3 research outputs found

    BAAC rapport V-10.0208

    No full text
    In opdracht van Ministerie van Defensie heeft het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie (BAAC bv) een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied COT Oirschotse Heide te Oirschot (gemeente Oirschot) in de provincie Noord-Brabant. Aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichtingsopgave voor het betreffende plangebied. Men is voornemens om het bestaande militaire oefenterrein opnieuw in te richten. Gezien de mogelijk monumentale waarde van het voormalige Nederlandse legerkamp luidt de aanbeveling om dit terrein ongemoeid te laten en de plannen hierop aan te passen. Indien dit niet mogelijk is, dan luidt de aanbeveling om de locaties die het meest bedreigd worden voorafgaand aan de plag- (en rooi-?)werkzaamheden te onderzoeken middels proefsleuven. Het doel van een dergelijk onderzoek zal zijn het vaststellen van de exacte omvang, datering, gaafheid en conserveringsgraad van de (eventueel aanwezige) vindplaats(en) op basis waarvan de archeologische waarde van het gebied definitief kan worden vastgesteld. Het areaal waaraan een hoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de steentijd is middels onderhavig onderzoek ten opzichte van de bestaande kaart sterk uitgebreid

    BAAC rapport B-16.0343

    No full text
    Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek In opdracht van de gemeente Gouda heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Walmuur - St. Jansmuur te Gouda. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied deel uitmaakt van een gebied waar in het Holoceen onder invloed van zeespiegelstijging, fluviatiele activiteit en veengroei een dik pakket sedimenten is afgezet. In de late middeleeuwen en nieuwe tijd is een dik (pre-)stedelijk ophoogpakket aangebracht. In zowel verticale als horizontale zin kunnen hierdoor verschillende niveaus met elk een eigen archeologische verwachting worden onderscheiden

    BAAC Rapport V-11.0416

    No full text
    Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek met veldinspectie uitgevoerd voor het plangebied ‘bedrijfslocatie IHC Merwede’ te Kinderdijk. Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied deel uitmaakt van een gebied waar al in het Pleistoceen rivieren stroomden. Door het gebruik als industrieterrein zullen relatief ondiep voorkomende archeologische waarden plaatselijk verstoord zijn. Deze gebieden hebben derhalve een lage verwachting. Aan het resterende deel van het plangebied wordt een hoge verwachting voor archeologisch waarden uit de periode 1796- 1900, dan wel een middelhoge verwachting voor archeologische waarden uit het midden- tot laatneolithicum toegekend. Geadviseerd wordt in het gebied met een hoge archeologische verwachting om bij bodemverstoringen dieper dan 100 cm beneden het huidige maaiveld (d.w.z. dieper dan 2 à 2,5 m +NAP) een proefsleuvenonderzoek77 uit te voeren. Indien in het gebied met een middelhoge verwachting bodemverstoringen dieper dan 5,5m –NAP plaatsvinden, dient eveneens een vervolgonderzoek plaats te vinden. Gezien zowel de grote diepte waarop deze waarden zich bevinden als de aard van de verwachte archeologisch waarden, wordt geadviseerd booronderzoek uit te voeren. Of dit een verkennend dan wel direct karterend booronderzoek moet zijn, is afhankelijk van de grootte van het te onderzoeken gebied en de beperkende omstandigheden (zoals de ligging op een industrieterrein, ondoordringbaar ophoogdek, e.d.). Een verkennend booronderzoek dient om inzicht te krijgen in de aard en intactheid van de bodemopbouw, om zo kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor volgende vormen van onderzoek. Zowel een karterend booronderzoek dient om informatie te verkrijgen over de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. Een proefsleuvenonderzoek onderzoekt daarnaast ook de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Voorafgaand aan het vervolgonderzoek dient in het geval van een proefsleuvenonderzoek een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) en in het geval van het booronderzoek een door het bevoegd gezag goedgekeurd Plan van Aanpak (PvA) worden opgesteld, waarin de eisen waaraan het onderzoek dient te voldoen, worden vastgelegd. Hierbij dient rekening te met de ligging nabij een primaire waterkering en de (gedeeltelijke) ligging in een waterwingebied
    corecore