38 research outputs found

    The pandemic: experiences of people with mental health problems:A qualitative study on experiences of visitors of Stichting (On)Gestoord during the corona pandemic

    Get PDF
    Al twee jaar kan niemand meer om ‘de coronapandemie’ heen. Wat begon als een ziekte die alleen fysieke klachten gaf is uitgegroeid tot een ziekte die ook mentale klachten geeft bij een gedeelte van de bevolking. Belangrijke redenen voor de mentale klachten zijn eenzaamheid en het (bijna) niet kunnen ondernemen van sociale activiteiten buitenshuis. Opvallend is dat huidige bevindingen uit recent onderzoek over de impact van de pandemie vooral gebaseerd zijn op verhalen van mensen zonder achtergrond in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Eenzaamheid onder mensen met een achtergrond in de ggz is echter vaak hoger en hun sociale netwerk kleiner; de coronapandemie kan een hele andere invloed op deze groep hebben gehad. De impact die de pandemie heeft op mensen die al een ggz-achtergrond hebben is interessant om te onderzoeken.Stichting (On)Gestoord in Groningen biedt een plek aan mensen met een achtergrond in de ggz in de breedste zin van het woord. De bezoekers hebben te maken (gehad) met een vorm van ggz, maar hoeven niet te zijn gediagnosticeerd. Deze mensen hebben zelf behoefte aan ontmoetingen met anderen waarin ze de ruimte krijgen om zichzelf te kunnen zijn. Vanuit Stichting (On)Gestoord kwam de vraag over wat de ervaringen zijn van de bezoekers van de stichting gedurende het eerste anderhalf jaar van de coronapandemie. De vraagstelling binnen dit onderzoek luidt: “Hoe hebben bezoekers van Stichting (On)Gestoord de coronapandemie met betrekking tot hun (mentale) welbevinden ervaren?”Op basis van de Sociale Productie Functie theorie (Lindenberg, 1996) en de theorie van Zelf-Management-van-Welbevinden (Steverink, 2014) is een topiclijst ontworpen. Op basis van de topiclijst is een semigestructureerd interview opgezet en is er een enquĂȘte met open vragen opgesteld. Er hebben elf participanten deelgenomen aan dit onderzoek. Bij vijf participanten is een semigestructureerd interview afgenomen, en zes participanten hebben eenenquĂȘte ingevuld. Deze mensen participeerden in de maanden juni tot en met oktober 2021. De interviews hebben op verschillende manieren plaatsgevonden, via een digitale verbinding zoals Google Meet of Skype en face-to-face op een ontmoetingsmiddag bij Stichting (On)Gestoord. De enquĂȘtes zijn ingevuld via het systeem van de website Onderzoek DoenUit de resultaten blijkt dat er geen eenduidig antwoord op de onderzoeksvraag te geven is. Iedere participant heeft unieke ervaringen gehad en beleefde de coronapandemie op een andere manier. De pandemie is door een deel van de participanten ervaren als een lastige tijd. Anderen ervaarden geen of weinig invloed. Een enkeling gaf aan dat de coronapandemie een positieve invloed heeft gehad

    Residual cancer burden after neoadjuvant chemotherapy and long-term survival outcomes in breast cancer: a multicentre pooled analysis of 5161 patients

    Get PDF

    A survey of results on mobile phone datasets analysis

    Get PDF

    Residual cancer burden after neoadjuvant chemotherapy and long-term survival outcomes in breast cancer : a multicentre pooled analysis of 5161 patients

    Get PDF
    Background Previous studies have independently validated the prognostic relevance of residual cancer burden (RCB) after neoadjuvant chemotherapy. We used results from several independent cohorts in a pooled patient-level analysis to evaluate the relationship of RCB with long-term prognosis across different phenotypic subtypes of breast cancer, to assess generalisability in a broad range of practice settings. Methods In this pooled analysis, 12 institutes and trials in Europe and the USA were identified by personal communications with site investigators. We obtained participant-level RCB results, and data on clinical and pathological stage, tumour subtype and grade, and treatment and follow-up in November, 2019, from patients (aged ≄18 years) with primary stage I–III breast cancer treated with neoadjuvant chemotherapy followed by surgery. We assessed the association between the continuous RCB score and the primary study outcome, event-free survival, using mixed-effects Cox models with the incorporation of random RCB and cohort effects to account for between-study heterogeneity, and stratification to account for differences in baseline hazard across cancer subtypes defined by hormone receptor status and HER2 status. The association was further evaluated within each breast cancer subtype in multivariable analyses incorporating random RCB and cohort effects and adjustments for age and pretreatment clinical T category, nodal status, and tumour grade. Kaplan-Meier estimates of event-free survival at 3, 5, and 10 years were computed for each RCB class within each subtype. Findings We analysed participant-level data from 5161 patients treated with neoadjuvant chemotherapy between Sept 12, 1994, and Feb 11, 2019. Median age was 49 years (IQR 20–80). 1164 event-free survival events occurred during follow-up (median follow-up 56 months [IQR 0–186]). RCB score was prognostic within each breast cancer subtype, with higher RCB score significantly associated with worse event-free survival. The univariable hazard ratio (HR) associated with one unit increase in RCB ranged from 1·55 (95% CI 1·41–1·71) for hormone receptor-positive, HER2-negative patients to 2·16 (1·79–2·61) for the hormone receptor-negative, HER2-positive group (with or without HER2-targeted therapy; p<0·0001 for all subtypes). RCB score remained prognostic for event-free survival in multivariable models adjusted for age, grade, T category, and nodal status at baseline: the adjusted HR ranged from 1·52 (1·36–1·69) in the hormone receptor-positive, HER2-negative group to 2·09 (1·73–2·53) in the hormone receptor-negative, HER2-positive group (p<0·0001 for all subtypes). Interpretation RCB score and class were independently prognostic in all subtypes of breast cancer, and generalisable to multiple practice settings. Although variability in hormone receptor subtype definitions and treatment across patients are likely to affect prognostic performance, the association we observed between RCB and a patient's residual risk suggests that prospective evaluation of RCB could be considered to become part of standard pathology reporting after neoadjuvant therapy

    Het Emailgeheim op de werkplek : over de toelaatbaarheid van inbreuken op het communicatiegeheim van de werknemer in het digitale tijdperk

    No full text
    De verhouding tussen werknemer en werkgever bij Internetgebruik is een hot issue. Mag de 'baas' zomaar meelezen? Weten "ze" precies waar ik heen gesurft ben? Er bestaat nogal wat onduidelijkheid over de toelaatbaarheid van controle van email- en internetverkeer door de werkgever.In dit artikel wordt onderzocht of en onder welke voorwaarden de werkgever de bevoegdheid heeft kennis te nemen van de inhoud van de door zijn werknemers verzonden email. In het artikel worden concrete aanbevelingen gedaan te komen tot een privacypiramide
    corecore