21 research outputs found

    A Systematic Review of Dynamometry and its Role in Hand Trauma Assessment

    Get PDF
    The dynamometer was developed by American neurologists and came into general use in the late 19th century. It is still used in various ways as a diagnostic and prognostic tool in clinical settings. In this systematic review we assessed in detail the different uses of dynamometry, its reliability, different dynamometers used and the influence of rater experience by bringing together and evaluating all published literature in this field. It was found that dynamometry is applied in a wide range of medical conditions. Furthermore, the great majority of studies reported acceptable to high reliability of dynamometry. Jamar mechanical dynamometer was used most often in the studies reviewed. There were mixed results concerning the effect of rater experience. The factors influencing the results of dynamometry were identified as age, gender, body weight, grip strength, BMI, non/dominant hand, assessing upper/lower limbs, rater and patient’s strength and the distance from the joint where the dynamometer is placed. This review provides an understanding of the relevance and significance of dynamometry which should serve as a starting point to guide its use in hand trauma assessment. On the basis of our findings, we suggest that hand dynamometry has a great potential, and could be used more often in clinical practice

    An ionchromatographic method for the simultaneous determination of nitrite, bromide and sulphite

    No full text
    Betreft resultaten van een onderzoek naar het ontwikkelen van een geautomatiseerde ionchromatografische methode voor de bepaling van nitriet, bromide en sulfiet. Het onderzoek heeft geresulteerd in een betrouwbare, selectieve en gevoelige methode voor de simultane bepaling van nitriet, bromide en sulfiet in water. Met deze ionchromatografische isocratische methode zijn bepalingskarakteristieken getest en vastgesteld. De aantoonbaarheidsgrenzen van nitriet, bromide en sulfiet bedragen resp. 0,2mumol/l, 0,3mumol/l en 2mumol/l. De precisie voor deze componenten bedraagt resp 1,4%, 0,6% en 2,0%.A sensitive and selective ionchromatographic method is described for the determination of nitrite, bromide and sulphite. Two methods are tested and the performance characteristics of these methods are described. The detection limits appear to be 0.2 mumol/l, 0.3 mumol/l and 2 mumol/l for nitrite, bromide and sulphite, respectively. The precision for these components is respectively 1.4%, 0.6% and 2.0%.RIV

    [An automated ionchromatographic method for the determinations of chloride, nitrate and sulphate.]

    No full text
    Abstract niet beschikbaarThe modification of an ionchromatographic system to increase the sensitivity and selectivity is reported. The chromatographic system was equipped with a UV-detector, modified by thermostatting the separatorcolumn and the regenerant supply and isolating an autoregenerant suppressor and detector cells. Connections between the separating modules were shortened. A method for the determination chloride, nitrate and sulphate in rainwater, drinking water, surface water and groundwater over a range of more than four decades has been developed. A good resolution and selectivity between the peaks is obtained. Identification of peaks is possible by retention time, area/height ratio and confirmed by the ratio between the conductivity area and UV-detection area. Determinations of nitrite, bromide, phosphate and sulphite are also possible with the method.RIV

    A sensitive and selective ionchromatographic method for the determination of fluoride in rainwater

