94 research outputs found

    Stekende insecten langs de Rielloop : Risico-analyse

    Get PDF

    Stekende insecten rondom de Westelijke Langstraat : risico-analyse

    Get PDF
    Deze studie had als doel het uitvoeren van een risico-analyse op de kans op het voorkomen van stekende insecten in de toekomstige situatie in en rondom de Westelijke Langstraat. Daarnaast was het opstellen van een advies voor het voorkomen van overlast van stekende insecten door aanvullende maatregelen op basis van de voorgenomen herinrichting en beheer een tweede doel. De te ontwikkelen natuur in de Westelijke Langstraat is vooral afhankelijk van hogeregrondwaterstanden en beperken van de voedselrijkdom. Daarom zijn maatregelen opgenomen om het gebied te vernatten en de voedselrijkdom te verlagen. De vernatting zal sneller worden bereikt dan de verarming. De gestelde doelen vragen ook een stabieler waterpeil waarvan de haalbaarheid op basis van modelberekeningen minder zeker is. De toekomstige milieu-omstandigheden zijn geanalyseerd op het al dan niet geschikt zijn voor de ontwikkeling van larven van stekende insecten. De resultaten van de risico-analyse geven tweeonzekerheden aan. Ten eerste duiden de hydrologische modelresultaten aan dat de peilen meer kunnen gaan fluctueren dan gewenst en het onzeker is of aansluitend op de inrichting met gedetailleerd beheer van de peilen de gewenste omstandigheden wel gehaald gaan worden, vooral dat er een kans in het voorjaar op water op maaiveld bestaat door plaatselijk te hoog peil. Ten tweede is onvoldoende voedselarm water voorhanden en kan voedselverrijking optreden door toevoer van voedselrijk grondwater. Hierbij leidt plaatselijk afgraven verder tot situaties waarin stekende insecten juist de eerste jaren uitstekende broedplaatsen kunnen vinden. De conclusie luidt dat de kans dat het studiegebied Westelijke Langstraat met de voorgenomen herinrichting leidt tot overlast van stekende insecten aannemelijk groot is tenzij er in wordt geslaagd door peilbeheer en watersturing een hydrologisch stabiele situatie te laten ontstaan waarbij kwel met voedselarmer water de boventoon voert en de waterpeilen in zomer (zomerpeil) en vooral in winter (winterpeil) weinig gaan fluctueren. Daarnaast kan in de 1e jaren meer overlast optreden, totdat ecosysteem weer ontwikkeld is, waarbij natuurlijke predatoren van stekendeinsecten algemener zullen voorkomen. Monitoring in de eerste jaren na inrichting zou de ontwikkeling van stekende insecten kunnen vastleggen en helpen bij het gedetailleerd waterbeheer doordat bij larvenontwikkeling snel kanworden opgetreden. Omdat de afstand tot bewoning zo klein is moet ervoor worden gezorgd dat de aantallen zich ontwikkelende larven van stekende insecten zo laag mogelijk blijft. Daarom is aandacht nodig voor:• een gedetailleerd peilbeheer dat de hydrologische dynamiek verminderd en dat water op maaiveld in de loop van april over grotere oppervlakken is verdwenen,• het zo min mogelijk inlaten van voedselrijk water,• het verkrijgen van draagkracht voor volwassen stekende insecten in het gebied zelf in de vorm van bosschages en dat barrières aanwezig zijn tussen broedgebieden en bewoning middels vlakken met zeer korte vegetatie of open water,• gericht beheer waarmee de aantallen stekende insecten nog verder verminderen door maaien van barrières, niet of slechts zeer ondiep plaggen om te natte gebieden te voorkomen, en niet begraze

    Meetprogramma Overijsselse Vecht : nulsituatie 2017 en effecten maatregelen

    Get PDF

    Stekende insecten Griendtsveen 2017 : notitie

    Get PDF
    De inventarisatie van steekmuglarven leverde in 2016 4 kleinere gebiedsdelen op met hoge aantallen steekmuglarven (de zogenaamde ‘hotspots’). In april-mei 2017 is de larveninventarisatie herhaald. Hieruit bleek dat de larven van de moerassteekmug A. cinereus over het gehele gebied verspreid zijn met op de ‘hotspots’ opnieuw hoogste aantallen. In de periode daarna vielen de meeste locaties droog. Het jaar 2017 was een droog jaar waarbij al vroeg in het voorjaar, mogelijk zelfs in de winter, veel potentiële tijdelijke wateren al droog stonden. Het patroon van ontwikkeling van volwassen steekmuggen liet over 2017 een ‘klassiek’ beeld van een moerassteekmuggenpopulatie zien met hoge aantallen in het voorjaar die daarna snel uitdoven. Alleen in juni trad additioneel een kleine populatie van plantenboorsteekmuggen op. Dit beeld is een gevolg van het opdrogen van tijdelijke wateren in het gebied in het voorjaar. De in totaal lagere aantallen in het gehele gebied en de beperking van deze aantallen tot de maand mei hebben ertoe geleid dat in het dorp Griendtsveen in 2017 geen overlast is ervaren. De verdeling van de aantallen over de jaren 2015, 2016 en 2017 naar zone rondom en in het dorp laat zien dat er ieder jaar een afname van de aantallen optreedt richting de dorpskern. In de periode 2015-2017 is het aantallen verzamelde knutten toegenomen met een factor 3. Dit kan samenhangen met nattere weilanden aan de zuidzijde, in het dorp en aan de westzijde. De adviezen voor maatregelen om de ‘hotspots’ aan te pakken zijn in 2017 in gang gezet en ten dele uitgevoer

