73 research outputs found

    Ganzen: geliefd, maar met mate

    Get PDF
    In het boerenland zijn ganzen een alledaagse verschijning geworden, niet alleen in de winter, maar ook in de zomerperiode zijn er grote aantallen. Vanuit het natuurbeleid wordt de toename toegejuicht, maar er zijn ook negatieve aspecten : de schade aan landbouwgewassen. Meer recent zijn er berichten dat de royale aanwezigheid van ganzen ook schade aan bepaalde vormen van natuur veroorzaakt. Daarmee is het tweeslachtige beeld van de ganzen in onze maatschappij gekenschetst : ze zijn welkom, maar met mate. Een overzicht van het aantal ontwikkelingen, de belangrijkste beleidsmaatregelen en de nieuwste bevindingen uit recent onderzoek

    Vision and Foraging in Cormorants: More like Herons than Hawks?

    Get PDF
    Background Great cormorants (Phalacrocorax carbo L.) show the highest known foraging yield for a marine predator and they are often perceived to be in conflict with human economic interests. They are generally regarded as visually-guided, pursuit-dive foragers, so it would be expected that cormorants have excellent vision much like aerial predators, such as hawks which detect and pursue prey from a distance. Indeed cormorant eyes appear to show some specific adaptations to the amphibious life style. They are reported to have a highly pliable lens and powerful intraocular muscles which are thought to accommodate for the loss of corneal refractive power that accompanies immersion and ensures a well focussed image on the retina. However, nothing is known of the visual performance of these birds and how this might influence their prey capture technique. Methodology/Principal Findings We measured the aquatic visual acuity of great cormorants under a range of viewing conditions (illuminance, target contrast, viewing distance) and found it to be unexpectedly poor. Cormorant visual acuity under a range of viewing conditions is in fact comparable to unaided humans under water, and very inferior to that of aerial predators. We present a prey detectability model based upon the known acuity of cormorants at different illuminances, target contrasts and viewing distances. This shows that cormorants are able to detect individual prey only at close range (less than 1 m). Conclusions/Significance We conclude that cormorants are not the aquatic equivalent of hawks. Their efficient hunting involves the use of specialised foraging techniques which employ brief short-distance pursuit and/or rapid neck extension to capture prey that is visually detected or flushed only at short range. This technique appears to be driven proximately by the cormorant's limited visual capacities, and is analogous to the foraging techniques employed by herons

    Le problème de la dynamique des ions dans l’élargissement Stark

    No full text
    L’influence de la dynamique des ions sur le profil d’une raie spectrale émise par un plasma est analysée en termes de trois effets principaux : élargissement par modulation de fréquence, par modulation d’amplitude et par effets non-adiabatiques. A chacun de ces mécanismes d’élargissement sont associés différents taux de relaxation du dipole atomique. Pour juger de l’importance de la dynamique des ions, ces taux de relaxation sont à comparer à ceux correspondant à l’élargissement par ions quasi-statiques et par électrons. Une comparaison détaillée des différents taux est faite pour la série Lyman. Selon les caractéristiques du plasma’ et de la raie considérée, certains taux de relaxation correspondant à la dynamique des ions peuvent être négligeables par rapport aux autres ; de tels cas sont favorables à un traitement approximatif de la dynamique des ions

    Semi-empirical evaluation of Sr-Ar difference potentials

    No full text
    By fitting a theoretical to an experimental absorption profile of the strontium resonance line perturbed by argon, we have attempted an evaluation in the Lennard-Jones form of the first two Sr-Ar difference potentials. The experimental absorption profile used in the procedure is taken from Carlsten et al's redistribution experiment. For the theoretical profile a unified wing formula is used which is based on the classical straight path approximation for the nuclei and on the adiabatic approximation for the electron states.En essayant de faire coïncider un profil d'absorption théorique avec un profil expérimental, nous avons tenté, pour le cas de la raie de résonance de strontium perturbé par argon, d'évaluer les deux premières différences de potentiels prises sous la forme de Lennard-Jones. Le profil expérimental utilisé est celui obtenu dans une expérience de Carlsten et al. Pour le profil théorique nous avons employé une expression « d'aile unifiée » basée sur l'approximation des trajectoires rectilignes pour les noyaux et sur l'approximation adiabatique pour les états électroniques

    Populatie-dynamisch model voor grauwe ganzen : ontwikkeling model ten behoeve van aantalregulering

    No full text
    Dit rapport beschrijft een deel van de werkzaamheden die in het kader van het onderzoeksproject "Populatiebeheer overzomerende (Grauwe) ganzen" in 2009 en 2010 zijn uitgevoerd. Het aantal ganzen dat in Nederland broedt neemt de laatste decennia spectaculair toe. Dit toenemende aantal ganzen veroorzaakt een zodanige maatschappeleijke overlast dat aantalregulerende maatregelen worden overwogen. Het is echter nog onduidelijk welk effect de verschillende maatregelen hebben. Om hier meer inzicht in te krijgen is een ruimtelijk-expliciet, op individu gebaseerd, dichtheidsafhankelijk model ontwikkeld voor de Grauwe gans

    Populatiemodel voor de Grauwe gans : enkele scenarioberekeningen voor aantalsregulatie

    No full text
    Met een eerder ontwikkeld individu-gebaseerd, ruimtelijk expliciet populatie-dynamisch model (Kleijn et al., 2011) zijn enkele scenarioberekeningen uitgevoerd waarin verschillende vormen van aantalsregulatie met elkaar worden vergeleken: eieren onklaar maken, afschot ruiperiode, jaar-rond afschot). Enkele parameters van het model zijn geactualiseerd aan de hand van terugmeldingsgegevens uit geese.org (vooral overlevingskans en geboortedispersie). Een gevoeligheidsanalyse is uitgevoerd om te bepalen welke factoren de omvang van de populatie het sterkst beïnvloeden. In de vorm van verschillende scenario’s is berekend wat de te onttrekken aantallen zijn om de komen van de huidige omvang van de populatie naar de gewenste omvang, waarbij verschillende realisatietermijnen zijn vergeleken. Er is ook berekend wat er nodig is om een eenmaal bereikte gewenste omvang (gesteld op 100.000 exemplaren) te behouden. Aan de hand van bestaande, voor dit doel bijeengebrachte populatie-dynamische gegevens, zijn modelparameters opgesteld voor de Brandgans, zodat ook voor deze soort aan een populatie-dynamisch model kan worden gewerk

    Broedende Grauwe ganzen in Nederland : ontwikkelingen in landbouwkundige schade en factoren die hun ruimtegebruik beĂŻnvloeden

    No full text
    Onderzocht is hoe de landbouwschade door de in Nederland broedende Grauwe ganzen zich ontwikkelt, waarbij onderscheid is gemaakt in de zomer- en winterperiode. Met zogenaamde halsbandloggers en ringterugmeldingen is het ruimtegebruik in beeld gebracht. Hiermee is de afstand tussen slaap- en foerageerplekken bepaald. Tevens zijn de slaapplekken naar water- en begroeiingsstructuur gekarakteriseerd en is de voorkeur voor de diverse gewassen als voedselbron vastgesteld. Globale vuistregels zijn opgesteld voor ruimtelijke inrichting en beheer om de landbouwschade te beperken
    • …
    corecore