14 research outputs found

    Geïnduceerde afbraak residuen op fruit : nieuwe technieken 2012

    Get PDF
    Supermarkten stellen steeds strengere eisen aan de aanwezigheid van residuen op groente en fruit. Telers kunnen hieraan voldoen door bijvoorbeeld producten voor directe afzet niet te behandelen met houdbaarheid verlengde middelen. Voor producten met een langere bewaarduur (hardfruit) is chemische bestrijding vaak nog het enige middel. Dit motiveert onderzoek naar een snelle en eenvoudige techniek die op het product aanwezige residuen zover afbreekt of verwijderd dat de restwaarde aan de eisen van de retailers voldoet. Een behandelingstap met het reducerend middel VAM-Residuce geeft reeds veelbelovende resultaten op het gebied van residuvermindering op appel en peer. Deze techniek vergt echter nog verdere optimalisatie om de supermarkten tegemoet te kunnen komen aan de door hen opgestelde strenge richtlijn. De activiteiten binnen dit onderzoek hebben zich dan ook voornamelijk gericht op het verbeteren van deze behandelingsstap door vooral gebruik te maken van additionele technieken. Het project genereert een proof-of-principle van residu afbrekende methoden, combineerbaar met een VAM-Residuce behandeling, met als doel het verlagen van aanwezige residuen op agroproducten in open ketens (model: pesticiden tegen vruchtrot van Conference peren in de bewaring). In 2012 zijn voornamelijk de technieken “Ultrasoon” en “Geëlektrolyseerd water” getest op hun residu reducerend vermogen. Het geëlektrolyseerd water vertoonde een residureductie van 73% ten opzichte van onbehandelde appels bij een behandelingsduur van 1 uur. De test met ultrasoon gaf geen éénduidige residuvermindering aan op Elstar appelen maar zal verder gevalideerd worden in het geschakelde OP-Zuid EFRO 2012-2013 project

    Ontwikkeling prototype residuverwijdering met VAM-Residuce : eindrapportage 1 Januari 2010- 15 Mei 2011

    Get PDF
    Voor het succesvol implementeren van een residuverwijderingsprototype in de huidige sorteerlijnen is het belangrijk dat tijdens het sorteerproces niet te veel schuim ontstaat in het sorteerwater en dat de concentratie van het gebruikte reducerend middel (VAM-Residuce) in het sorteerproces op peil gehouden kan worden. Een tweetal titratiemethodes en een schuim-onderdrukkende techniek zijn ontwikkeld om respectievelijk de concentratie VAM-Residuce te controleren en overmatige schuimvorming tijdens het sorteerproces tegen te gaan

    An auxin-responsive 1-aminocyclopropane-1-carboxylate synthase is responsible for differential ethylene production in gravistimulated Antirrhinum majus L. flower stems

    Get PDF
    The regulation of gravistimulation-induced ethylene production and its role in gravitropic bending was studied in Antirrhinum majus L. cut flower stems. Gravistimulation increased ethylene production in both lower and upper halves of the stems with much higher levels observed in the lower half. Expression patterns of three different 1-aminocyclopropane-1-carboxylate (ACC) synthase (ACS) genes, an ACC oxidase (ACO) and an ethylene receptor (ETR/ERS homolog) gene were studied in the bending zone of gravistimulated stems and in excised stem sections following treatment with different chemicals. One of the ACS genes (Am-ACS3) was abundantly expressed in the bending zone cortex at the lower side of the stems within 2 h of gravistimulation. Am-ACS3 was not expressed in vertical stems or in other parts of (gravistimulated) stems, leaves or flowers. Am-ACS3 was strongly induced by indole-3-acetic acid (IAA) but not responsive to ethylene. The Am-ACS3 expression pattern strongly suggests that Am-ACS3 is responsible for the observed differential ethylene production in gravistimulated stems; its responsiveness to IAA suggests that Am-ACS3 expression reflects changes in auxin signalling. Am-ACS1 also showed increased expression in gravistimulated and IAA-treated stems although to a much lesser extent than Am-ACS3. In contrast to Am-ACS3, Am-ACS1 was also expressed in non-bending regions of vertical and gravistimulated stems and in leaves, and Am-ACS1 expression was not confined to the lower side cortex but evenly distributed over the diameter of the stem. Am-ACO and Am-ETR/ERS expression was increased in both the lower and upper halves of gravistimulated stems. Expression of both Am-ACO and Am-ETR/ERS was responsive to ethylene, suggesting regulation by IAA-dependent differential ethylene production. Am-ACO expression and in vivo ACO activity, in addition, were induced by IAA, independent of the IAA-induced ethylene. IAA-induced growth of vertical stem sections and bending of gravistimulated flowering stems were little affected by ethylene or 1-methylcyclopropene treatments, indicating that the differential ethylene production plays no pivotal role in the kinetics of gravitropic bending

