15 research outputs found

    Ontwikkeling van de HVS monitor om de activiteitsconcentratie van gamma-straling uitzendende nucliden verbonden aan aerosol deeltjes te meten. Resultaten gedurende de testjaren 1991 en 1992

    No full text
    De aanwezigheid van niet natuurlijke radioactieve nucliden in de lucht wordt voornamelijk veroorzaakt door kernproeven of door uitstoot van en ongelukken bij nucleaire installaties. Om in een vroeg stadium kleine incidenten te kunnen registreren is het noodzakelijk om de activiteitsconcentratie van gamma-straling uitzendende nucliden gebonden aan aerosol deeltjes met een hoge gevoeligheid te kunnen meten. Om een detectielimiet van minder dan 1 mu-3Bq.m-3 te bereiken is een High Volume Sampler (HVS) noodzakelijk die meer dan 50.000 m3 per week kan bemonsteren. In dit rapport wordt de ontwikkeling door het LSO van een HVS beschreven. Geconcludeerd kan worden dat het mogelijk is met de ontwikkelde HVS-meetmethode om met hoge gevoeligheid de activiteitsconcentratie van gamma-straling-uitzendende nucliden gebonden aan aerosol deeltjes te meten. Aanbevolen wordt om onderzoek te doen betreffende de onzekerheid van de kalibratie van de put-detector. Dit onderzoek moet zich voornamelijk richten op de problemen die veroorzaakt worden door het cascadeverval.The presence of man made radionuclides in air originates, mainly, from experiments with nuclear weapons or from discharges and accidents at nuclear installations. An early warning for small incidents requires a sensitive monitoring of the activity concentration of gamma-emitting radionuclides attached to aerosols. To achieve a detection limit lower than 1 muBq.m-3 a High Volume air Sampler (HVS) is needed which is able to sample volumes of at least 50,000 m3 per week. In this report the development of a High Volume Air Sampler (HVS) by the Laboratory of Radiation Research is described. It is concluded that sensitive monitoring of the activity concentration is possible with the developed HVS measuring method. Further investigation of the well detector calibration is recommended and should be concentrated on the problems concerning coincidence summing effects.HIMH/TSSPHIMH/C

    Development of a High Volume Air Sampler for the sensitive detection of gamma-emitting radionuclides attached to aerosols. Results obtained in the test period 1991-1992

    No full text
    De aanwezigheid van niet natuurlijke radioactieve nucliden in de lucht wordt voornamelijk veroorzaakt door kernproeven of door uitstoot van en ongelukken bij nucleaire installaties. Om in een vroeg stadium kleine incidenten te kunnen registreren is het noodzakelijk om de activiteitsconcentratie van gamma-straling uitzendende nucliden gebonden aan aerosol deeltjes met een hoge gevoeligheid te kunnen meten. Om een detectielimiet van minder dan 1 mu-3Bq.m-3 te bereiken is een High Volume Sampler (HVS) noodzakelijk die meer dan 50.000 m3 per week kan bemonsteren. In dit rapport wordt de ontwikkeling door het LSO van een HVS beschreven. Geconcludeerd kan worden dat het mogelijk is met de ontwikkelde HVS-meetmethode om met hoge gevoeligheid de activiteitsconcentratie van gamma-straling-uitzendende nucliden gebonden aan aerosol deeltjes te meten. Aanbevolen wordt om onderzoek te doen betreffende de onzekerheid van de kalibratie van de put-detector. Dit onderzoek moet zich voornamelijk richten op de problemen die veroorzaakt worden door het cascadeverval.<br

    Calibrations in 1994 of the gamma-spectroscopy set-ups in use at the Laboratory of Radiation Research for routine measurement and for measurement during major nuclear accidents

