34 research outputs found

    De bodemgesteldheid van het landinrichtingsgebied Diepenheim : resultaten van een bodemgeografisch onderzoek

    Get PDF
    Het landinrichtingsgebied Diepenheim bestaat voor een groot deel uit fluvioperiglaciale en eolische afzettingen uit het Weichselien, en in mindere mate uit holocene beek- en organogene afzettingen. Op droge dekzandruggen of -koppen bij beekdalen is door plaggenbemesting een antropogene bovengrond ontstaan. De beekdalen bestaan uit fluvioperiglaciale zanden, plaatselijk bedekt door een beek- of organogene afzetting (broekeerd-, beekvaag-, beekeerd-, poldervaag-, leekeerd- en woudeerdgronden). De eolische afzettingen vormen voornamelijk vlakvaag-, gooreerd-, loopodzol-, veldpodzol-, laarpodzol- en enkeerdgronden. Het gebied wordt hoofdzakelijk redelijk tot goed ontwaterd door een stelsel van sloten en beken. De resultaten van het onderzoek staan op een bodem- en grondwatertrappenkaart

    Natuurpotentie Willinks Weust

    Get PDF
    Dienst Landelijk Gebied (DLG) heeft van de provincie Gelderland in het kader van NBL (natuur buiten landinrichting) opdracht gekregen voor de inrichting van een aantal percelen nabij de steengroeve ten oosten van Winterwijk. Het gebied is bekend onder de naam Willinks Weust. Alvorens kan worden ingericht is een ecohydrologisch en biochemisch onderzoek noodzakelijk. Het gebied is echter ook sterk verdroogd door diepe ontwateringsloten, met name in het erosiedal en op de overgang naar het plateau. Ook de steengroeve aan de noordkant van het gebied heeft in een overgangzone een verdrogende invloed. Inrichting van de percelen en herstel van de hydrologie bieden goede mogelijkheden de natuurwaarden in het gebied te herstellen en versterken

    De bodemgesteldheid van het herinrichtingsgebied Bergen-Schoorl; resultaten van een bodemgeografisch onderzoek en de geschiktheidsbeoordeling voor de bloembollenteelt en weidebouw

    Get PDF
    In het herinrichtingsgebied Bergen-Schoorl is de bodem onderzocht en beoordeeld op geschiktheid voor bloembollenteelt en weidebouw. Het gebied bestaat uit duin- en strandafzettingen (zandgronden, moerige gronden, veengronden), oude getij- en lagunaireafzettingen (zeekleigronden, moerige gronden) en jonge getij- en doorbraakafzettingen (zeekleigronden). Goed ontwaterde, goed bewortelbare zand- en lichte zavelgronden met een goede vochtvoorziening zijn geschikt voor bloembollenteelt. Goed ontwaterde, goed bewortelbare zand- en kleigronden met een goede vochtvoorziening en een goede draagkracht zijn geschikt voor weidebouw

    Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden in relatie tot de beschikbaarheid van fosfaat: evaluatie van verschralingsmaatregelen

    Get PDF
    Als gevolg van de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) komen landbouw-gronden beschikbaar voor natuurontwikkeling. De doelstelling van het project is het bepalen van grenswaarden voor de beschik-baarheid van fosfaat voor verschillende natuurdoel-typen op zandgronden, en het evalueren van de effectiviteit van verschralings-maatregelen voor natuur-ontwik-keling. Binnen het zandgebied van de provincies Noord Brabant en Limburg zijn 24 locaties geselec-teerd met uiteenlopende grasland- en heidevegetatie. Het betreft natuur-ontwikkelings-projecten in verschillende stadia van ontwikkeling op voormalige landbouw-gronden. De verschralingsmaatregelen afgraven/maaien en maaien geven de meeste doel-soorten uit de doelvegetatie natte heiden (Ericion tetralicis), kleine zeggen (Caricion nigrae), voedselarme graslanden (Junco-Molinion en het Nardo-Galion saxatilis). In veel mindere mate komen soorten voor van droge heide (Calluno-Genistion pilosae), voedsel-arm grasland (Thero-Airion) of van veen-vegetatie (Hydrocotylo-Baldellion). Begrazen levert slechts een enkele doelsoort op. Hoge waarden van N/P (> 10), typerend voor blauwgrasland, werden alleen gevonden bij zeer lage Pw (<4 mg P2O5 / L grond) of P-Al

