14 research outputs found

    ProMES, een methode die kan leiden tot geaccepteerde regelkringen

    No full text
    no abstrac

    Leren van 'lerende organisaties' : 'hoe krijg je de mensen mee?'

    Get PDF

    Beïnvloedbare prestaties: wens of werkelijkheid?

    No full text
    De ProMES-aanpak is een methode om beïnvloedbare prestatie-indicatoren te ontwerpen. Met ProMES beoog je mensen verantwoordelijk te maken, daar voldoening aan te beleven en ze middelen in handen te geven voor voortdurende verbetering. Maar deze methode kent ook beperkingen, met name in situaties van grote onderlinge afhankelijkheid van teams. Een ‘tweede generatie’ ProMES moet het mogelijk maken feedback te geven die rekening houdt met wisselende omstandigheden. Onderling afhankelijke afdelingen moeten in staat zijn strategische kerndoelen en prioriteiten te bepalen

    ProMES : een methode voor prestatiesturing en produktiviteitsstijging

    No full text
    no abstrac

    Aandacht voor produktiviteit : een methode en twee voorbeelden

    Get PDF
    In alle bijdragen aan deze bundel worden methoden en technieken besproken die produktiviteitsverbetering in de gezondheidszorg ten dod hebben. Onder produk tiviteit verstaan we effectiviteit en efficiency. De methode die in deze bijdrage centraal staat probeert produktiviteit te verbeteren door de aandacht van organisatiemedewerkers te richten op produktiviteit. Wat dragen mensen bij aan de produktiviteit van de organisatie? Produktiviteit wordt in deze bijdrage bezien vanuit die invaishoek: produktiviteit als een prestatie van mensen. Produktiviteit verbeteren wordt daarmee een kwestie van medewerkers motiveren, of nog beter: medewerkers de middelen geven zichzelf te motiveren. Bryan uitgaande dat het uiteindelijk de mensen in de organisatie zijn die doorslaggevend zijn voor het resultaat, is de vraag vervolgens waarin dan die cruciale bijdrage van mensen bestaat en hoe bevorderd kan worden dat ze hun aandacht en inspanning daarop richten. Dat is bet centrale thema. We vatten dat samen onder de noemer prestatie sturing. Het is bijna een platitude crop te wijzen dat organisaties in de gezondheidszorg, precies zo als organisaties in het bedrijfsleven, onder druk staan. Een terugkerend motto luidt ‘kosten reduceren en tegelijk de kwaliteit handhaven of liever nog verbeteren’. Dc stijgende kosten van de gezondheidszorg worden, terecht of onte recht, maar in ieder geval tot vervelens toe bij allerlei gelegenheden genoemd als de aanleiding bij uitstek om grondig na te denken over de kern van door gezondheidszorgorganisaties te leveren diensten en de wijze waarop die dienst verlening effectief en efficient gerealiseerd kan worden. ledereen in de organisatie dient ervan doordrongen te worden dat hieraan een bijdrage moet worden gele verd. Dc vraag is kennelijk om kritisch naar het eigen proces te kijken, de essentie daarvan te bepalen, en na te gaan wat aan de uitvoering verbeterd kan worden. Ben voorwaarde is de vereiste betrokkenheid hiervoor te bewerkstelligen, en hoe doe jedatdan? Op allerlei gebieden is men in dit kader druk aan de slag, vaak onder de noemer van het brede begrip ‘kwaliteit’ (zie o.a. Aigra 1992; Schaaf 1992; Visser e.a. 1992; ook het IzP-project kan in dit verband als voorbeeld worden genoemd). Dc wetgever tracht stimulerend op te treden met een Kwaliteitswet Zorginstellingen. Dc kans lijkt groot dat, in navolging van de industrie, certificering zijn intrede zal doen in de Nederlandse gezondheidszorg. Evenals dat voor de industrie geldt, kan ook voor de gezondheidszorg de vraag worden gesteld of certificering de oplos- sing is voor het gestelde probleem. Over de bruikbaarheid voor de gezondheidszorg van Iso 9004.2, de ISO-norm voor dienstverlenende organisaties, wordt in ieder geval verschillend gedacht (Idenburg 1992). Voor alle duidelijkheid: deze bijdrage gaat niet over certifice ring, niet over het opzetten van kwaliteitssystemen, niet over het formuleren van een integraal kwaliteitsbeleid noch over kwaliteitsverslaggeving. Wel over een methode om continu aandacht voor produktiviteit (lees: zowel kwaliteit als kosten als veiligheid, enz.) op de werkvloer op een samenhangende wijze te realiseren. Bij certificering van een van de bedrijven in de industrie waar met deze methode wordt gewerkt, bleek dat in de ogen van de certificerende organisatie een gewel dig pluspunt. Allereerst zal de methode worden besproken. Vervolgens wordt de toepassing van de methode gelliustreerd aan de hand van twee voorbeelden. Omdat de methode veel raakvlakken heeft met kwaliteitsmanagement wordt een aantal overeenkom sten en verschillen besproken met benaderingen op dat gebied

    Effecten van bedrijfskundige interventies op zorgprocessen

    No full text
    In de reeks ‘Bedrijfskundig Instrumentarium voor manager en professional’ is zojuist het vierde deel verschenen. De reeks is in 1988 in de boezem van de Technische Universiteit Eindhoven (Bedrijfskunde) gestart op initiatief van een schrijverscollectief bestaande uit Jan Willem Hoorn, Johan Lettink, Harrie van Tuiji, Jan Vissers en Guns de Vries. Zij vormen samen het bestuur van de SBOG (Stichting Bedrijfskundig Onderzoek Gezondheidszorg) en verzorgen de redactie van de boekenreeks

    Participation in the design of performance management systems: a quasi-experimental field study

    No full text
    In the literature on the relationship between participation in decision making and performance, a tell-and-sell strategy is considered a viable alternative to participation. In contrast, we argue that in organizational settings, when a sensitive and important issue is at stake, participation of a form to be characterized as formal, long term, direct, and with a high degree of participant influence is more effective than a tell-and-sell strategy. Using a quasi-experimental design with a participation, a tell-and-sell, and a control condition, a ProMES performance management system was implemented in the field service department of a Dutch supplier of photocopiers. Outcome feedback to individual technicians resulted in an average performance increase in the participation condition that was significantly higher than the increase found in the tell-and-sell condition. Satisfaction with the program, and the perceived usefulness of the feedback, were significantly higher in the participation condition. In both experimental conditions, the performance increase was significant compared to the control condition. An explanation for these findings is discussed, as are implications for theory and practice
    corecore