635 research outputs found
Imaging Electron Wave Functions of Quantized Energy Levels in Carbon Nanotubes
Carbon nanotubes provide a unique system to study one-dimensional
quantization phenomena. Scanning tunneling microscopy is used to observe the
electronic wave functions that correspond to quantized energy levels in short
metallic carbon nanotubes. Discrete electron waves are apparent from periodic
oscillations in the differential conductance as a function of the position
along the tube axis, with a period that differs from that of the atomic
lattice. Wave functions can be observed for several electron states at adjacent
discrete energies. The measured wavelengths are in good agreement with the
calculated Fermi wavelength for armchair nanotubes.Comment: 11 pages, 4 figures in seperate PDF fil
Anticipation and Adaptation in Particulate Matter Policy: The European Union, the Netherlands, and United States
The evolution of particulate matter (PM) air quality policy in the European Union and in the
United States between 1970 and the present has been atypical. The US government and the
European Commission have mandated scheduled reviews of PM policy over the past three
decades and have updated that policy to new scientific information on multiple occasions.
The use of planned adaptation over such a long period and in this manner, as a means to
deal with uncertainty, has not often been reproduced in air quality policy.
Furthermore, particulate matter policy in the EU and US does not conform to the
commonly held perception that the EU’s environmental policies are, by and large, more
precautionary than the respective policies in the United States. The US decisions to adopt air
quality standards for PM10 and PM2.5, in 1987 and 1997 respectively, led those in the EU by
approximately nine years.
An analysis of the comparative stringency of the PM standards in
the US and EU shows that the PM2.5 standard the US implemented in 1997 is more stringent
than the standards that have been proposed in the EU by the European Commission and the
European Parliament. In September this year, the US repealed their annual standard for
PM10. Prior to that, however, the annual PM10 standard the EU implemented in 1999 was
more stringent than the one the US adopted in 1987. The daily PM10 standards in the EU
and US are of similar stringency. In the Appendix, these comparisons in stringency are
discussed in more detail.
The differences between the EU and US policies are remarkable because they are
based on the same science and therefore reflect dissimilar processes of interpreting that
science and the uncertainties inherent in it. The two cases themselves focus on the sciencepolicy
interfaces for their respective governing bodies. The EU case also looks at the
science-policy interface in the Netherlands. The US case also examines policies for sulfur
dioxides that relate to the PM policies. The remainder of this summary discusses how
characteristics of the science-policy interfaces may have led to the differences in outcomes
Het ontwikkelen van een snelle methode voor het bepalen van aflatoxine MI in melk
Doel is het ontwikkelen van een snelle methode voor het bepalen van aflatoxine M1 in melk met als detectiegrens 0,005 µg/l
Literatuuronderzoek naar het voorkomen en het bepalen van Zearalenon en Zeranol
Dit verslag heeft tot doel een literatuuroverzicht te geven omtrent het voorkomen en bepalen van Zearalenon en Zeranol in landbouwprodukten. Zearalenon is gevonden in de meeste delen van de wereld waar mais of andere granen groeien. Varkens zijn het meest gevoelig voor estrogene effecten t.g.v. het toedienen van Zearalenon. Volgens de literatuurgegevens moet het mogelijk zijn om Zearalenon te bepalen in graanprodukten tot een niveau van 2 ug/kg . Het bepalen van Zeranol in vlees en urine zou mogelijk moeten zijn tot een niveau van 1 ug/kg
Het ontwikkelen van een snelle methode voor het bepalen van aflatoxine B1 in veevoeders
De tolerantie van aflatoxine B1 in veevoeder moet omlaag
Literatuuronderzoek omtrent polycyclische aromaten
Dit verslag heeft tot doel een literatuuroverzicht te geven omtrent het voorkomen van polycyclische aromaten en methoden voor het aantonen en bepalen van deze in relevante produkten. Polycyclische aromaten (PCA) zijn algemeen verspreid in het milieu en kunnen carcinogeen, syncarcinogeen of cocarcinogeen zijn. Zij ontstaan door de onvolledige verbranding van organisch materiaal en kunnen door bepaalde microorganismen worden gesynthetiseerd. Voedingsmiddelen kunnen door luchtstof of door "roken" met PCA verontreinigd worden. De door luchtstof verontreinigde grootbladerige groentesoorten, zoals groenekool bevatten in het algemeen grotere hoeveelheden aan PCA dan b.v . gerookte vis. In vergelijking met lucht en water bevat slib, uit zuiveringsinstallaties, enorm grote hoeveelheden aan PCA (mg/kg niveau). In Duitsland geldt voor gerookte vleesprodukten een tolerantie van 1 ug Benzo(a)pyreen per kg vlees en uit onderzoek is gebleken dat deze grens vele malen werd overschreden. Reversed phase vloeistofchromatografie met fluorescentie- en U.V. detectie is de meest geschikte combinatie voor het bepalen van PCA. Voor de bevestiging kunnen dunnelaagchromatografie of capillaire gaschromatografie met een FID of een massaspectrometer gebruikt worden
U.V. absorptie- en fluorescentiespectra van enige relevante polycyclische aromaten
Van 17 relevante polycyclische aromaten (PCA), opgelost in methanol, werden de U.V. absorptie- en de fluorescentiespectra bepaald. De absorptiegebieden en de absorptiemaxima van de PCA zijn weergegeven in figuur 1 en de excitatie- en emissiegebieden zijn weergegeven in figuur 2. De volledige spectra van de afzonderlijke PCA zijn eveneens in dit verslag opgenomen
Het gehalte aan ochratoxine A in varkens- en pluimveevoeders
Schimmels welke ochratoxine A produceren komen regelmatig voor op landbouwprodukten. In landen als onder andere: Zweden, Denemarken en Canada werd ochratoxine A aangetroffen in landbouwprodukten en tevens in varkens- en kippenieren. Om een inzicht te verkrijgen in hoeverre het Nederlandse veevoeder (mengvoeders) besmet is met ochratoxine A werden 42 veevoeders onderzocht
Literatuuronderzoek naar methoden voor het aantonen en bepalen van ochratoxinen in veevoeder en dierlijk weefsel : L.G.M.Th. Tuinstra]
Van de verscheidene methoden voor het bepalen van ochratoxine A zijn de meeste methoden toegepast op enkelvoudige landbouwproducten
Het ontwikkelen van een methode voor het bepalen van een aantal polycyclische aromaten in diverse produkten
Doel van dit onderzoek is: het ontwikkelen van een universele methode voor het bepalen van een aantal polycyclische aromaten in diverse relevante produkten. Aan de hand van methoden beschreven in de literatuur werd een universele analysemethode ontwikkeld voor het bepalen van een tiental PCA's in diverse produkten, welke gebruik maakt van vloeistofchromatografie, met fluorescentie- en U.V. detektie. De detektiegrens is afhankelijk van de matrix en de component en varieert van 0,1 tot 5 ug/kg. De gemiddelde recovery, op een niveau van tienmaal de detektiegrens, bleek ca. 73% te bedragen. De methode is toepasbaar bevonden op produkten als: water, koffie, zuiveringsslib, grond, barbecueafval,gerookte visprodukten en groenten. Een methode ter bevestiging van de geanalyseerde PCA's is op dit moment alleen aanwezig voor een zestal PCA's in produkten met een gehalte van 50 ug/kg of hoger
- …