    No full text
    In dit rapport zijn de resultaten van het onderzoek naar het ontwikkelen van een geautomatiseerde ionchromatografische methode voor de bepaling van fluoride samengevat. Het onderzoek heeft geresulteerd in een betrouwbare, selectieve, gevoelige en efficiente methode voor de bepaling van fluoride in regenwater. Met de ontwikkelde ionchromatografische gradient methode zijn bepalingskarakteristieken getest en vastgesteld. De onderste analysegrens bepaald met geleidbaarheidsdetectie voor fluoride is 0,02 mumol/l (0,4 mug/l). De herhaalbaarheid voor de fluoridebepaling in regenwatermonster van 1,55 mumol/l is beter dan 2%. De methode heeft een meetbereik tot 10 mumol/l. Bij vergelijking van meetresultaten in regenwater verkregen met een potentiometrische methode met ionselectieve electrode en de ionchromatografische methode is een goede overeenkomst aangetoond. De storing door 6 mmol/l calcium, 4 mmol/l aluminium, 10 mmol/l chloride, nitraat en sulfaat is nihil. Hoewel magnesium en ijzer(III) al storen vanaf respectievelijk 0,5 en 0,2 mmol/l vormt dat geen probleem daar dergelijke concentraties in regenwater niet voorkomen. De methode kan in monsters met sterk varierende concentraties toegepast worden.A highly sensitive and selective ionchromatographic method is described for the determination of fluoride. The gradient method provides uninterfered detection and quantitation of fluoride in the nanomol/l and mumol/l concentration ranges. The method is tested and the characteristics of the method are described. Gradient elution with low sodium hydroxide eluent allows for a detection limit of 20 nanomol/l (0,4 mug/l) with a linear response between 1 and 160 mumol/l (0,02 - 3 mg/l). Fluoride is measured with conductivity detection. The method is tested for operational analysis of rainwater. The precision for a rainwater sample with a concentration of 1,55 mumol/l is better than 2 %. Interference up to 6 mmol/l calcium, 4 mmol/l aluminium, 10 mmol/l chloride, nitrate and sulphate is negligible. Iron(III) and magnesium interferes at concentrations higher than respectively 0,2 and 0,5 mmol/l. Such interferes are not relevant in rainwater. Comparing the results of fluoride determinations in rainwater with those of an ion selective electrode satisfactory results were obtained.RIV

    Automatic simultaneous ionchromatografic analysis of thirteen anions in water

    No full text
    Een betrouwbare en efficiente methode voor de analyse, scheiding en kwantificering van anorganische- en organische componenten in een waterig milieu is ontwikkeld. Het onderzoek heeft geresulteerd in een geautomatiseerde methode met voorconcentrering en gradientelutie voor een dertiental componenten in een waterig milieu met een groot dynamisch bereik. De resultaten van het ontwikkelen van deze ionchromatografische methode voor de bepaling van formiaat, acetaat, fosfaat, selenaat, seleniet en arsenaat naast regulier met ionchromatografie gemeten componenten chloride, nitriet, nitraat, sulfaat en bromide zijn in dit rapport samengevat. Door een geschikte kolom- en eluens keus zijn interferenties van componenten vrijwel geelimineerd. De methode is doelmatig, gevoelig en selectief. De ionchromatografische methode kan zeer lage gehalten (micro mol/l) naast hoge gehalten (milli mol/l) van een aantal eerder genoemde verbindingen in diverse aangeboden monsters vaststellen. Selenaat wordt gestoord door oxalaat en in mindere mate wordt fluoride gestoord door acetaat.De bepalingen worden verricht met een combinatie van een geleidbaarheids- en een UV-detector, waardoor bevestiging van de identificatie van de component mogelijk is. Met de ontwikkelde ionchromatografische methode zijn enkele bepalingskarakteristieken getest en vastgesteld. Een aantal resultaten van vergelijkende metingen in monsters verricht met de huidige methode en de ontwikkelde ionchromatografische methode zijn in dit rapport opgenomen. De aantoonbaarheidsgrenzen zijn voor nitriet 0,30 mumol/l (13 mug/l), voor seleniet, selenaat, arsenaat en fosfaat respectievelijk 0,32, 0,15, 0,37 en 0,25 mumol/l ( 41, 22, 51 en 24 mug/l).A reliable and efficient method for the analysis of organic and inorganic compounds is developed. The automated method provides uninterfered simultaneous detection and quantification of thirteen anions in environmental samples. The method with automated on line preconcentrating of the analytes eliminates most of the interfering components of the sample matrix by using adequate columns and gradient elution. The results of the development of the ionchromatographic determination of formate, acetate, fosfate, selenate, selenite, arsenite together with the regular ionchromatographic measured components chloride, nitrite, nitrate, sulphate and bromide are described. The method can be adapted for operational analysis of different types of water.RIV

