39 research outputs found

    Good soil: a good start

    Get PDF
    Soil plays a central role in plant production and the environment. Organic growers depend on the soil’s natural richness and resistance to disease. In order to foster these essential qualities, farmers and researchers are looking at ways to stimulate soil life, optimise soil structure and close nutrient cycle

    Kringlopen sluiten

    Get PDF
    De biologische landbouw is gestoeld op levende ecologische systemen en kringlopen, aldus de IFOAM standards. Nederland kent juist veel gespecialiseerde landbouw waarbij het ene bedrijf mest over heeft en het andere mest nodig. Uitwisselen ligt voor de hand, maar zo eenvoudig is dat niet. De themawerkgroep bodemvruchtbaarheid van Bioconnect verbindt de sectoren met elkaar en zoekt naar oplossingen die de biologische sector onafhankelijker maak

    Dutch (organic) agriculture, carbon sequestration and energy production

    Get PDF
    Carbon sequestration in soils is often mentioned in the discussions about climate changes. In this paper the opportunities for carbon sequestration in Dutch agriculture are discussed at farm and national level. Farm internal carbon sources are already completely used in livestock farming. The effect under arable conditions is limited in time and very limited compared to national CO2 emission. External sources are scarce. Energy production out of crop residues and manure via biogas installations is possible but the overall impact is again very limited. The effect of this biogas pathway on soil organic matter quantity and quality is not yet known. Organic arable farmers do already have a higher soil organic matter content than conventional farmers, partly due to external carbon sources. This puts them in a leading position. The disadvantage is that it is more difficult for them to do a next step in increasing soil organic matte

    Kansen voor pluimveemest

    Get PDF
    Pluimveemest is een hoogwaardige meststof met veel stikstof, fosfaat en kali. De hoge fosfaatwaarden maken de afzet echter moeilijk. Het project ‘Kippenmest & Kringloop’ was vooral bedoeld om te onderzoeken hoe de stikstof-fosfaat verhouding kan worden aangepast, zodat deze mest beter bruikbaar is voor de teelt van gewassen. In dit BioKennisbericht vindt u informatie over de verschillende mogelijkheden

    Efficiënte keten: Preventie van reststromen: Rapportage 2017/2018

    Get PDF
    Deze rapportage heeft betrekking op de eerste twee onderzoeksjaren van het publiek-private samenwerking (PPS) project ‘EfficiĂ«nte keten, preventie reststromen’ (2017/2018). De ambitie van dit PPS-project is om derving (verspilling) in de biologische agrifood-keten te voorkomen, en daar waar reststromen ontstaan de kansen voor het vermarkten van deze reststromen te vergroten. Binnen dit PPS-project is sprake van twee onderzoekslijnen. Onderzoekslijn A richt zich op de preventie van derving in biologische winkels, en van de derving bij de primaire producenten. Onderzoekslijn B richt zich op het vermarkten van reststromen uit de biologische aardappelen, groenten en fruit (agf) keten, in eerste instantie van producten die afwijkend zijn qua vorm en grootte en om die reden worden afgekeurd voor verkoop via de gebruikelijke afzetkanalen. Bedrijfspartners binnen de PPS ‘EfficiĂ«nte keten, preventie reststromen’ zijn Udea/Ekoplaza, Eosta, Odin/Estafette en Green Organics. De kennispartners zijn Wageningen Food & Biobased Research en het Louis Bolk Instituut. Het doel van het PPS project is: te komen tot handvatten voor het tegengaan van derving bij primaire producenten en het voorkomen van derving in de winkels het ontwikkelen van een vermarktingsstrategie voor afwijkende agf-producten en daarmee het verminderen van reststromen uit de agf-keten, en het onderzoeken van andere mogelijkheden van het verwaarden van deze reststromen. Voor de winkelsituatie is met een simulatiemodel geprobeerd om de gemeten derving van drie geselecteerde producten in een voorbeeldwinkel te reconstrueren. Dit leidt tot productspecifieke aanbevelingen met betrekking tot onder meer het verlengen van de houdbaarheid, de presentatievoorraad en het afremmen van het selectiegedrag van de consument. Het uitvalpercentage van ca. 15-25% in de biologische primaire productie (toeleveranciers) blijkt als volgt onderverdeeld: 10-15% uitval van planten 5-10% niet-geoogst product 2% schade/verlies tijdens verpakken e.d. Belangrijke thema’s bij het terugdringen van derving bij toeleveranciers zijn verbinding in de keten, het vertellen van het verhaal naar de klant, handelsnormen en praktische verbeteringen. In het derde jaar van het project zullen voor de winkelsituatie pilots worden opgestart met betrekking tot houdbaarheidsverlenging en het inschatten van het effect van promotieacties. Ook is er een pilot voorzien tussen Eosta en Udea / Ekoplaza (‘Elastische Keten’) ten behoeve van structurele vermindering van productuitval bij Eosta

    Minder en anders Bemesten: Voordelen van maaimeststoffen voor teelt van najaarsspinazie - Resultaten veldproef Joost van Strien, in Ens, 2009

