169 research outputs found

    Noot bij: Centrale Raad van Beroep (18-04-2013)

    Get PDF
    Het college en de rechtbank hebben de twee gedragingen waaraan appellant zich heeft schuldig gemaakt terecht gekwalificeerd als zeer ernstig plichtsverzuim. Hierbij is in ogenschouw genomen dat appellant een functie bekleedt, waarin hij activiteiten organiseert en uitvoert waarbij kinderen aan zijn zorgen en toezicht worden toevertrouwd. Dat een van de gedragingen zich in de privésfeer afspeelde sluit niet uit dat deze gedraging plichtsverzuim kan opleveren. Hiervan is in dit geval sprake, nu van appellant gezien zijn functie mocht worden geëist dat hij (ook in seksueel opzicht) van onbesproken gedrag is. Nu niet is gebleken dat de gedragingen niet aan appellant kunnen worden toegerekend, was het college bevoegd appellant een disciplinaire straf op te leggen

    Noot bij: Centrale Raad van Beroep (21-11-2013)

    Get PDF
    Onvoorwaardelijk strafontslag wegens zeer ernstig plichtsverzuim bestaande uit het in werking hebben van een hennepplantage en het vervalsen van een werkgeversverklaring en twee salarisstroken. Appellant kan worden gehouden aan zijn aanvankelijk afgelegde verklaring. Het college heeft het plichtsverzuim van appellant terecht als een ernstige integriteitsschending aangemerkt die, mede gelet op de externe contacten van appellant met de vastgoedbranche, ernstig afbreuk doet aan het beeld van het naam bedrijf als integere en betrouwbare organisatie. Aan het gegeven dat appellant niet strafrechtelijk is vervolgd voor de vervalsingen komt in dit verband geen betekenis toe

    Noot bij: Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (13-11-2013)

    Get PDF
    Weigering exploitatievergunning ten behoeve van coffeeshop. Geen schending van art. 6 en 8 EVR

    Noot bij: Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (17-07-2013)

    Get PDF
    Intrekking drank- en horecawetvergunning en exploitatievergunning niet onevenredig

    College van Beroep voor het bedrijfsleven (25-07-2014)

    Get PDF
    Het College stelt vast dat in het advies van 14 oktober 2011 voor een belangrijk deel fragmenten uit faillissementsverslagen zijn opgenomen. Deze verslagen behoren tot de openbare registers als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder a, van de Wet Bibob, zodat deze gegevens (mede) ten grondslag mogen worden gelegd aan het advies. Voorts heeft Bureau Bibob zijn adviezen (mede) gebaseerd op een brief van de curator van 6 oktober 2011. In die brief heeft de curator op verzoek van Bureau Bibob vragen over de faillissementsverslagen beantwoord. Deze vragen en antwoorden zijn in het advies van 14 oktober 2011 weergegeven. Daarnaast heeft de curator in zijn brief een algemeen beeld ten aanzien van de faillissementen geschetst. Het College is van oordeel dat een brief van een curator niet behoort tot de openbare bronnen op grond waarvan Bureau Bibob persoonsgegevens mag verzamelen. Dat neemt echter niet weg dat van de informatie uit een dergelijke brief wel gebruik mag worden gemaakt voor zover die informatie te herleiden is tot de openbare bronnen. Het College is van oordeel dat in dit geval aan dit criterium is voldaan: de informatie uit de brief van de curator is rechtstreeks te herleiden tot de (openbare) faillissementsverslagen. Gelet hierop, mocht Bureau Bibob dan ook de brief van de curator betrekken bij zijn advies
    corecore