4 research outputs found

    Plangebied Marathonweg-Noord in Vlaardingen

    No full text
    Op basis van het bureauonderzoek gold voor het plangebied voorafgaand aan het veldonderzoek een hoge tot zeer hoge archeologische verwachting voor archeologische vindplaatsen uit het Neolithicum en de periode IJzertijd tot en met de Romeinse tijd. Voor archeologische resten uit de periode vanaf de Late Middeleeuwen gold een lage verwachting. Tijdens het booronderzoek is in het plangebied de bodemopbouw aangetroffen die van boven naar beneden bestaat uit: verstoorde bovengrond, dekafzettingen (DIII / DI), kreekgeulafzettingen (Laagpakket van Walcheren; DI), veen, kreekgeul- en wadafzettingen (Laagpakket van Wormer). Landschappelijk gezien kan op basis van de resultaten van het veldonderzoek worden gesteld dat in de nabijheid van het aangetroffen kreekgeulsysteem en ter hoogte van de boringen met veraard veen, de archeologische verwachting hoog is voor het aantreffen van archeologische resten uit met de periode IJzertijd tot en met de Romeinse tijd. Daarnaast zijn tussen de geulen en in het noordwestelijk deel van het plangebied relatief hoog gelegen oudere mariene afzettingen aangetroffen die een hoge verwachting kennen voor archeologische resten uit het Neolithicum/Vroege Bronstijd. Ook de locaties tussen de diepe kreekgeulen in het zuidelijk deelgebied, op humeuze kleilagen in het veen, hebben een (middel)hoge archeologische verwachting voor deze periode

    Plangebied IJsselbos-west te IJsselstein

    No full text
    In het geactualiseerde bureauonderzoek is door Sprangers (2014) geconcludeerd dat bij de realisatie van de plannen vermoedelijk archeologische resten zullen worden verstoord. Conform het archeologiebeleid van de gemeente IJsselstein diende voorafgaand aan de werkzaamheden dan ook een geo-archeologisch booronderzoek plaats te vinden. De resultaten van het veldonderzoek zijn verwerkt in dit rapport. Geomorfologisch gezien zijn tijdens het bureauonderzoek drie eenheden onderscheiden: het komgebied, een crevasse van de Jutphaasstroomgordel en een dijkdoorbraak van de Hollandse IJssel. Ook bevindt zich in het plangebied een ontginningsas daterend uit de Late Middeleeuwen. Het verkennend booronderzoek heeft plaatsgevonden in het hele plangebied (komgebied). De karterende fase is uitgevoerd ter plaatse van de crevasse en de ontginningsas. De resultaten van het verkennend en deels karterend veldonderzoek bevestigen het landschappelijke beeld dat op basis van het bureauonderzoek werd verwacht. In ruimtelijke zin is een goede indruk ontstaan van de onderscheiden landschappelijke eenheden (zie figuur 9). Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen geen archeologische resten worden verstoord, mits ter plaatse van de crevasse geen graafwerkzaamheden zullen plaatsvinden

    Plangebied 150 kV-kabel Oterleek - Westwoud

    No full text
    Tijdens het booronderzoek is de mate van verstoring en landschappelijke situatie in het onderzoeksgebied getoetst (daar waar graafwerkzaamheden zullen plaatsvinden). Landschappelijk gezien is het gebied dynamisch te noemen; een snelle afwisseling van klei, zand en veen op zeer korte afstand maakt het gebied complex. Op grond van het booronderzoek blijken in het onderzoeksgebied drie paleolandschappen voor te komen. Allereerst bevindt zich op enkele locaties vanaf 2,5 tot 3,0 m -NAP een kleiig waddenmilieu dat wordt afgedekt door een dunne veenlaag. Een tweede landschap is een vertakt kreeksysteem met kommen dat zich direct onder maaiveld bevindt in de lagere delen van het onderzoeksgebied (1,0 tot 2,0 m -NAP).Ten slotte is een grote kreek aanwezig die als een inversierug zichtbaar is aan het maaiveld (0,5 tot 1,0 m -NAP). Aan de hand van bodemkundige eigenschappen zijn potentieel archeologische zones benoemd waarbinnen archeologische resten uit de periode Neolithicum t/m Bronstijd aanwezig kunnen zijn. Binnen deze zones blijft de (middel)hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit deze periode van kracht. De vermoedelijke restgeul in de kreekinversierug is tijdens het booronderzoek niet als zodanig naar voren gekomen; ter plaatse bestaat het bodemprofiel enkel uit zand zonder een duidelijke stratigrafie die duidt op de aanwezigheid van een restgeul. Tenslotte kan de archeologische verwachting voor historische bebouwing uit de Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd in het onderzoeksgebied worden bijgesteld naar laag. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van voormalige huisplaatsen gevonden

