23 research outputs found

    Toxicological evaluation of acrylonitrile

    No full text
    Abstract niet beschikbaarAbstract not availableDG

    Proposals for (no)effect levels of a number of pesticides for the aquatic ecosystem based on literature research

    No full text
    Om een indruk te krijgen over de toxiciteit van zestiental in het kassengebied te Delfland in gebruik zijnde bestrijdingsmiddelen voor het aquatisch ecosysteem is op basis van literatuuronderzoek een voorstel gedaan voaor acute en chronische effectlevels en veilige waarden. Bij het bepalen van deze veilige waarden is gebruik gemaakt van een viertal verschillende extrapolatiemethoden.Abstract not availableRIMH/ZH /Looze-van Iperen M

    Pesticides in surface water of "Westland" and the agricultural area in "Haarlemmermeer"

    No full text
    Abstract niet beschikbaarThis report is a supplement to two other RIVM-reports about pesticides and related compounds in the "Haarlemmermer" and "Westland". In these reports a risk-assessment procedure was carried out for those compounds which were detected in concentrations above the EC standard for drinking water of 0.1 mug/l. In this report the detection-limit has been taken as starting-point for risk-assessment. In the "Haarlemmermeer" 22 pesticides and related compounds exceed the detection limit. 10 pesticides and related compounds exceed the ecologically safe value. In the "Westland" 28 pesticides and related compounds exceed the detection limit. 17 Pesticides and related compounds exceed the ecologically safe value.HIM

    Humaan-Toxicologische criteria voor ernstige bodemverontreiniging: stoffen beoordeeld in 1993 & 1994

    No full text
    Dit rapport geeft een overzicht van het humaantoxicologische werk uitgevoerd door het Adviescentrum Toxicologie in de jaren 1993 en 1994 in het kader van het RIVM-project betreffende bodeminterventiewaarden. De methode voor afleiding van het Maximum Toelaatbare Risico (MTR), zoals beschreven in het eerdere RIVM-rapport van Vermeire et al. (1991), werd met slechts geringe wijzigingen toegepast voor een set van 26 stoffen. Binnen het project worden deze stoffen aangeduid als de tweede en derde serie van stoffen (de in het rapport van Vermeire et al. behandelde stoffen vormen de eerste serie). Voor elk van de in het huidige rapport opgenomen stoffen kon een MTR worden afgeleid. Voor een aantal van de stoffen is de afgeleide waarde een voorlopige vanwege beperkingen in de voor deze stoffen beschikbare datasets.This report contains the human-toxicological work done at the Toxicology Advisory Centre in the scope of the RIVM project on soil intervention values in the years 1993 and 1994. The method for derivation of the Maximum Permissible Risk (in Dutch: Maximum Toelaatbaar Risico) as described in the previous RIVM report by Vermeire et al. (1991), was used with only minor deviations for a batch of 26 compounds. Within the project these compounds are referred to as the second and third series of chemicals (the compounds dealt with by Vermeire et al. constituting the first series). For each of the compounds in the present report a MPR could be derived. For several of the compounds the values derived are provisional only, due to limitations in the available data bases.DGM/B

    Evaluation of the possible effects on aquatic ecosystems of a number of pesticides and related compounds detected in Dutch surface waters

    No full text
    Op basis van literatuuronderzoek is een evaluatie gemaakt van de mogelijke effecten van 27 geselecteerde bestrijdingsmiddelen en ver- wante verbindingen voor het aquatisch milieu. De gehalten aan parathion en dichloorvos zijn zodanig dat dit tot effecten op het aquatisch ecosysteem geleid zal hebben, terwijl de aangetoonde concentraties dinoseb, pyrazofos, aniline, heptenofos en triazofos acute en/of chronische effecten een specifiek gevoelige groep van organismen veroorzaakt zullen hebben. Voor carbendazim is slechts eenmaal een concentratie bepaald die het acute toxiciteitsniveau benadert en voor de resterende verbindingen zijn de aangetoonde gehalten dusdanig laag dat geen effect op het ecosysteem verwacht kan worden. De gevonden concentraties pentachlooraniline en pentachloorthioanisool kunnen niet geevalueerd worden bij gebrek aan toxiciteitsgegevens.Abstract not availableHIM

    Proposal for the classification of eleven chemical substances based on the "BCW-scheme"

    No full text
    Op basis van gegevens uit de literatuur aangevuld met eigen laboratoriumonderzoek worden elf stoffen (aniline, benzylideenchloride, o-, m-, en p-chlooraniline, 2,5-dichloorbenzoezuur, 1,2-dichloormethaan, epichloorhydrine, hexachloorbenzeen, hexachloorcyclopentadieen en trifluralin) geclassificeerd als zwarte of grijze lijststof volgens het door de Werkgroep Beoordelingscriteria Waterverontreiniging opgestelde selectieschema. 1,2-Dichloorethaan, epichloorhydrine, o-, m-, p-chlooraniline, 2,5-dichloorbenzoezuur, hexachloorbenzeen en hexachloorcyclopentadieen zijn als zwarte lijststoffen geclassificeerd. Dit geldt ook voor trifluralin, doch op basis van structuurverwantschap. Aniline en benzylideenchloride zijn voorlopig als grijze lijststoffen geclassificeerd. In het rapport zijn tevens aanbevelingen geformuleerd m.b.t. eventueel aanvullend literatuur en/of laboratoriumonderzoek om een betere onderbouwing te verkrijgen van een aantal classificatie-voorstellen.DGM/DWB-W /Bootsma CY

    Risico evaluatie van accidentele lozingen van toxische chemicalien in het stroomgebied van de Rijn.

    No full text
    Hoewel deze studie een explorerend karakter had, kan geconcludeerd worden dat acute en chronische effecten reeds veroorzaakt kunnen worden door accidentele lozingen van toxische verbindingen bij relatief geringe hoeveelheden. Zo is 10 kg parathion voldoende om ernstige acute effecten te veroorzaken in zoetwater ecosystemen, terwijl een lozing van enkele honderden kg's dieldrin ernstige effecten in de kustwateren en in de kustwateren en de Waddenzee kunnen veroorzaken. Vooral lozingen van specifieke smaak- en geurstoffen kunnen de drinkwaterkwaliteit beinvloeden van oeverinfiltratiewinningen. De algemene conclusie is dat de kwetsbaarheid van de ecosystemen en van de betrokken drinkwatervoorzieningen noopt tot een verdere reductie van het risico dat accidentele lozingen van gevaarlijke verbindingen optreden.HIMH
    corecore