    No full text
    Om de activiteit van preparaten met gammastraling uitzendende nucliden te bepalen heeft het Laboratorium voor Stralingsonderzoek (LSO) de beschikking over een aantal halfgeleiderdetectoren. Deze opstellingen worden per preparaatvorm gekalibreerd voor de efficintie waarmee gemeten wordt. Dit rapport beschrijft de resultaten van de preparaatkalibraties voor het reguliere onderzoeksprogramma en de preparaatkalibraties voor metingen tijdens alarmsituaties. Ook worden een aantal analyses en berekeningen geevalueerd die hebben geleid tot een beter begrip van de resultaten. Het is gebleken dat de grootste onzekerheid in de preparaatkalibraties het gevolg is van een inhomogene verdeling van de activiteit over het preparaat. Bij de preparaatvorm 'teldoos 250 ml' is de homogeniteit nagenoeg perfect met als resultaat de best reproducerende metingen. De activiteit op het 'koolfilter' is niet homogeen verdeeld maar blijft gelokaliseerd op de plaats waar het is aangebracht. Vloeistofscintillatie metingen hebben voor het 'URENCO' en 'glasvezelfilter' aangetoond dat de activiteit zich na het drogen vooral op de rand van het filter bevindt. Bij het koolpatroon blijkt dat de injectiediepte (verschillend per experimentator) een grote rol speelt bij het bepalen van de detectorefficintie. Deze variatie in de hoogte van de activiteitspositie is ook van belang bij het 'HVS filterpakket'. De teldoos gevuld met melk- of grasas geeft bij grotere vulhoogten (30 en 40 mm) sterke afwijkingen in de meetuitkomsten. Dit is waarschijnlijk het gevolg van een minder goede homogeniteit. In de praktijk komen deze vulhoogten nauwelijks voor, zodat hiervoor voortaan niet meer gekalibreerd zal worden. Voor iedere preparaatvorm is een foutenanalyse uitgevoerd. Het blijkt dat de meeste fouten groter zijn dan 10%. Het criterium dat momenteel wordt gehanteerd voor acceptatie van een kalibratie is een verschil van minder dan 10% met de kalibratie van het voorgaande jaar. Wellicht moet dit criterium worden vervangen door een preparaat specifiek criterium. Berekeningen die gemaakt zijn om de telefficientie van ingewikkelde preparaten te modelleren komen overeen met hetgeen is waargenomen in de experimenten. Ze kunnen goed gebruikt worden om de gemaakte aannamen over de activiteitsverdelingen te onderbouwen.This report describes the calibrations in 1994 of the gamma-spectroscopy set-ups in use at the Laboratory of Radiation Research (LSO). The set-ups are calibrated for different matrices which are measured routinely in the monitoring program and matrices which are measured during major nuclear accidents. The calibration results are analysed and calculations are performed that have led to an improved understanding of the results.HIMH/TSSP HIMH/C

    Intercomparison campaign of Contracted Partner Institutes 1997

    No full text
    Regelmatig worden oefeningen gehouden om het Nationaal Plan Kernongevallenbestrijding, of onderdelen daarvan, te testen. Oefeningen met de waakvlaminstituten (WVI) maken daar deel van uit. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een ringonderzoek onder de WVIs gehouden in 1997. Een homogeen en een inhomogeen met 131I beladen koolpatroon en een watermonster voorzien van de nucliden 134Cs en 137Cs moesten gammaspectrometrisch worden geanalyseerd. Analyse van de monsters en rapportage van de meetresultaten moesten worden uitgevoerd binnen de tijd die is vastgesteld in het standaardmeetprotocol voor de WVI's in ongevalsomstandigheden. In dit ringonderzoek betekende dat voor koolpatronen en watermonster respectievelijk 2 en 24 uur. Rapportage is in de meeste gevallen binnen de gestelde tijd gebeurd. Voor het inhomogeen beladen koolpatroon liggen de resultaten binnen 25% van de geaccepteerde referentiewaarde (GRW). Voor het homogene koolpatroon is dit 40%. Echter, in de praktijk zal een koolpatroon beladen zijn volgens een exponentieel profiel en kan worden verwacht dat de resultaten binnen 20% liggen van de ware waarde. De resultaten voor het watermonster liggen binnen 5% van de GRW. Hoewel de resultaten voor 134Cs meestal zijn gecorrigeerd voor coincidentie, bedraagt de systematische afwijking circa 4% voor dit nuclide. De resultaten van het ringonderzoek zijn voldoende tot goed in het licht van de doelstelling van de metingen tijdens ongevalsituaties.The Dutch National Plan for Nuclear Emergency Planning and Response (EPR) is trained frequently. Intercomparison campaigns and exercises are part of this training for the Contracted Partner Institutes (CPI). The results of an intercomparison campaign in 1997 for the CPI are reported. Two carbon cartridges, one contaminated homogeneously and one inhomogeneously with 131I, and a water sample contaminated with 134Cs and 137Cs were analysed gammaspectroscopically. The results had to be faxed to RIVM within the time limits prescribed in the emergency protocols for CPI, i.e. 2 hours for the cartridges and 24 hours for the water sample. Most CPI reported in time. The results for the inhomogeneously contaminated cartridge are within 25% from the accepted reference value (ARV). For the homogeneously contaminated cartridge the results are within 40% from the ARV. In reality the contamination of the cartridge will have an exponential profile, with most of the activity in the first few millimeters. In this situation results can be expected to be within 20% from the true value. The results for the water sample are within 5% from the ARV. Although most CPI have applied corrections for coincidence summing for 134Cs there is still a systematic error of 4% for this nuclide. In regard of the requirements for measurements during emergency situations, the results of this intercomparison campaign are satisfactory.DGM/C