    Vincristine-induced peripheral neuropathy in pediatric oncology: A randomized controlled trial comparing push injections with one-hour infusions (the vinca trial)

    Get PDF
    Vincristine (VCR) is a frequently used chemotherapeutic agent. However, it can lead to VCR-induced peripheral neuropathy (VIPN). In this study we investigated if one-hour infusions of VCR instead of push-injections reduces VIPN in pediatric oncology patients. We conducted a multicenter randomized controlled trial in which participants received all VCR administrations through push injections or one-hour infusions. VIPN was measured at baseline and 1–5 times during treatment using Common Terminology Criteria of Adverse Events (CTCAE) and pediatric-modified Total Neuropathy Score. Moreover, data on co-medication, such as azole antifungals, were collected. Overall, results showed no effect of administration duration on total CTCAE score or ped-mTNS score. However, total CTCAE score was significantly lower in patients receiving one-hour infusions concurrently treated with azole antifungal therapy (β = −1.58; p = 0.04). In conclusion, generally VCR administration through one-hour infusions does not lead to less VIPN compared to VC

    De bodemgesteldheid van het landinrichtingsgebied Epe-Vaassen; resultaten van een bodemgeografisch onderzoek

    No full text
    In het landinrichtingsgebied komen geologische afzettingen voor uit het Pleistoceen, Saalien, Eemien en Weichselien en Holoceen voor. Het landinrichtingsgebied Epe-Vaassen is opgedeeld in twee deelgebieden. Het herinrichtingsgebied Epe-Vaassen West enruilverkavelingsgebied Epe-Vaassen Oost. De bodem in het herinrichtingsgebied bestaat voornamelijk uit zandgronden; verder komen veengronden, moerige gronden, beekkleigronden en rivierkleigronden voor. De zandgronden bestaan uit moderpodzolgronden, humuspodzol-gronden, eerdgronden en vaaggronden. De fluctuatie van het grondwater varieert van 16 tot 112 cm. De meeste gronden hebben een gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan 140 cm - mv. De bodem in het ruilverkavelingsgebied bestaat voornamelijk uit rivierkleigronden; verder komen veengronden, moerige gronden, zandgronden, kalkhoudende zandgronden en beekkleigronden voor. De rivierkleigronden bestaan uit kalkrijke, kalkarm of kalkloze eerdgronden en vaaggronden. De fluctuatie van het grondwater varieert van 9 tot plaatselijk 159 cm. De meeste gronden hebben een gemiddeld hoogste grondwaterstand ondieper dan 80 cm - mv. De resultaten van het onderzoek staan op een bodem- en grondwatertrappenkaart

    De bodemgesteldheid van het landinrichtingsgebied Diepenheim; resultaten van een bodemgeografisch onderzoek

    No full text
    Het landinrichtingsgebied Diepenheim bestaat voor een groot deel uit fluvioperiglaciale en eolische afzettingen uit het Weichselien, en in mindere mate uit holocene beek- en organogene afzettingen. Op droge dekzandruggen of -koppen bij beekdalen is door plaggenbemesting een antropogene bovengrond ontstaan. De beekdalen bestaan uit fluvioperiglaciale zanden, plaatselijk bedekt door een beek- of organogene afzetting (broekeerd-, beekvaag-, beekeerd-, poldervaag-, leekeerd- en woudeerdgronden). De eolische afzettingen vormen voornamelijk vlakvaag-, gooreerd-, loopodzol-, veldpodzol-, laarpodzol- en enkeerdgronden. Het gebied wordt hoofdzakelijk redelijk tot goed ontwaterd door een stelsel van sloten en beken. De resultaten van het onderzoek staan op een bodem- en grondwatertrappenkaart

    De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland: Bosreservaat "Vechtlanden"

    No full text

    Vergraven gronden : inventarisatie van 'diepe' grondbewerkingen, ophogingen en afgravingen

    No full text
    In dit rapport wordt een inventarisatie beschreven naar “diepe” grondbewerkingen, ophogingen en afgravingen die de profielopbouw sinds de veldopname van de Bodemkaart van Nederland 1 : 50.000 wezenlijk hebben veranderd. De resultaten van deze inventarisatie zijn gebruikt om een actueel inzicht te krijgen in de locaties, type en omvang van de bodemverstoringen
    corecore