36 research outputs found

    GLB-bestedingen in Nederland

    Get PDF

    Erfgesprekken over klimaatrobuuste beekdalen

    Get PDF
    De partners in Agrifood Capital denken na over het klimaatrobuust maken van beekdallandschappen in Noordoost Brabant. In dat kader zijn erfgesprekken gevoerd met landgebruikers in de benedenstroomse delen van de beekdalen van de Aa en van de Dommel, onder meer om inzicht te krijgen in wat meespeelt in hun overwegingen over gewenste en mogelijke aanpassing van het landgebruik. De landgebruikers hebben immers een centrale rol in een transitie naar klimaatrobuuste beekdalen, zowel qua inrichting als qua gebruik. Het ging om kwalitatief onderzoek. Er zijn groepsgesprekken en individuele gesprekken gevoerd met in totaal 21 grondeigenaren en grondgebruikers, waaronder 17 boeren. Voor diverse boeren is klimaatverandering iets ongrijpbaars. Ze zien nog weinig gevolgen van klimaatverandering en geloven niet dat het nodig is om aanpassingen te doen aan het landgebruik. Water moet kunnen worden vastgehouden en zo nodig snel weer worden afgevoerd. Diverse mogelijke maatregelen zijn besproken. De meesten zien meer in technische oplossingen zoals stuwen en drains dan in bijvoorbeeld het opnieuw laten meanderen van beken. Het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem heeft brede steun en veel boeren werken daar al aan. Over het algemeen zijn respondenten best bereid om na te denken over aanpassingen op hun grond. Zelfs waterberging is bespreekbaar. Het gaat vooral om wederkerigheid. Het is belangrijk dat de landgebruikers erop vooruit kunnen gaan en dat er perspectief wordt geboden. Beschikbaarheid van grond is daarin van grote invloed. Daarnaast zal samenwerking gezocht moeten worden om te komen tot integrale gebiedsontwikkeling. Vanwege de grote verschillen in situatie en overtuigingen is het van belang om iedere grondgebruiker ook individueel te benaderen

    Boeren in Beweging : Hoe boeren afwegingen maken over natuurinclusieve landbouw en hoe anderen hen kunnen helpen

    Get PDF
    In de ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder’ is een nieuwe termontstaan: natuurinclusieve landbouw. Het Rijk zwengelde hiermee eendiscussie aan over de mate waarin en de manier waarop natuur eenplek zou moeten hebben in alle facetten van het boerenbedrijf. Het zoueen transitie moeten worden: de hele Nederlandse landbouw zou zichrichting natuurinclusiviteit moeten bewegen.Deze term is vervolgens opgepakt door onderzoekers, burgers, natuurorganisatiesen belangengroepen. Allerlei projecten werden de afgelopenjaren opgezet of onder de noemer ‘natuurinclusief’ gebracht. Inbijeenkomsten werd het gesprek aangegaan met ketenpartijen enlandbouworganisaties.Een transitie richting een natuurinclusieve landbouw gaat echter alleenplaatsvinden als boeren zelf in beweging komen. Als overheid, burgers,bedrijven en organisaties boeren willen helpen om die beweging temaken, is het belangrijk om inzicht te krijgen in wat hen beweegt. Watspeelt mee in de keuzes die zij maken om wel of niet de natuurinclusievekant op te gaan en welke rol heeft hun omgeving daarin?Deze brochure is het resultaat van een onderzoek naar die vragen. Hetwas een verkennend, kwalitatief onderzoek, beperkt tot de melkveehouderijen de akkerbouw en uitgevoerd in 2016/2017. We spraken metvijf melkveehouders in Eemland en vijf akkerbouwers in Flevoland;eerst individueel en vervolgens als groep per gebied. Want: hoe voerenboeren met elkaar het gesprek over natuurinclusieve landbouw? Ookspraken we voor elke sector nog met drie erfbetreders, om te verkennenhoe zij denken over de transitie naar natuurinclusieve landbouw.Het onderzoek was niet opgezet voor een representatief beeld, maarom inzicht te krijgen in wat meespeelt bij overwegingen van boeren omte kiezen voor natuurinclusieve landbouw.In het volgende hoofdstuk introduceren we het raamwerkdat we gebruikt hebben om zicht te krijgen op detotstandkoming van de keuzes van boeren op het gebiedvan natuurinclusieve landbouw. We hebben dit gebruiktom de interviews en focusgroepen voor te bereiden ente analyseren. Vervolgens vatten we samen wat natuurinclusievelandbouw betekent voor de melkveehouderijin Eemland en voor de akkerbouw in Flevoland. Ditmoet niet gelezen worden als objectieve waarheid, maarals de werkelijkheid zoals boeren die zien en zoals zij diein hun keuzes meewegen. Ook is het belangrijk om tebeseffen dat de inhoud van elk hoofdstuk is samengesteldop basis van de uitspraken van vijf verschillendeboeren, die niet per se door alle vijf zijn gezegd1. Inhoofdstuk 3 besteden we extra aandacht aan de rol vande erfbetreders. In hoofdstuk 4 vertalen we de bevindingenuit Eemland en Flevoland naar aanknopingspuntenom als politiek en maatschappij de keuze voor natuurinclusievelandbouw voor boeren gemakkelijker te maken.Ten slotte doen we gerichte aanbevelingen voor diversepartijen.Deze brochure is dan ook bedoeld voor iedereen die bijzou kunnen dragen aan een transitie richting natuurinclusievelandbouw: overheden, ketenpartijen, natuurorganisaties,agrarische collectieven, erfbetreders, burgersetc. Voor boeren staat er waarschijnlijk weinig nieuws indeze brochure, maar hopelijk wel veel herkenning! Alsonderzoekers hopen we dat meer mensen zich naaraanleiding van deze brochure willen verdiepen in enverbinden aan boeren die streven naar natuurinclusiviteit,en daarmee medeverantwoordelijkheid gaan nemenvoor ons landschap, ons voedsel en onze natuur.<br/