    Ringonderzoek waakvlaminstituten 1997

    No full text
    Regelmatig worden oefeningen gehouden om het Nationaal Plan Kernongevallenbestrijding, of onderdelen daarvan, te testen. Oefeningen met de waakvlaminstituten (WVI) maken daar deel van uit. In dit rapport worden de resultaten beschreven van een ringonderzoek onder de WVIs gehouden in 1997. Een homogeen en een inhomogeen met 131I beladen koolpatroon en een watermonster voorzien van de nucliden 134Cs en 137Cs moesten gammaspectrometrisch worden geanalyseerd. Analyse van de monsters en rapportage van de meetresultaten moesten worden uitgevoerd binnen de tijd die is vastgesteld in het standaardmeetprotocol voor de WVI's in ongevalsomstandigheden. In dit ringonderzoek betekende dat voor koolpatronen en watermonster respectievelijk 2 en 24 uur. Rapportage is in de meeste gevallen binnen de gestelde tijd gebeurd. Voor het inhomogeen beladen koolpatroon liggen de resultaten binnen 25% van de geaccepteerde referentiewaarde (GRW). Voor het homogene koolpatroon is dit 40%. Echter, in de praktijk zal een koolpatroon beladen zijn volgens een exponentieel profiel en kan worden verwacht dat de resultaten binnen 20% liggen van de ware waarde. De resultaten voor het watermonster liggen binnen 5% van de GRW. Hoewel de resultaten voor 134Cs meestal zijn gecorrigeerd voor coincidentie, bedraagt de systematische afwijking circa 4% voor dit nuclide. De resultaten van het ringonderzoek zijn voldoende tot goed in het licht van de doelstelling van de metingen tijdens ongevalsituaties.<br

    Monitoring of radiation in atmosphere, water and a food chain. Results in the Netherlands in 1991

    No full text
    This 1991 annual report presents the results of radioactivity measurements in biosphere samples taken in the Netherlands. The National Measurement Programme (NMP), considered essential for an adequate assessment of radioactivity in the biospere, includes the monitoring of air, deposition and surface water. Milk and grass samples from the surroundings of nuclear reactors are also analysed, just as an overall country milk sample from four milk factories in the Netherlands. Furthermore, this report describes the operationality and analytical data of the National Radioactivity Monitoring Network (LMR) in 1991.<br

    [Monitoring van radioactiviteit in het milieu (luchtstof, oppervlaktewater en een voedselketen). Resultaten in Nederland in 1991.]

    No full text
    This 1991 annual report presents the results of radioactivity measurements in biosphere samples taken in the Netherlands. The National Measurement Programme (NMP), considered essential for an adequate assessment of radioactivity in the biospere, includes the monitoring of air, deposition and surface water. Milk and grass samples from the surroundings of nuclear reactors are also analysed, just as an overall country milk sample from four milk factories in the Netherlands. Furthermore, this report describes the operationality and analytical data of the National Radioactivity Monitoring Network (LMR) in 1991.HIMH/TSSPVH
    corecore