85 research outputs found

    Invloed temperatuur op groei en bloei van Spathiphyllum

    Get PDF

    Bloeisturing begonia

    Get PDF
    Begonia elatior is een kwantitatieve korte dag (KD) -plant. Dit betekent dat de bloeiïnductie en -aanleg bevorderd wordt indien de daglengte korter is dan de kritieke daglengte (12 uur). De planten kunnen echter ook in bloei komen wanneer andere omstandigheden, zoals plantleeftijd, temperatuur en lichthoeveelheid, gunstig zijn. Veelal spelen twee of meer factoren gelijktijdig een rol. Daarnaast geven rassen verschillen in bloeirespons. De afgelopen jaren zijn er in de praktijk problemen met ongewenste bloei in de moerplanten en stek geconstateerd. De vermeerdering van Begonia vindt hoofdzakelijk plaats via scheutstek. Bij scheutstekmoerplanten is het van belang dat de moerplanten en daarmee de stekken vegetatief blijven. De productie aan stekken van de moerplanten neemt hierdoor toe en de stekken krijgen na de beworteling eerst de kans om vegetatief uit te groeien. Indien een scheut echter reeds geïnduceerd is worden bloemen geproduceerd die ten koste gaan van de groei en de zijscheutontwikkeling. Reeds geïnduceerd stek ( = bloemstek) mag niet worden verkocht. In een aantal gevallen is bij de verkoop van het stek (nog) niet zichtbaar dat de stekken reeds geïnduceerd zijn. Op de teeltbedrijven treedt dan te vroeg bloei op. Dit geeft enerzijds extra arbeid om deze bloemen te verwijderen en anderzijds gaat dit ten koste van de groei, scheutvorming en bloeigelijkheid van een partij. Door de toenemende mechanisatie op de teeltbedrijven en de wensen van de handel om een van tevoren gedefinieerd product op een vooraf vastgesteld tijdstip af te nemen, neemt de vraag naar sturing en gelijkheid in bloei op de teeltbedrijven toe. In het begin van de teelt moet voorkomen worden dat te vroege bloei optreedt. Later in de teelt is het van belang, in verband met de arbeid en planning, dat de planten op het gewenste tijdstip zo gelijk mogelijk in bloei komen met voldoende bloemen en knoppen. De sturing van bloei richt zich dus afhankelijk van de teeltfase op een verschillend doel: • Gedurende de teelt van moerplanten en stekken moet bloei voorkomen worden. Dit leidt anders tot een geringe stekproductie en tot bloemstek. • In het begin van de productieteelt moet voorkomen worden dat te vroeg bloei optreedt. Dit geeft anders extra arbeid om deze bloemen te verwijderen en het gaat ten koste van de groei, scheutvorming en bloeigelijkheid van een partij. • Later in de productieteelt is, in verband met arbeid en planning, het van belang dat de planten op het gewenste tijdstip zo gelijk mogelijk in bloei komen met voldoende bloemen en knoppen. Hiertoe is kennis over de mogelijkheden van sturing van de bloei, op zowel de vermeerderingsbedrijven als de teeltbedrijven, noodzakelijk

    Beheersing intrinsieke kwaliteit potplanten met als pilot Ficus en Anthurium : deelproject 3

    Get PDF
    Ontwikkelen van een meettechniek waarmee de intrinsieke kwaliteit van potplanten tijdens de teelt gemeten kan worden. Uit deelproject 2 blijkt dat symptomen van lichtstress in een vroeg stadium met MIPS gemeten kunnen worden bij zowel Ficus als Anthurium. Van belang is om na te gaan of al voordat uitwendige chlorose zichtbaar is aan het gewas, afwijkingen worden geconstateerd in de fotosynthese-efficiënte middels de metingen van de MIPS, zodat daarop geanticipeerd kan worden door de teler

    Zomerklimaat cyclamen

    Get PDF

    Invloed Mn, Fe en pH op bladafwijkingen bij Begonia

    Get PDF

    Invloed bemesting op groei en kwaliteit cyclamen

    Get PDF

    Invloed van verschillende hoogten hijsverwarming op Botrytis cinerea in Saintpaulia

    Get PDF
    • …
    corecore