    Grond in beweging : ontwikkelingen in het grondgebruik in de provincie Flevoland in de periode tot 2025 en 2040

    Get PDF
    Het toekomstige grondgebruik in de provincie Flevoland wordt in dit rapport geschetst aan de hand van: de huidige grondgebruiksituatie; de huidige en te verwachten ontwikkelingen die invloed hebben op de omvang en het gebruik van het huidige agrarische areaal in Flevoland voor de korte en middellange termijn; de mogelijkheden en belemmeringen in het grondgebruik voor de deelgebieden waar die ontwikkelingen (kunnen) plaatsvinden. Daarnaast geeft dit rapport een advies over de te volgen strategie hoe om te gaan met de benoemde ontwikkelingen. Het rapport wordt afgerond met enkele conclusies en aanbevelingen

    De landbouw en het landelijk gebied in Nederland in beeld : Een houtskoolschets van de SWOT voor het GLB

    Get PDF
    Voor de periode 2021-2027 moeten lidstaten in een Nationaal Strategisch Plan (NSP) uiteenzetten hoe zij met hun beleidsinzet gaan bijdragen aan door de Europese Commissie geformuleerde doelstellingen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Deze beleidsinzet is mede gebaseerd op een zogenaamde SWOT-analyse (Strengths Weaknesses Opportunities Threats). Met oog op het voorbereiden van het NSP, heeft het ministerie van LNV ervoor gekozen om een SWOT-analyse te maken in twee fasen. In de eerste fase wordt een SWOT-analyse op hoofdlijnen ('Houtskool-SWOT') opgesteld. In een tweede fase komt de definitieve SWOT-analyse tot stand. Dit rapport bevat de Houtskool-SWOT

    Verdienmodellen natuurinclusieve landbouw

    Get PDF
    Deze brochure richt zich op agrarische ondernemers en hun adviseurs. Wilt u nieuwe ideeën opdoen voor verdienmodellen gericht op de combinatie van landbouw met natuur? Wilt u voorbeelden van wat natuur voor u kan betekenen en hoe u hierin stappen kunt zetten? Laat u dan inspireren door deze brochure. En ga samen met verschillende partijen om de tafel om een natuurinclusief verdienmodel samen te stellen

    Erfgesprekken over klimaatrobuuste beekdalen

    No full text
    De partners in Agrifood Capital denken na over het klimaatrobuust maken van beekdallandschappen in Noordoost Brabant. In dat kader zijn erfgesprekken gevoerd met landgebruikers in de benedenstroomse delen van de beekdalen van de Aa en van de Dommel, onder meer om inzicht te krijgen in wat meespeelt in hun overwegingen over gewenste en mogelijke aanpassing van het landgebruik. De landgebruikers hebben immers een centrale rol in een transitie naar klimaatrobuuste beekdalen, zowel qua inrichting als qua gebruik. Het ging om kwalitatief onderzoek. Er zijn groepsgesprekken en individuele gesprekken gevoerd met in totaal 21 grondeigenaren en grondgebruikers, waaronder 17 boeren. Voor diverse boeren is klimaatverandering iets ongrijpbaars. Ze zien nog weinig gevolgen van klimaatverandering en geloven niet dat het nodig is om aanpassingen te doen aan het landgebruik. Water moet kunnen worden vastgehouden en zo nodig snel weer worden afgevoerd. Diverse mogelijke maatregelen zijn besproken. De meesten zien meer in technische oplossingen zoals stuwen en drains dan in bijvoorbeeld het opnieuw laten meanderen van beken. Het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem heeft brede steun en veel boeren werken daar al aan. Over het algemeen zijn respondenten best bereid om na te denken over aanpassingen op hun grond. Zelfs waterberging is bespreekbaar. Het gaat vooral om wederkerigheid. Het is belangrijk dat de landgebruikers erop vooruit kunnen gaan en dat er perspectief wordt geboden. Beschikbaarheid van grond is daarin van grote invloed. Daarnaast zal samenwerking gezocht moeten worden om te komen tot integrale gebiedsontwikkeling. Vanwege de grote verschillen in situatie en overtuigingen is het van belang om iedere grondgebruiker ook individueel te benaderen
    corecore