    Get PDF
    In 2009 heeft het Louis Bolk Instituut onderzoek verricht naar het gebruik van versgemaaide en ingekuilde maaimeststoffen voor de bemesting van najaarspinazie op het bedrijf van Joost van Strien in Ens in de Noord Oost Polder. Maaimeststoffen zijn een innovatief teeltsysteem (het zgn. “cut-and-carry” systeem) waarbij gemaaide grasklaver of luzerne, gewassen die als bodemverbeteraar een essentiĂ«le rol in de gewasrotatie vormen, direct op eigen bedrijf worden ingezet als hulpmest stof i.pv. deze te verkopen als veevoer. Wij concluderen dat door gebruik van het systeem dat op het bedrijf van Joost van Strien is ontwikkeld, doelgericht gebruik kan worden gemaakt van meerjarige vlinderbloemige gewassen. Hierdoor worden zowel het bodemleven en bodemkwaliteit bevorderd terwijl de afhankelijkheid van biologische akkerbouw van externe dierlijke meststoffen sterk wordt verminderd door het sluiten van interne nutriĂ«ntenkringlopen. Door het gebruik van meerjarige en diepwortelende vlinderbloemige gewassen zoals luzerne of gras klaver kan er stikstof uit de atmosfeer op een klimaatneutrale manier worden gebonden terwijl nutriĂ«nten uit diepere bodem ook opnieuw beschikbaar komen voor hoogrenderende gewassen

    Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaat tuinbouw op zand; Van Lierop 2008-2010

    Get PDF
    In het kader van een heroriëntatie op bemesting in de biologische tuinbouw op zandgrond is een veldproef aangelegd op het bedrijf van Jan van Lierop in Mierlo, Noord-Brabant. Gezien de nieuwe regels op het gebied van de mestwetgeving werd gezocht naar manieren om de mineralenaanvoer te verlagen zonder de opbrengst te verlagen. In 2008, 2009 en 2010 is volgens vijf verschillende varianten bemest. In alle drie de jaren was er een reactie van het gewas wat betreft opbrengst (venkel in 2008, prei in 2010) of productkwaliteit (andijvie in 2009) op de voor het gewas beschikbaar gekomen hoeveelheid stikstof. In drie jaar lijkt er een positief effect zichtbaar van de compost op structuur en beworteling. Geen van de onderzochte varianten kan rechtstreeks gebruikt worden als alternatieve strategie voor het huidige bemestingsregime. Ze zijn té eenzijdig gericht zijn op gewas (vinasse, luzerne) óf zetten te zwaar in op bodemverzorging (Compost + vinasse). De mineralenbalansen vertonen in alle gevallen tekorten of zware overschotten (compost + vinasse). Een combinatie van beide strategieën ligt voor de hand

    Minder en Anders Bemesten; resultaten van een vierjarig project over innovatieve bemesting.

    Get PDF
    In this report a summary is given from several experiments during three years at four farms. This summary focuses on yield; mineral balances and product quality are sometimes described. The overall soil quality descriptions can only be found in the complete reports which can be found in the reference list. This project aimed at reduced manure applications in an adapted fertilization strategy in several farm types, realizing: ‱ Equal or higher yields ‱ Improvement of product quality ‱ Maintenance or improvement of sustainable soil fertility. The results of the experiments at four farms are: ‱ At Joost van Strien’s farm it has been shown clear that the use of cut-and-carry fertilizers is a good option. The fertilizing value is as good as or better than manure, and the mineral content (N. P. K) is more in accordance with crop uptake than in case of manure. Next step to assess is the consequence at farm level when striving towards 100% own nitrogen supply by means of cut-and-carry fertilizers. ‱ At Jan en Hans Rozendaal’s farm the need for manure in the courgette crop is reduced by introducing grassclover as pre-crop. The nitrogen release out of this pre-crop is a bit delayed, so in the beginning of the season some additional fast-acting nitrogen fertilizer is still needed. This system, with the crop on small beds, has shown to work for courgettes but not for cabbage. ‱ At Jan van Lierop’s farm the two components of nitrogen dynamics have been explored: long term nitrogen release by means of soil organic matter, short term by means of specific fertilizer applications. A good mix of these two components is needed, but this is possibly not enough to cope the nutrient balance challenges. More changes might be needed such as choice of manure, introduction of catch crops and a less intensive production system. ‱ At Gerard Lanting’s farm the experiments have shown that in case of a sufficient basic soil fertility the additionally requested manure is lower than what is recommended normally. In a scenario study with changes in crops and manure strategy it is shown that a reduced manure input can be realized without yield reduction At the end of this report a list of conclusions is given, showing that there is a wide range of means needed and possible to create a substantial increase in nutrient use efficiency

    Minder en anders bemesten : resultaten van een vierjarig project over innovatieve bemesting

    Get PDF
    In dit rapport worden samenvattingen gegeven van diverse onderzoeken gedurende drie jaar op vier verschillende bedrijven. Daarbij komt vooral de opbrengst aan de orde en in mindere mate mineralenbalansen en productkwaliteit. Het project richtte zich op minder en anders bemesten in diverse bedrijfstypen met gelijke of hogere opbrengsten, verbetering van de productkwaliteit en handhaven of verbeteren van de duurzame bodemvruchtbaarheid. Het rapport eindigt met een lijst met conclusies die laat zien dat er vele middelen mogelijk en nodig zijn om een flinke slag te kunnen maken in de efficiëntie waarmee (aangevoerde) nutriënten benut kunnen worden

    Minder en anders bemesten : onderzoeksresultaten tuinbouw op klei. Rozendaal, courgette 2009

    Get PDF
    In het kader van het project Minder en Anders Bemesten is op het bedrijf van Jan en Hans van Lierop een vervolgonderzoek uitgevoerd. In een veldexperiment in herhalingen is getracht de productie van courgette gelijkmatiger in het seizoen te verdelen door op twee peilers te steunen: een bescheiden bemesting om de productie in het begin van het seizoen te verhogen, en grasklaver als voorvrucht om de productie verderop in het seizoen te verhogen. De resultaten tonen dat deze aanpak werkt: met een relatief kleine bemesting is er geen sprake van een verlaagde opbrengst in de eerste helft van de productieperiode. Verder is de bodemstructuur verbeterd door de grasklaver en is de mestgift lager dan anders het geval zou zijn geweest
    corecore