The retinal relaxing factor : update on an enigmatic regulator of the retinal circulation

The retinal circulation is regulated by different local factors and might include the retinal relaxing factor (RRF). This factor is found to be continuously released by the retina and relaxes smooth muscle cells. This review describes the current knowledge about the RRF. Despite many research efforts, the cellular source, identity, mechanism, and physiological role of the RRF remain largely unknown. Thus far, it seems that the RRF is a hydrophilic, thermostable, diffusible chemical messenger, which characteristics do not correspond with most well-known endogenous vasorelaxants. The RRF-induced relaxation seems to rely on activation of the inward rectifier K+ channels and the Rho kinase Ca2+ sensitization mechanism. Voltage-dependent K+ channels and plasma membrane Ca2+-ATPase might also be involved, whereas the involvement of cyclooxygenase is still a point of discussion. Furthermore, it appears that the RRF is involved in other relaxation pathways, namely those of hypoxia, adenosine, and adenosine triphosphate, hydrogen sulfide, c-aminobutyric acid, and dorzolamide

Vasorelaxing effect of resveratrol on bovine retinal arteries

PURPOSE: Resveratrol is a red wine polyphenol that causes vasorelaxation, which could be of interest in the treatment or prevention of eye diseases with an impaired blood flow. In this study, the vasorelaxant capacity of resveratrol (cis and trans) on bovine retinal arteries, its vasorelaxing mechanism, and its influence on the relaxation induced by the retinal relaxing factor (RRF) were examined. METHODS: Isolated bovine retinal arteries were mounted into wire myographs for isometric tension measurements. Concentration-response curves of cis- and trans-resveratrol and concentration-response curves of resveratrol in the absence or presence of the endothelium or different inhibitors were constructed. Relaxations elicited by the RRF with and without resveratrol incubation were also compared. RESULTS: Both resveratrol isomers caused a similar strong concentration-dependent relaxation. Removal of the endothelium or blocking endothelium-dependent pathways did not change the relaxation. Also, K+ channel blockers did not reduce the relaxation, except the 120 mM K+ Krebs Ringer bicarbonate solution. Phorbol 12-myristate 13-acetate and phorbol 12,13-dibutyrate blocked the relaxation partially and so did the inhibition of heme oxygenase-1. Blocking adenylyl cyclase, AMP-activated protein kinase, estrogen receptors, sirtuin 1, or sarco/endoplasmic reticulum Ca2+ ATPase did not have an effect. The relaxation caused by the RRF was not altered by resveratrol incubation. CONCLUSIONS: Cis- and trans-resveratrol relax bovine retinal arteries similarly and concentration dependently. The main relaxation mechanism remains unclear, but K+ channels, carbon monoxide, and the myosin phosphatase pathway may be involved. Resveratrol does not have an influence on the RRF

Van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid zonder reizigersparticipatie? MER en MOBER bieden nochtans mogelijkheden voor participatie

In 2019 werden de driehonderd Vlaamse gemeen- ten toegewezen aan één van de vijftien vervoerre- gio’s. Binnen deze vervoerregio’s moeten de lokale besturen mee de mobiliteitsuitdagingen aanpakken en tegen 2024-2025 moeten ze een regionaal mo- biliteitsplan voor de lange termijn opstellen. Dit regionaal mobiliteitsplan omvat alle vervoermodi, inclusief het openbaar vervoer op lange termijn. Om de burgers goed te informeren over de plan- nen en de wijzigingen in het OV-aanbod en hen ten volle te laten participeren pleit de Reizigersbond ervoor om het opstellen van een mobiliteitseffec- tenrapport (MOBER) of een milieueffectrapport (MER) als verplichting op te nemen in de procedure

Wegbeheerder staat mee in voor stiptheid tram en bus : onoordeelkundig geparkeerde wagens zorgen voor (grote) vertragingen

Al decennialang veroorzaken onoordeelkundig geparkeerde voertuigen elke dag dienstonderbrekingen op tram- en busroutes. De wegbeheerders bepalen mee de stiptheid van het openbaar vervoer door storende parkeerplaatsen langs OV-routes al dan niet te schrappen, laad- en losplaatsen te voor- zien, streng te handhaven en het Integraal Plan Openbaar Domein zorgvuldig te realiseren. Binnenkort zal een bijgestuurde overeenkomst van De Lijn, MIVB en TEC met het Verzekeringswezen (Assuralia) de duur van de niet bestraf-bare dienst- onderbrekingen verminderen tot hooguit 5 minuten noodgedwongen stilstand van tram of bus

