3 research outputs found
Translating Agency Reform: Rhetoric and culture in comparative perspective
The experience of the last two decades would suggest that a
new international reform category has emerged, the agency. Although
not always consistent with local titles, the agency label
has been associated with public sector arrangements observed
in countries as diverse as England (O’Toole and Jordan, 1995),
Sweden (Fortin,1996; Gustafsson and Rhodes, 1989), Portugal,
Japan (Oliver 2000), The Netherlands (Ter Bogt, 1999; Van der
Knaap et al., 1997), Latvia (Pollitt et al., 2001; Pollitt, 2002),
New Zealand (Boston et al., 1996), Canada (Aucoin, 1996), and
Australia (Armstrong, 1998; Rowlands, 2002) - to name just a
few examples. With endorsement from international organizations
such as the OECD and World Bank, agencies have also
been enforced upon developing countries such as Ghana and
Tanzania as a condition for financial aid (Talbot and Caulfield,
2002; Minogue et al., 1999). Their spread has been the consequence
of seeming universal agreement that they are a good
thing. This has been reflected in OECD reports which have
recognized the “greater use of agencies or their equivalents
…(for) purposes that include better service, greater efficiency, a
focus on results, as well as clearer accountability relationships
between the institution and government” (OECD, 1997a:19).
Agencies have not only been deemed appropriate reform accessories
for all kinds of political administrative contexts, but they
have apparently also been able to bring about a range of benefits
in these different circumstances
Agentschappen: eenheid in verscheidenheid
In tegenstelling tot de definitieproblemen rond het begrip 'zelfstandig bestuursorgaan' (vgl. Van Thiel & Van Buuren, 2001) lijkt het begrip
'agentschap' redelijk duidelijk omlijnd (Smullen, Van Thiel & Pollitt, 2001). De criteria in de Comptabiliteitswet en de Instellingsprocedure Agentschappen omschrijven nauwkeurig onder welke omstandigheden een organisatie in aanmerking komt
om agentschap te worden en wat een agentschap wel of niet mag doen. Wie inzoomt op de agentschappen die feitelijk zijn opgericht, ziet echter al snel dat we hier te maken hebben met zeer uiteenlopende organisaties, zowel qua historische achtergrond en politiek belang, als wat betreft hun omvang in geld en personeel, hun werkgebied, maar vooral in het takenpakket waar ze mee belast zijn. Alhoewel agentschappen in theorie allemaal belast zijn met de uitvoering van beleid, leidt dat in de praktijk
tot behoorlijke verschillen
Agentschappen en de verzelfstandigingsparadox
Verzelfstandiging van overheidsorganisaties leidt tot een paradox. Enerzijds krijgen de organisaties meer zelfstandi