In tegenstelling tot de definitieproblemen rond het begrip 'zelfstandig bestuursorgaan' (vgl. Van Thiel & Van Buuren, 2001) lijkt het begrip
'agentschap' redelijk duidelijk omlijnd (Smullen, Van Thiel & Pollitt, 2001). De criteria in de Comptabiliteitswet en de Instellingsprocedure Agentschappen omschrijven nauwkeurig onder welke omstandigheden een organisatie in aanmerking komt
om agentschap te worden en wat een agentschap wel of niet mag doen. Wie inzoomt op de agentschappen die feitelijk zijn opgericht, ziet echter al snel dat we hier te maken hebben met zeer uiteenlopende organisaties, zowel qua historische achtergrond en politiek belang, als wat betreft hun omvang in geld en personeel, hun werkgebied, maar vooral in het takenpakket waar ze mee belast zijn. Alhoewel agentschappen in theorie allemaal belast zijn met de uitvoering van beleid, leidt dat in de praktijk
tot behoorlijke verschillen