralized chemotherapy department to a breast cancer focused factory. Using a slotted queueing model we show that a decrease in performance is expected and calculate the amount of additional resources required to offset these losses. The model relies solely on typical outpatient scheduling system data, making the methodology easy to replicate in other outpatient clinic settings. Finally, the paper highlights important factors to consider when assigning capacity to focused factories. These considerations are generally relevant to other resource allocation decisions
Regional variation in breast cancer treatment in the Netherlands and the role of external peer review: a cohort study comprising 63,516 women
Background
Treatment variation is an important issue in health care provision. An external peer review programme for multidisciplinary cancer care was introduced in 1994 in the Netherlands to improve the multidisciplinary organisation of cancer care in hospitals.
So far the clinical impact of external quality assessment programmes such as external peer review and accreditation remains unclear. Our objective was to examine the degree of variation in treatment patterns and the possible effect of external peer review for multidisciplinary cancer care for breast cancer patients.
Methods
Patients with breast cancer were included from 23 hospitals from two ‘intervention regions’ with the longest experience with the programme and 7 hospitals that never participated (control group). Data on tumour and treatment characteristics were retrieved from the Netherlands Cancer Registry. Treatment modalities investigated were: the completeness of breast conserving therapy, introduction of the sentinel node biopsy, radiotherapy after breast conserving surgery for ductal carcinoma in situ (DCIS), adjuvant radiotherapy for locally advanced breast cancer (T3/M0 or any T,N2-3/M0), adjuvant chemotherapy for early stage breast cancer (T1-2/N+/M0) and neo-adjuvant chemotherapy for T4/M0 breast cancer. Hospitals from the two intervention regions were dichotomised based on their implementation proportion (IP) of recommendations from the final reports of each peer review (high IP vs. low IP). This was regarded as a measure of how well a hospital participated in the programme.
Results
63,516 female breast cancer patients were included (1990-2010). Variation in treatment patterns was observed between the intervention regions and control group. Multidisciplinary treatment patterns were not consistently better for patients from hospitals with a high IP.
Conclusions
There is no relationship between the external peer review programme for multidisciplinary cancer care and multidisciplinary treatment patterns for breast cancer patients. Regional factors seem to exert a stronger effect on treatment patterns than hospital participation in external peer revie
- …