    An ionchromatomatic method for the analysis of fluorid in water

    No full text
    Dit rapport bevat resultaten van het onderzoek naar het ontwikkelen van een geautomatiseerde ionchromatografische methode voor de bepaling van fluoride, acetaat en formiaat in diverse waterige milieu's. Het onderzoek heeft geresulteerd in een betrouwbare, selectieve en gevoelige methode voor de bepaling van fluoride in water. De interferenties of meerdere nivo's van een aantal zouten, zuren en basen op de ontwikkelde ionchromatografische en een ionselective methode zijn onderzocht. Voor de ionchromatografische isocratische methode zijn prestatiekenmerken getest en vastgesteld. De aantoonbaarheidsgrens van fluoride bedraagt 0,1 mumol/l en de precisie voor deze component bedraagt 0,5 %.A sensitive and selective ionchromatographic method is described for the determination of fluoride, acetate en formiate. The method has been tested and the performance characteristics of the method is described. The detection limit appears to be 0,1 mumol/l for fluoride. The precision for fluoride is 0,5 %.RIV

    Development of application programs for automatic quality control and transport of data into and from the LIMS: 3. Ion chromatographic analysis

    No full text
    Onderzoek werd uitgevoerd om de kwaliteitscontrole op de ruwe gegevens van de ionchromatografische analyse-systemen (IC-systemen) verregaand te automatiseren en het datatransport tussen het Laboratorium Informatie Management Systeem (LIMS) en de IC-systemen geheel electronisch te laten verlopen. Met de ontwikkelde applicatie-programmatuur is een consequente en ondubbelzinnige analytische kwaliteitscontrole van grote monsterstromen mogelijk en worden transcriptie-fouten van monster- en analysegegevens voorkomen. Voorts is de identificatie op grond van retentietijd aanzienlijk verbeterd door automatische correctie van de concentratie-afhankelijkheid. De programmatuur laat toe extra monsters toe te voegen tijdens de analyse-run. De applicatie-programmatuur werd gevalideerd.An investigation has been conducted to automate the quality control of ion chromatographic data and to establish the data transport between the Laboratory Information Management System (LIMS) and the ion chromatographic systems electronically. Applying the developed computer programs quality control on large numbers of samples appeared to be consistent and unequivocal. The electronic data transport prevents transcription errors. Moreover, peak identification based on retention has been improved considerably by automatic correction of its concentration dependence. The application programs allow for adding samples during the analysis run. The application programs have been validated.RIV

    Monitoringsrapportage NSL 2019 : Stand van zaken Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

    No full text
    Vrijwel in heel Nederland liggen de berekende concentraties stikstofdioxide en fijnstof in 2018 onder de Europese grenswaarden. In een aantal drukke straten in binnensteden wordt de grenswaarde voor stikstofdioxide nog overschreden. Wel neemt het aantal overschrijdingen af. De komende jaren zal deze ontwikkeling naar verwachting doorzetten. Het is moeilijk aan te geven in welk tempo dat zal gaan. De gemiddelde concentratie fijnstof in Nederland is in 2018 gestegen ten opzichte van 2017, na een daling in de jaren ervoor. In het grootste deel van het land zijn de grenswaarden niet overschreden. Een uitzondering daarop zijn enkele locaties in gebieden met intensieve veehouderijen. Het aantal overschrijdingen is daar toegenomen ten opzichte van 2017. Dit komt mede doordat de gemeenten meer veehouderijen hebben opgegeven om mee te nemen in de berekeningen over 2018. Een mogelijke andere factor zijn de uitzonderlijke weersomstandigheden van dat jaar, zoals de droogte. Naar verwachting zal de gemiddelde fijnstofconcentratie waar de bevolking aan blootstaat de komende jaren afnemen. Net als bij stikstofdioxide is onzeker hoeveel dit zal zijn. Lagere concentraties stikstofdioxide en fijnstof verbeteren de volksgezondheid, ook wanneer concentraties al onder de Europese grenswaarden liggen. De concentraties stikstofdioxide en fijnstof liggen op meerdere locaties dicht bij de Europese grenswaarden. Het gevolg is dat door kleine veranderingen in die concentraties het aantal overschrijdingen sterk kan veranderen. Onzekerheden in de berekeningen hebben daarom ook invloed op het aantal overschrijdingen