    Geïnduceerde afbraak residuen op fruit : nieuwe technieken 2011 : eindrapportage

    No full text
    Een behandelingstap met het reducerend middel VAM-Residuce geeft reeds veelbelovende resultaten op het gebied van residuvermindering op appel en peer maar deze techniek vergt verdere optimalisatie om de supermarkten tegemoet te kunnen komen. De activiteiten binnen dit onderzoek hebben zich gericht op het verbeteren van deze behandelingstap met additionele technieken. In 2011 zijn voornamelijk de technieken “Koude Plasma” en “Geëlektrolyseerd water” getest op hun residu reducerend vermogen. De koude plasma techniek blijkt niet geschikt te zijn om het niveau van gewasbeschermingsmiddelen effectief op hardfruit te verlagen. De test met geëlektrolyseerd water gaf geen éénduidige residuvermindering aan op Elstar appelen. Literatuur geeft aan dat deze techniek residu reducerend vermogen bezit

    Geïnduceerde afbraak residuen op fruit : nieuwe technieken 2012

    No full text
    Supermarkten stellen steeds strengere eisen aan de aanwezigheid van residuen op groente en fruit. Telers kunnen hieraan voldoen door bijvoorbeeld producten voor directe afzet niet te behandelen met houdbaarheid verlengde middelen. Voor producten met een langere bewaarduur (hardfruit) is chemische bestrijding vaak nog het enige middel. Dit motiveert onderzoek naar een snelle en eenvoudige techniek die op het product aanwezige residuen zover afbreekt of verwijderd dat de restwaarde aan de eisen van de retailers voldoet. Een behandelingstap met het reducerend middel VAM-Residuce geeft reeds veelbelovende resultaten op het gebied van residuvermindering op appel en peer. Deze techniek vergt echter nog verdere optimalisatie om de supermarkten tegemoet te kunnen komen aan de door hen opgestelde strenge richtlijn. De activiteiten binnen dit onderzoek hebben zich dan ook voornamelijk gericht op het verbeteren van deze behandelingsstap door vooral gebruik te maken van additionele technieken. Het project genereert een proof-of-principle van residu afbrekende methoden, combineerbaar met een VAM-Residuce behandeling, met als doel het verlagen van aanwezige residuen op agroproducten in open ketens (model: pesticiden tegen vruchtrot van Conference peren in de bewaring). In 2012 zijn voornamelijk de technieken “Ultrasoon” en “Geëlektrolyseerd water” getest op hun residu reducerend vermogen. Het geëlektrolyseerd water vertoonde een residureductie van 73% ten opzichte van onbehandelde appels bij een behandelingsduur van 1 uur. De test met ultrasoon gaf geen éénduidige residuvermindering aan op Elstar appelen maar zal verder gevalideerd worden in het geschakelde OP-Zuid EFRO 2012-2013 project

    Ontwikkeling prototype residuverwijdering met VAM-Residuce : eindrapportage 1 Januari 2010- 15 Mei 2011

    No full text
    Voor het succesvol implementeren van een residuverwijderingsprototype in de huidige sorteerlijnen is het belangrijk dat tijdens het sorteerproces niet te veel schuim ontstaat in het sorteerwater en dat de concentratie van het gebruikte reducerend middel (VAM-Residuce) in het sorteerproces op peil gehouden kan worden. Een tweetal titratiemethodes en een schuim-onderdrukkende techniek zijn ontwikkeld om respectievelijk de concentratie VAM-Residuce te controleren en overmatige schuimvorming tijdens het sorteerproces tegen te gaan

    Reduction of Botrytis cinerea incidence in cut roses (Rosa hybrida L.) during long term transport in dry conditions

