The dimensional structure of the functional abilities in cases of long-term sickness absence

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>The health problems that working people suffer can affect their functional abilities and, consequently, can cause a mismatch between those abilities and the demands of the work, leading to sickness absence. A lasting decrease in functional abilities can lead to long-term sickness absence and work disability, with negative consequences for both the worker and the larger society. The objective of this study was to identify common disability characteristics among large groups of long-term sick-listed and disabled employees.</p> <p>Methods</p> <p>As part of the disability benefit entitlement procedure in the Netherlands, an insurance physician assesses the functional abilities of the claimant in a standardised form, known as the List of Functional Abilities (LFA), which consists of six sections containing a total of 106 items. For the purposes of this study, we compiled data from 50,931 assessments. These data were used in an exploratory factor analyses, and the results were then used to construct scales. The stability of dimensional structure of the LFA and of the internal consistency of the scales was studied using data from 80,968 assessments carried out earlier, under a slightly different legislation.</p> <p>Results</p> <p>Three separate factor analyses carried out on the functional abilities of five sections of the LFA resulted in 14 scale variables, and one extra scale variable was based on the items from the sixth section. The resulting scale variables showed Cronbach's Alphas ranging from 0.59 to 0.97, with the exception of one of 0.54. The dimensional structure of the LFA in the verification population differed in some aspects. The Cronbach's Alphas of the verification population ranged from 0.58 to 0.97, again with the exception of the same scale: Alpha = 0.49.</p> <p>Conclusion</p> <p>The differences between the dimensional structures of the primary data and the earlier data we found in this study restrict the possibilities to generalise the results. The scales we constructed can be utilised to produce a compact description of the functional abilities of groups of claimants in the Netherlands. Moreover, the matching work demands can be used to identify jobs low on those demands as being the most accessible for the specific type of disabled employees, particularly severely disabled individuals.</p

Epidemiologie van de arbeidsongeschiktheid 1998-2001

Veranderingen in wet- en regelgeving rond arbeidsongeschiktheid zijn van invloed op de werknemers die bij UWV (of haar voorgangers) een beroep moeten doen op de betreffende voorzieningen. Met de reguliere statistieken worden niet alle relevante kenmerken van deze ‘cliënten’ in kaart gebracht, waardoor onvoldoende zicht wordt verkregen op de gevolgen van de wetswijzigingen. In de epidemiologieonderzoeken wordt daarom aanvullende informatie verzameld via enquêtes bij de cliënten zelf. De epidemiologieonderzoeken bestaan sinds 1985. Sindsdien zijn meerdere cohorten gevolgd, waarvan het meest recente in 2007 (Weg naar WIA) en 2012 (Weg naar WIA II - juni 2012 gestart). De overige cohorten betreffen personen die in respectievelijk 1987, 1991, 1994, 1998, 1999 en 2001 het einde van de wachttijd voor de WAO bereikt hebben. De algemene doelstelling van de epidemiologieonderzoeken kan op de volgende wijze worden beschreven: Een systematische beschrijving van een representatieve groep 12-maandszieken op demografische en sociaal-economische kenmerken, op kenmerken van het oude werk en de oude werkgever, op diverse aspecten van de gezondheid, WAO-claimbeoordeling en begeleiding, bemiddeling en reïntegratie. Bij deze beschrijving is vergelijking van deze gegevens binnen dezelfde cohorten, en met vorige en toekomstige cohorten mogelijk. Vanwege de gewenste vergelijkbaarheid komen dezelfde enquêtevragen terug in de verschillende cohorten en in de verschillende metingen daarbinnen. De specifieke onderzoeksvraagstellingen variëren echter per deelproject en worden ingegeven door de op dat moment bestaande behoefte aan beleidsinformatie

Cohortonderzoek onder langdurig zieke werknemers en vangnetters

UWV heeft een cohort gevolgd van langdurig zieke werknemers en vangnetters die in 2015 9 maanden ziek waren. Zij zijn geënquêteerd 11 en 18 maanden na de ziekmelding. Gevraagd is naar de ziekte/gezondheid, de eerstejaars Ziektewet-beoordeling, de kenmerken van het werk en het arbeidsverleden, de begeleiding bij werkhervatting, het zoeken naar werk, de werkhervatting en de eigen betrokkenheid en de eigen inbreng in de re-integratie. In dit tabellenboek worden de antwoorden weergeven van de eerste meting bij de vangnetters, uitgesplitst naar type vangnetters. Daarbij worden waar mogelijk ook de resultaten uit een vergelijkbaar, 3 jaar eerder gehouden onderzoek gepresenteerd

Epidemiologie van de arbeidsongeschiktheid 1998-2001

Veranderingen in wet- en regelgeving rond arbeidsongeschiktheid zijn van invloed op de werknemers die bij UWV (of haar voorgangers) een beroep moeten doen op de betreffende voorzieningen. Met de reguliere statistieken worden niet alle relevante kenmerken van deze ‘cliënten’ in kaart gebracht, waardoor onvoldoende zicht wordt verkregen op de gevolgen van de wetswijzigingen. In de epidemiologieonderzoeken wordt daarom aanvullende informatie verzameld via enquêtes bij de cliënten zelf. De epidemiologieonderzoeken bestaan sinds 1985. Sindsdien zijn meerdere cohorten gevolgd, waarvan het meest recente in 2007 (Weg naar WIA) en 2012 (Weg naar WIA II - juni 2012 gestart). De overige cohorten betreffen personen die in respectievelijk 1987, 1991, 1994, 1998, 1999 en 2001 het einde van de wachttijd voor de WAO bereikt hebben. De algemene doelstelling van de epidemiologieonderzoeken kan op de volgende wijze worden beschreven: Een systematische beschrijving van een representatieve groep 12-maandszieken op demografische en sociaal-economische kenmerken, op kenmerken van het oude werk en de oude werkgever, op diverse aspecten van de gezondheid, WAO-claimbeoordeling en begeleiding, bemiddeling en reïntegratie. Bij deze beschrijving is vergelijking van deze gegevens binnen dezelfde cohorten, en met vorige en toekomstige cohorten mogelijk. Vanwege de gewenste vergelijkbaarheid komen dezelfde enquêtevragen terug in de verschillende cohorten en in de verschillende metingen daarbinnen. De specifieke onderzoeksvraagstellingen variëren echter per deelproject en worden ingegeven door de op dat moment bestaande behoefte aan beleidsinformatie