9 research outputs found

    Werken in de gezinszorg. Kwaliteit van de arbeid van de verzorgenden. Tussentijds rapport

    No full text
    De toenemende vraag naar thuiszorg brengt een stijging van het aantal arbeidsplaatsen voor verzorgenden (de vroegere gezins- en bejaardenhelpsters) in de gezinszorg mee. Anno 2003 waren er in België een 250-tal diensten gezinszorg die samen meer dan 20 000 verzorgenden tewerkstelden. Om nu en in de toekomst voldoende geschikte verzorgenden aan te trekken en te behouden voor de gezinszorg, is het belangrijk om de kwaliteit van de arbeid te bewaken en zo nodig te verbeteren. Vandaar ontstond het idee om een project, genaamd PROXIMA, uit te voeren met als doel de kwaliteit van de arbeid van gezinsverzorgenden in België te onderzoeken en aanbevelingen te doen om deze te verbeteren. De promotor van het onderzoek is de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het onderzoek wordt gecofinancierd door het ESF en uitgevoerd door het Hoger instituut voor de arbeid (HIVA) van de K.U. Leuven en de faculteit Psychologie van de universiteit van Bergen. Om de kwaliteit van de arbeid van de verzorgenden te onderzoeken, deden we een bevraging in bijna 90 verschillende diensten gezinszorg, verspreid over Vlaanderen, Wallonië en Brussel. We bevroegen er meer dan 1000 verzorgenden aan de hand van een schriftelijke vragenlijst. Deze vragenlijst was vooral gericht op hun arbeidssituatie en de manier waarop ze hun werk beleven. Daarnaast interviewden we per dienst een verantwoordelijke over het beleid en de organisatie van de dienst.No ISBNnrpages: 388status: publishe

    Werken in de gezinszorg. Kwaliteit van de arbeid van de verzorgenden. Tussentijdse samenvatting

    No full text
    De toenemende vraag naar thuiszorg brengt een stijging van het aantal arbeidsplaatsen voor verzorgenden (de vroegere gezins- en bejaardenhelpsters) in de gezinszorg mee. Anno 2003 waren er in België een 250-tal diensten gezinszorg die samen meer dan 20 000 verzorgenden tewerkstelden. Om nu en in de toekomst voldoende geschikte verzorgenden aan te trekken en te behouden voor de gezinszorg, is het belangrijk om de kwaliteit van de arbeid te bewaken en zo nodig te verbeteren. Vandaar ontstond het idee om een project, genaamd PROXIMA, uit te voeren met als doel de kwaliteit van de arbeid van gezinsverzorgenden in België te onderzoeken en aanbevelingen te doen om deze te verbeteren. De promotor van het onderzoek is de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het onderzoek wordt gecofinancierd door het ESF en uitgevoerd door het Hoger instituut voor de arbeid (HIVA) van de K.U. Leuven en de faculteit Psychologie van de universiteit van Bergen. Om de kwaliteit van de arbeid van de verzorgenden te onderzoeken, deden we een bevraging in bijna 90 verschillende diensten gezinszorg, verspreid over Vlaanderen, Wallonië en Brussel. We bevroegen er meer dan 1000 verzorgenden aan de hand van een schriftelijke vragenlijst. Deze vragenlijst was vooral gericht op hun arbeidssituatie en de manier waarop ze hun werk beleven. Daarnaast interviewden we per dienst een verantwoordelijke over het beleid en de organisatie van de dienst. Klik op de grijs-rode download-button om de tussentijdse samenvatting van de onderzoeksresultaten van de verzorgenden te bekijken.nrpages: 12status: publishe

    Organisatieverandering in de Belgische overheidsdiensten. Een enquête bij de betrokken werknemers

    No full text
    Op 27 en 28 oktober 2000 houdt de Christelijke Centrale van de Openbare Diensten (CCOD) een congres over de organisatorische veranderingen die zich binnen de Belgische overheden afspelen, de gevolgen van deze veranderingen voor de arbeidspositie van de werknemer en de strategieën die de vakbond bij deze veranderingen moet hanteren. In het kader daarvan werd aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) gevraagd om een enquête uit te voeren bij werknemers uit de openbare sector.nrpages: 248status: publishe

    De werknemer in de openbare sector, partner in de modernisering? Een enquête naar organisatieverandering

    No full text
    Deze brochure is een samenvatting van het rapport 'Organisatieverandering in de Belgische overheidsdiensten. Een enquête bij de betrokken werknemers'.nrpages: 36status: publishe

    De werknemer in de openbare sector, partner in de modernisering?

    No full text
    De laatste jaren hebben de aanhoudende besparingsdrang, het groeiende politieke geloof dat veel overheid leidt tot verspilling of inefficiëntie en de toenemende vraag van de burger naar meer kwalitatieve openbare diensten aanzet gegeven tot grootschalige overheidshervormingen binnen verschillende Westerse landen. ‘Herstructureren’ is dus misschien nog meer dan in de bedrijfswereld een populaire bezigheid geworden in de publieke sector. In België heeft onze jongste regering dit moderniseren tot één van haar hoofdobjectieven gemaakt. In onze studie komt het Belgische overheidspersoneel dat wordt geconfronteerd met deze moderniseringsdrang aan bod.status: publishe

    Een exploratief onderzoek naar omvang en profiel van uitkeringsovertreders bij Vlaamse werklozen

