6 research outputs found

    Hepatitis C virus infection: Spread and impact in the Netherlands

    Get PDF
    In Nederland lopen hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen de meeste kans op een infectie met het hepatitis C-virus (HCV). Voorheen waren dat injecterende druggebruikers en hemofiliepatiënten. Dit constateert Anouk Urbanus in haar onderzoek naar het voorkomen van HCV onder nieuwe en bekende risicogroepen. In haar onderzoek geeft ze aan voor welke groepen een gericht screeningsprogramma nodig is. Niet-westerse migranten van de eerste generatie in Nederland vormen de grootste groep met een bestaande HCV-infectie. Zij zijn veelal geïnfecteerd geraakt in hun land van herkomst. Daarnaast doen veel van de nog niet opgespoorde HVC-infecties zich voor onder mensen die in het verleden risico liepen op HCV (ooit een bloedtransfusie ondergaan, ooit drugs gespoten) en zichzelf niet als risicogroep zien. HCV-screeningsprogramma’s moeten zich richten op deze risicogroepen (hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen, niet-westerse migranten van de eerste generatie en mensen die in het verleden risico hebben gelopen). Daarnaast concludeert Urbanus dat screenings- en preventieprogramma’s voor traditionele risicogroepen, zoals injecterende druggebruikers, gecontinueerd dienen te worden

    Hepatitis C in the general population of various ethnic origins living in the Netherlands: Should non-Western migrants be screened?

    No full text
    Little is known about the HCV prevalence in non-Western migrant populations. To determine whether targeted HCV screening and prevention programs for migrants are needed, we examined HCV prevalence and determinants among non-Western, Western migrants, and the native Dutch population in the Netherlands. Data were obtained from four surveys: (1) 3895 heterosexual visitors recruited during biannual surveys at the STI-clinic Amsterdam, 2007-2009; (2) random sample of 4563 pregnant women in Amsterdam, 2003; (3) population-based random sample of 1309 inhabitants of Amsterdam, 2004; (4) population-based random sample of 4428 people living in the Netherlands, 2006-2007. Characteristics associated with HCV-positivity were examined and phylogenetic analysis was used to obtain insight in the geographical origin of HCV strains. HCV seroprevalence in the four surveys was low (0.3-0.6%). In total 4860/14,195 (34%) were non-Western and 9329/14,195 (66%) Western participants (including Dutch). First-generation non-Western migrants were more likely to be HCV-positive (0.7-2.3%) than Western participants (0.1-0.4%). Except for survey 3, second-generation non-Western migrants had a lower HCV prevalence than first-generation migrants, comparable to Western migrants and the Dutch population. Phylogenetic analysis showed that the majority of the HCV-positive, first-generation non-Western non-European migrants were infected with endemic strains which are rarely observed in Europe. First-generation non-Western migrants are at increased risk for HCV. Phylogenetic analysis suggests that transmission likely took place in the country of origin, causing introduction but no further transmission of endemic HCV strains in the Netherlands. HCV screening and prevention programs should target first-generation, but not second-generation, non-Western migrant
    corecore