    NSL 2019 monitoring report

    No full text
    Vrijwel in heel Nederland liggen de berekende concentraties stikstofdioxide en fijnstof in 2018 onder de Europese grenswaarden. In een aantal drukke straten in binnensteden wordt de grenswaarde voor stikstofdioxide nog overschreden. Wel neemt het aantal overschrijdingen af. De komende jaren zal deze ontwikkeling naar verwachting doorzetten. Het is moeilijk aan te geven in welk tempo dat zal gaan. De gemiddelde concentratie fijnstof in Nederland is in 2018 gestegen ten opzichte van 2017, na een daling in de jaren ervoor. In het grootste deel van het land zijn de grenswaarden niet overschreden. Een uitzondering daarop zijn enkele locaties in gebieden met intensieve veehouderijen. Het aantal overschrijdingen is daar toegenomen ten opzichte van 2017. Dit komt mede doordat de gemeenten meer veehouderijen hebben opgegeven om mee te nemen in de berekeningen over 2018. Een mogelijke andere factor zijn de uitzonderlijke weersomstandigheden van dat jaar, zoals de droogte. Naar verwachting zal de gemiddelde fijnstofconcentratie waar de bevolking aan blootstaat de komende jaren afnemen. Net als bij stikstofdioxide is onzeker hoeveel dit zal zijn. Lagere concentraties stikstofdioxide en fijnstof verbeteren de volksgezondheid, ook wanneer concentraties al onder de Europese grenswaarden liggen. De concentraties stikstofdioxide en fijnstof liggen op meerdere locaties dicht bij de Europese grenswaarden. Het gevolg is dat door kleine veranderingen in die concentraties het aantal overschrijdingen sterk kan veranderen. Onzekerheden in de berekeningen hebben daarom ook invloed op het aantal overschrijdingen.In 2018, the concentrations of particulate matter and nitrogen dioxide in most parts of the Netherlands were below European limit values. The limit value for nitrogen dioxide is still being exceeded on a number of busy inner city streets. However, the number of locations in which the limit is being exceeded is decreasing. This trend is expected to continue in the coming years. However, the pace of this decrease is difficult to predict. The average concentration of particulate matter in the Netherlands increased in 2018 in comparison to 2017, after a decreasing trend in the previous years. The limit values were not exceeded in most of the country, with the exception of a few locations in areas with intensive livestock farming. The number of times that the limit value was exceeded in these locations increased in comparison to 2017. This is in part due to the fact that the municipalities submitted more livestock farms for inclusion in the calculations for 2018. Another possible factor was the very unusual weather conditions in that year, such as the lack of rain. The average concentration of particulate matter to which the population is exposed is expected to decrease in the coming years. However, as is the case for nitrogen dioxide concentrations, the extent of this decrease is uncertain. Lower concentrations of nitrogen dioxide and particulate matter improve public health, even when they are already below European limit values. These conclusions can be drawn from the monitoring activities carried out as part of the National Air Quality Cooperation Programme (NSL). Government entities need to provide updated data on road traffic and livestock farms to facilitate calculations by RIVM. In recent years, the quality of this data has improved substantially. A strong focus on data quality continues to be of importance in order to provide a reliable picture of air quality. In several locations, the concentrations of nitrogen dioxide and particulate matter are close to the European limit values. As a result, small changes in these concentrations can have a strong impact on the number of locations where the limit values are breached. Uncertainties in the calculations therefore also have an effect on the number of breaches.Ministerie van I&
    corecore