    Stekende insecten Borkel & Schaft : verkenning 2017

    Get PDF

    Stekende insecten Griendtsveen 2015-2018

    Get PDF
    De inventarisatie van steekmuglarven leverde in 2016 vier kleinere gebiedsdelen op met hoge aantallen steekmuglarven (de zogenaamde ‘hotspots’). In april-mei 2017 en 2018 zijn de larveninventarisaties herhaald. Hieruit bleek dat de larven van de moerassteekmug A. cinereus over het gehele gebied verspreid zijn met op twee van de vier ‘hotspots’ de hoogste aantallen. In de periode daarna vielen in beide jaren de meeste locaties droog. Het jaar 2017 was een droog jaar waarbij al vroeg in het voorjaar, mogelijk zelfs in de winter, veel potentiële tijdelijke wateren droog stonden. Na een natte winter werd 2018 een nog extremer droog jaar met veel droogval in het gebied. Het patroon van ontwikkeling van volwassen steekmuggen liet over 2017 een ‘klassiek’ beeld van een moerassteekmuggenpopulatie zien met hoge aantallen in het voorjaar die daarna snel uitdoven. Alleen in juni trad additioneel een kleine populatie van plantenboorsteekmuggen op. Dit beeld is een gevolg van het opdrogen van tijdelijke wateren in het voorjaar. De in totaal lagere aantallen in het gehele gebied en de beperking van deze aantallen tot de maand mei hebben ertoe geleid dat in het dorp Griendtsveen in 2017 geen overlast is ervaren. 2018 daarentegen was in de winter normaal nat wat, mogelijk in combinatie met de natheid van het gebied, leidde tot zeer hoge aantallen moerassteekmuggen. Dit waren de hoogste aantallen tot nu toe gemeten. De verdeling van de aantallen over de jaren 2015-2018 naar zone rondom en in het dorp laat zien dat er ieder jaar een afname van de aantallen optreedt richting de dorpskern. In de periode 2015-2018 is het aantallen verzamelde knutten jaarlijks toegenomen. De aantallen zijn in 2018 viermaal hoger t.o.v. 2015. Dit kan samenhangen met grotere oppervlakken nattere gebiedsdelen, nattere weilanden aan de zuidzijde, in het dorp en aan de westzijde. Ondanks de aanpak van de knutten hotspot, wat lokaal voor een aanzienlijke vermindering heeft gezorgd, zet de ontwikkeling van de knutten in andere gebiedsdelen (nog) door. De adviezen voor maatregelen om de ‘hotspots’ aan te pakken zijn in 2017 in gang gezet en ten dele in 2018 uitgevoerd. De resultaten zijn nog niet zichtbaar in de voorjaarsmetingen van 2018 omdat op dat moment de maatregelen nog moesten worden geïmplementeerd

    Persist or perish: critical life stages determine the sensitivity of invertebrates to disturbances

    Get PDF
    A large proportion of studies assessing the impact of disturbances on the invertebrate community composition focus on a single life stage, assuming that those are an adequate indicator of environmental conditions. The effect of a specific disturbance may, however, depend on the life stage of the exposed organism. Therefore, we focused on the effect of spates on the caddisfly Agapetus fuscipes CURTIS (Trichoptera: Glossosomatidae) during different larval stages. A 2 year field study was performed in which we measured the discharge dynamics and population development of A. fuscipes in four lowland streams in The Netherlands. A stage-structured population model (i.e. StagePop) was used to test the impact of peak discharge on the different life stages, as larval instars 1–4 were not effectively sampled in the field. Four different mortality rates in response to spates were simulated, including a constant low, a constant high, a decreasing and an increasing impact per larval stage. This way, we were able to show a potential association between spates and population declines, where the stage-population model including decreasing impact by spates with increasing larval life stage most accurately described the population development of the larval instars 5–8. Focusing only on late instars could thus potentially result in underestimation of the effects of spates on this species. In conclusion, determination of responses of critical life stages to specific disturbances may help to identify the causes of the presence and absence of species, and thereby aid more effective management and restoration of degraded aquatic systems.</p

    Introduction to Annelida and the Class Polychaeta

    No full text
    The annelids include terrestrial and aquatic (fresh and marine) earthworms, freshwater and marine worms, leeches, and branchiobdellids. They comprise the dominant invertebrates of the deep sea. Fresh or inland water annelids can be found in all kinds of aquatic and semi-aquatic environments, such as lakes, ponds, streams, rivers, groundwater, wet soils, and other wet habitats. Like terrestrial and marine annelids, they contribute importantly to the decomposition of organic material and as such provide an important ecosystem service. Some annelid groups, however, prey on other invertebrates, like the leeches, or are ectoparasitic or commensals, like the branchiobdellids and acanthobdellids. The latter are fish parasites. The second important ecosystem service is their role in the food web. Annelids can often be abundant and are an important food source for other invertebrates and fishes.</p
    • …
    corecore