    Middeleeuwse bewoning langs de Biezeneweg. Hagestein, gemeente Vianen; archeologisch onderzoek: een opgraving en een archeologische begeleiding

    No full text
    RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in het najaar en de winter van 2009 een archeologische opgraving uitgevoerd in verband met de realisatie van industriegebied Gaasperwaard in de gemeente Vianen. De waarderende fase van het inventariserend veldonderzoek. De werkzaamheden zijn erop gericht de precieze omvang, ligging en kwaliteit vast te stellen van de archeologische resten, die tijdens een eerder onderzoek zijn aangetroffen. Hiertoe worden ter plaatse van deze resten 3 sleuven gegraven, op basis van de resultaten van dit onderzoek zal het uiteindelijk op te graven areaal bepaald worden. De vindplaats bevindt zich op de oeverafzettingen van de Hagestein stroomgordel. Ten tijde van het begin van de bewoning was de rivier reeds verland. Vanwege de relatief hoge (en droge) ligging ten opzichte van het zuidelijker gelegen klei op veengebied was het vermoedelijk een aantrekkelijke plek om te wonen. Het botanisch- en pollenonderzoek onderstreept dit en laat zien dat de vindplaats zich bevond zich in een open landschap, zonder bos. De omgeving van de vindplaats heeft voornamelijk bestaan uit bouwgrond en/of grasland. Wel moeten er wilgen hebben gestaan en was er sprake van één of meerdere fruitbomen en mogelijk walnootbomen, wellicht in de vorm van een boomgaard. De oudste bewoningssporen binnen het onderzoeksgebied dateren uit de 13e-14e eeuw. In deze periode bevind zich in het oostelijke deel van het onderzochte gebied een woonerf. Het betreft een omgreppeld terrein waarbinnen zich een hooimijt, een bijgebouw en mogelijk nog twee spiekers bevinden. Sporen van de boerderij zijn niet aangetroffen. Vermoedelijk lag de boerderij ten zuiden van het bijgebouw, dichter bij de Biezenweg. Buiten het erf zijn verschillende structuren en sporen aangetroffen die met de agrarische functie van het gebied samengehangen. Er is hier waarschijnlijk sprake van een boerennederzetting die voornamelijk van landbouw leefde. De aanwezigheid van verschillende oudere paarden en een oud rund, die niet geslacht lijken te zijn, maar wel sporen van overbelasting vertonen, wijzen erop dat ze waarschijnlijk voor bewerking van het land werden gehouden. De bewoners van de vindplaats verbouwden broodtarwe en gerst op akkers in lichte, kalkrijke grond. Mogelijk werd er ook haver geteeld. Behalve graan verbouwden de bewoners vezelgewassen, zoals hennep en vlas. Er zijn groenten verbouwd, zoals biet, en mogelijk ook veldsla, zwarte mosterd, raapzaad en duivenboon. Er zijn sterke aanwijzingen voor de teelt van zoete kersen en mogelijk walnoten. De aanwezigheid van botresten van geit/schaap, varken en rund met snijsporen kan wijzen op het houden van enkele dieren voor eigen consumptie of de ruil van landbouwproducten voor enkele stuks vee. In de 15e eeuw heeft het onderzoeksgebied een rol gespeeld in de belegering van kasteel Hagestein in 1405. Dwars over het boerenerf zijn diverse militaire voorzieningen aangelegd, zoals een brede loopgraaf en een T-vormige greppel. In de loopgraaf zijn pijlpunten, kanonskogels en grote stukken natuursteen aangetroffen. Verder is slachtafval gevonden, vermoedelijk, van het nabij gelegen soldatenkamp. De resten van een compleet skelet van een paard met sporen van slijtage in deze greppel wijzen op gebruik van paarden in het transport van oorlogsmateriaal, bijvoorbeeld kanonnen. Er zijn sterke aanwijzingen dat direct ten zuiden van de brede loopgraaf, op het terrein met de L-vormige sloot, een blokhuis heeft gestaan
    corecore