    No full text
    Long distance transport of flowers to markets at low temperature is still hampered by Botrytis damage. This study is focused on quality effects of long dry and wet transport at low temperatures and high relative humidity of three rose varieties with a special focus on Botrytis development. Results showed that the type of transport (dry or wet), transport time and cultivar influence the Botrytis damage level, thus affecting the number of flowers in poor condition at the start of vase life. Clear differences in Botrytis damage level were observed between wet and dry transport at low temperatures, long term transport and high relative humidity. Botrytis developed with time during dry or wet transport but was significantly less severe in dry transport conditions. The ‘Red Naomi!’ variety was the most sensitive cultivar to Botrytis development. These findings show that dry transport of roses has a significant positive effect on product quality with special focus on Botrytis development. Thus, handling plus transport costs can be substantially reduced

    Reduction of Botrytis cinerea incidence in cut roses (Rosa hybrida L.) during long term transport in dry conditions

    No full text
    Long distance transport of flowers to markets at low temperature is still hampered by Botrytis damage. This study is focused on quality effects of long dry and wet transport at low temperatures and high relative humidity of three rose varieties with a special focus on Botrytis development. Results showed that the type of transport (dry or wet), transport time and cultivar influence the Botrytis damage level, thus affecting the number of flowers in poor condition at the start of vase life. Clear differences in Botrytis damage level were observed between wet and dry transport at low temperatures, long term transport and high relative humidity. Botrytis developed with time during dry or wet transport but was significantly less severe in dry transport conditions. The ‘Red Naomi!’ variety was the most sensitive cultivar to Botrytis development. These findings show that dry transport of roses has a significant positive effect on product quality with special focus on Botrytis development. Thus, handling plus transport costs can be substantially reduced

    A novel functional screening assay to monitor sweet taste receptor activation in vitro

    No full text
    The human sweet taste receptor is a heterodimer comprised of the class C G protein-coupled receptor (GPCR) subunits TAS1R2 and TAS1R3. A wide collection of sweet tasting compounds and modulators of sweet taste interact with this receptor. Although TAS1R2/TAS1R3-mediated signaling is well-studied, the molecular basis for its desensitization remains unclear while such knowledge would signify a profound step forward in understanding the mechanism behind sweet taste perception and taste modulation. In this work, the possible involvement of β-arrestin in downstream signaling was investigated. A stable clonal Human Embryonic Kidney (HEK)-derived cell line containing the PathHunter™ GPCR technology was developed, in which β-arrestin-mediated endosomal receptor internalization can be monitored by ligand-induced enzyme complementation of β-galactosidase (β-gal). Stimulatory responses and antibody-specific receptor detection indicated that the TAS1R2/TAS1R3 receptor is endogenously expressed in this clonal cell line. Natural sugars (including fructose, glucose, sucrose, maltose, maltitol and mannitol) and artificial sweeteners (acesulfame-K and sucralose) stimulated enzyme complementation activity in a concentration dependent manner. Besides, we observed that the assay detected modification of sugar induced cell responses by sweetness enhancers. These results combined implicate that TAS1R2/TAS1R3 receptor desensitization by internalization is most likely mediated by β-arrestin-induced endocytosis. This assay approach, making use of naturally expressed TAS1R2/TAS1R3 receptors and required co-factors, further allows effective screening for and development of novel high potency non-caloric sweeteners, sweet taste modulators or optimal blends with enhanced sweet taste

    Main Phenolic Compounds of the Melanin Biosynthesis Pathway in Bruising-Tolerant and Bruising-Sensitive Button Mushroom (Agaricus bisporus) Strains

    No full text
    Browning is one of the most common postharvest changes in button mushrooms, which often results in economic losses. Phenolic compounds, which are associated with browning, were extracted from the nonbruised and bruised skin tissue of various button mushrooms with a sulfite-containing solution and analyzed with UHPLC-PDA-MS. In total, 34 phenolic compounds were detected. Only small differences in the total phenolic content between bruising-tolerant and -sensitive strains were observed. The contents of ¿-l-glutaminyl-4-hydroxybenzene (GHB) and ¿-l-glutaminyl-3,4-dihydroxybenzene (GDHB) correlated with bruising sensitivity; for example, R2 values of 0.85 and 0.98 were found for nonbruised brown strains, respectively. In nonbruised skin tissue of the strains with brown caps, the GHB and GDHB contents in sensitive strains were on average 20 and 15 times higher, respectively, than in tolerant strains. GHB and GDHB likely participate in the formation of brown GHB–melanin, which seemed to be the predominant pathway in bruising-related discoloration of button mushrooms
    corecore