Verplaatsbare oprijplaten : snelle en eenvoudige oplossing voor beter toegankelijke trams : beproefd concept in Duitsland

Rolstoelgebruikers geraken vaak moeilijk of zelfs helemaal niet op lagevloertrams. De restruimte (‘gap’) tussen het haltetrottoir en de voertuigvloer en het hoogteverschil (‘step’) kunnen een onoverkomelijke hindernis vormen. Verplaatsbare oprijplaten kunnen dat probleem vrij gemakkelijk verhelpen en daarmee inclusieve mobiliteit wat verbeteren. De Duitse stad Dresden gebruikt ze al bijna 20 jaar succesvol en de Brusselse MIVB test sinds december verplaatsbare oprijplaten op ee

Doordacht parkeerbeleid : sleutel voor vlotte doorstroming van trams en bussen : goede praktijken voor een duurzame OV-doorstroming

Een goede organisatie van het gemeentelijke parkeerbeleid is één van de belangrijkste sleutels voor de vlotte doorstroming van tram en bus. De herinrichting van smalle straten biedt de kans om aan het openbaar vervoer en de zwakke wegge-bruikers veiligheid, comfort en voorrang toe te kennen. De goedbedoelde, systematische versmalling van rijwegen in woonwijken mag echter niet leiden tot het onmogelijk maken van zinvolle routes voor fijnmazig lijnbusverkeer. Té smal heringerichte rijwegen sluiten uitgestrekte woonwijken uit van een vlotte, comfortabele bediening door lijnbusverkeer. In een eerder artikel in Verkeersspecialist1 werden de kansen voor een vlottere doorstroming van het openbaar vervoer (OV) dankzij impliciete verkeerstechnieken, belicht. In deze bijdrage worden enkele goede praktijken van gemeentelijke wegbeheerders die een duurzame OV-doorstroming beogen, voorgesteld

Zeven maatregelen waarmee De Lijn trams en bussen stipter kan laten rijden : ook ‘onrechtstreekse’ doorstroming heeft impact op stiptheid openbaar vervoer

Het gebrek aan stiptheid is een bron van ergernis voor de reiziger. De Lijn is deels afhankelijk van de wegbeheerder om de stiptheid van (vooral) tram en bus te verbeteren, maar ze kan zelf ook heel wat maatregelen nemen. Deze mogelijke acties worden de ‘onrechtstreekse’ doorstroming genoemd. In dit artikel worden een zevental aanbevelingen aangeduid. Ze hebben betrekking op de voertuigkeuze en uitrusting (camera’s), op het aanrijden/kwaliteit van de halte, op de ontwaardingswijze en ook op een meer doeltreffende organisatie van de verkeersleiding van De Lijn voor proactieve en regulerende tussenkomsten. Een openbaarvervoerbedrijf, ook De Lijn, moet alle elementen aanpakken die oponthoud kunnen veroorzaken. Lang niet alle vertragingen worden immers veroorzaakt door een slechte organisatie van het openbaar domein of door de overige verkeersdeelnemers

Is er leven voor stations na sluiting van loketten? Jazeker! Belangrijke rol voor gemeenten in ontwikkeling stations en stationsomgeving

Tegen eind dit jaar zal de NMBS de loketten sluiten in 44 van de 135 stations. Dat is niet de eerste keer: in 2012 sloot de NMBS ook al 38 stationsloketten. Vermoedelijk is het ook niet de laatste keer. De sluiting van stationsloketten heeft belangrijke gevolgen voor de dienstverlening aan de reizigers, zeker voor oudere, occasionele en digitaal minder onderlegde reizigers. Voor de ontwikkeling van de stations en hun omgeving zijn er, zelfs zonder reguliere loketten, veel mogelijkheden. Dit zou een stevig federaal beleidsthema moeten worden, waarin ook plaats is voor de gemeentebesturen als sterkhouder

Levendige stations in België, Frankrijk en Zwitserland : voorbeelden van geslaagde transformaties

De gemeentebesturen of privépartners kunnen zelf aanjager zijn van levendige stationsgebouwen, ook zonder loketpersoneel. Hoe? Enkele voorbeelden uit binnen- en buitenland tonen hoe de verloedering van stationsgebouwen voorkomen kan worden, soms door een geheel andere invulling en vaak met een gunstige impact op de vervoer-middelenkeuze. Gemeenten met een stationsgebouw waarinde NMBS de loketten in 2021 zal sluiten, kunnen leren uit deze ervaringen. Veel geplande projecten kwamen tot stand na een participatief traject, met cocreatieve inbreng van de omwonenden en de treinreizigers