    No full text
    Uit het Europees waardeonderzoek blijkt dat een meerderheid van de Belgen het aanvragen van sociale uitkeringen waar je geen recht op hebt, veroordeelt. Driekwart vindt dit in geen enkel geval gerechtvaardigd (Dobbelaere et al., 2000). Over de omvang en de achtergrondkenmerken van zulke sociale fraude in België is echter weinig geweten. Het afgelopen decennium werd in ons land immers nauwelijks onderzoek verricht naar dit fenomeen. Dit was één van de uitgangspunten van een multidisciplinaire studie naar sociale fraude in opdracht van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Naast een juridisch en economisch luik (Van Rompaey, 1997; Pacolet & Marchal, 2001) bevat deze studie een sociaal-psychologisch luik. Dit laatste luik is gericht op uitkeringsfraude bij volledig uitkeringsgerechtigde werklozen.status: publishe

    Tijdsbesteding en taakbelasting van leerkrachten basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen. Samenvatting en beleidsaanbevelingen

    No full text
    Met het oog op de ondersteuning van het maatschappelijk debat over de herwaardering van de leerkracht liet het departement Onderwijs van de Vlaamse overheid door het HIVA en door het ACMS (Universiteit Antwerpen) de tijdsbesteding en taakbelasting van leerkrachten op een wetenschappelijke wijze in kaart brengen. De onderzoeksvragen die aan de basis liggen van dit onderzoek, zijn: Hoe ziet het takenpakket van leerkrachten eruit anno 2001? Wat is hierin veranderd ten aanzien van 1990 (De Wilde & Van Hooreweghe, 1991; Van Hooreweghe & De Wilde, 1991a)? Hoeveel tijd spenderen leerkrachten aan de uitvoering van hun job en aan de verschillende activiteiten waaruit hun job bestaat? Zijn er verschuivingen in de tijdsbesteding merkbaar ten aanzien van tien jaar geleden? Zijn er bepaalde groepen van leerkrachten die meer of minder tijd aan hun beroep en/of aan de verschillende activiteiten afzonderlijk spenderen? Hoe beleven leerkrachten hun activiteiten en hun job? Hoe belastend is een functie als leerkracht? Welke school-, job- en individuele kenmerken spelen hier een rol bij Om een antwoord te formuleren op de verschillende vragen, werden verschillende methodes aangewend. Om zicht te krijgen op het takenpakket van de leerkrachten en de verschuivingen hierin ten aanzien van een decennium geleden, werden gesprekken gevoerd met een vijfentwintig-tal bevoorrechte getuigen uit het onderwijsveld zoals leerkrachten, directies, medewerkers van de inspectie en van de pedagogische begeleidingsdiensten. Om zicht te krijgen op de tijdsbesteding van leerkrachten, vroegen we alle leerkrachten van 73 scholen (37 basisscholen en 36 secundaire scholen) om gedurende twee schoolweken (inclusief twee weekends) een tijdsbestedingsagenda bij te houden waarin ze zowel de aard als de duur van hun beroepsactiviteiten noteerden. De tijdsbestedingsagenda was vergezeld van een korte schriftelijke vragenlijst over de wijze waarop leerkrachten hun job en de verschillende activiteiten van hun job beleven. De taakbelasting en de antecedenten ervan -zoals jobkenmerken, arbeidsorganisatie, taakbeleid, personeelsbeleid, schoolbeleid,….- werden onderzocht via een schriftelijke bevraging van de leerkrachten en een mondelinge bevraging van de directies. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van het programma 'Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek' (OBPWO). Dit programma is een initiatief van de Vlaamse minister van Onderwijs.nrpages: 52status: publishe

    Optimalisation de la gestion des horaires & Equipe mobile pour remplacement immédiat : Pour des horaires plus sains et prévisibles via une affectation efficiente de l'équipe mobile

    No full text
    En Belgique, des accords sociaux 2005-2010 prévoient des mesures pour assurer un meilleur respect de la législation sociale dans les hôpitaux. Ces mesures visent à augmenter la dotation en personnel soignant d’un équivalent temps plein par 30 lits dans tous les hôpitaux d’ici 2011. En 2008, 26 hôpitaux pilotes ont été sélectionnés afin de bénéficier anticipativement de cette mesure et de permettre l’élaboration d’un cadre juridique permettant la meilleure utilisation de ces ressources à venir dans tous les hôpitaux belges. L’objectif de l’étude est de tester une organisation du travail permettant – via l’utilisation d’une équipe mobile dynamique et polyvalente – (1) le remplacement des absents et la limitation des changements d’horaires (2) d’optimaliser la gestion des horaires (délais de communication, période de référence, respect de la législation sociale et des critères de santé au travail). Les hôpitaux sélectionnés se sont tous engagés dans un processus d’amélioration afin de tester des modèles organisationnels permettant au mieux de répondre aux objectifs fixés. Tant des données quantitatives (horaires, charge de travail) que qualitatives (organisation des horaires, gestion du personnel) sont collectées à différents moments au cours de l’étude afin de tester l’impact d’une équipe mobile sur les horaires. Les hôpitaux sont évalués en termes d’atteinte de leurs objectifs. Les résultats sont attendus pour mars 2009. Les hôpitaux pilotes auront transmis des données concernant l’utilisation de leur équipe-mobile et les horaires de leurs travailleurs. Sur base de l’analyse et de l’interprétation des données, l’équipe de recherche formulera des recommandations auprès des partenaires sociaux mais aussi aux hôpitaux
    corecore